H1: Sociale pedagogie?

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/92

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

93 Terms

1
New cards

meritocratische samenleving

eist dat individuen verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen succes

2
New cards

blame the victim

alle schuld bij het ‘slachtoffer’, individueel schuldmodel

3
New cards

blame the system

alle schuld bij het falende systeem, maatschappelijk schuldmodel

4
New cards

individueel schuldmodel

  • Schuld van kansarmoede bij individu zelf leggen (verklaring)

  • Men vertrekt vaak vanuit stereotype denkbeelden: o.a. ze zijn lui, verspillen hun geld, willen niet meewerken, willen profiteren

  • Als men vertrekt vanuit deze verklaring: aanpak vaak dat men de mensen in armoede wijst op hun eigen verantwoordelijkheid en dat ze het zelf moeten zien op te lossen of kan men overgaan tot disciplinering, verplichte integratie of verwijdering uit de samenleving

5
New cards

individueel ongevalmodel

  • Verklaring armoedesituatie te wijten aan wat mensen in armoede overkomen buiten hun wil: bv. ziekte, een beperking of het overlijden v.e. kostwinner in het gezin

  • Tonen iets meer begrip

  • Mensen hebben tegenslag gehad in hun leven

  • Als samenleving/als individu heb je dan plicht om deze mensen te helpen: we voorzien ziekte-uitkeringen, invaliditeitsuitkeringen, werkloosheidsuitkeringen, …

6
New cards

institutioneel schuldmodel

  • Deel van verklaring zoeken we bij hoe ontoegankelijk we door de jaren heen de hulpverlening zijn gaan inrichten

  • Moeilijke inschrijvingsprocedures, ellenlange wachtlijsten, selectiemechanismes die oneerlijk aanvoelen, watervalmechanismes (bijvoorbeeld jongeren in het onderwijs die steeds verder zakken in richting of moeten blijven zitten,…

  • Organisaties soms zelf de kwetsbaarheid van mensen in de hand werken of zelfs versterken

7
New cards

institutioneel ongevalmodel

  • Verklaring: organisaties versterken soms de kansarmoede, maar dit ligt soms buiten hun eigen handelen

  • Bv. sommige mensen geen hulp willen/durven zoeken bij OCMW omdat ze schrik hebben van het stigma

  • Ook: organisaties worden geconfronteerd met dat ze knelpuntberoep zijn geworden en bv. moeilijk nieuwe medewerkers vinden om hun vacatures in te vullen -> als je te weinig mensen hebt, kan ook dat een aanleiding zijn tot wachtlijsten

  • Ook hier tonen we soms begrip

8
New cards

institutioneel ongevalmodel

  • Verklaring: organisaties versterken soms de kansarmoede, maar dit ligt soms buiten hun eigen handelen

  • Bv. sommige mensen geen hulp willen/durven zoeken bij OCMW omdat ze schrik hebben van het stigma

  • Ook: organisaties worden geconfronteerd met dat ze knelpuntberoep zijn geworden en bv. moeilijk nieuwe medewerkers vinden om hun vacatures in te vullen -> als je te weinig mensen hebt, kan ook dat een aanleiding zijn tot wachtlijsten

  • Ook hier tonen we soms begrip

9
New cards

maatschappelijk ongevalmodel

  • Verklaring: plotse veranderingen in de maatschappij kunnen slachtoffers maken

  • Bv. economische crisisperiodes, de energiecrisis die ook hier voelbaar is door oorlog in andere werelddelen, COVID, vergrijzing of sommige steden (aan de kust of de centrumsteden) worden geconfronteerd met een aanzuigeffect voor mensen in kansarmoede (demografische verschuivingen) ...

10
New cards

maatschappelijke kwetsbaarheid

het risico om in contact met maatschappelijke instellingen vooral, en telkens opnieuw, de negatieve aspecten (controle, sancties) te ondergaan en minder te genieten van het positieve aanbod

11
New cards

maatschappelijke instellingen

organisaties die diensten aanbieden aan de burgers met een maatschappelijk doel, zonder winstoogmerk (non-profit dus)

  • Bv. scholen, gerecht, politie, ziekenhuizen,...

12
New cards

maatschappelijke instellingen doen 2 dingen

  • emanciperende kant: bieden burgers kansen om hun levensomstandigheden te verbeteren bv. via vormingen, informatie, materiële en psychologische bijstand

  • sanctionerende kant: leggen normen op en controleren ons, hebben een zekere macht over burgers

13
New cards

kenmerken van maatschappelijke kwetsbaarheid

  • interactief

  • cumulatief

14
New cards

interactief (maatschappelijke kwetsbaarheid)

steeds 2 partijen (individu en vertegenwoordigers instituties) bij betrokken

  • Mensen zijn altijd kwetsbaar in relatie tot iets of iemand = interactief

  • Kwetsbaarheid manifesteert zich (o.a.) in relatie tot het geheel van maatschappelijke systemen en instellingen

  • Het is dus niet het individu op zichzelf dat kwetsbaar is, maar diens situatie t.a.v. de maatschappij => daarom spreken we ook over K&J in een maatschappelijk kwetsbare situatie en niet over maatschappelijk kwetsbaren of erger nog kwetsbaren!

15
New cards

cumulatief (maatschappelijke kwetsbaarheid)

Eenmaal gekwetst, ben je kwetsbaarder voor volgende contacten/kwetsingen

16
New cards

Pygmalion-effect

het idee dat mensen presteren volgens de verwachtingen die je in hen stelt, is gelijkaardig aan selffulfilling prophecy

“Leerkrachten zullen meer aandacht besteden aan kinderen met wie ze een connectie maken. Een andere klasse, andere taal, andere cultuur maken die connectie lastiger. Als kind internaliseer je dat.”

17
New cards

de 2 meest voorkomende/relevante manieren om kansarmoede te meten

  • Kansarmoede-index kind en gezin

  • Het risico op armoede of sociale uitsluiting bij -18-jarigen

18
New cards

kansarmoede-index van kind en gezin

Index drukt uit hoe groot het aandeel kinderen van 0-3 jaar is dat in kansarmoede opgroeit t.o.v. het totaal aantal kinderen van 0-3 jaar

19
New cards

kansarmoede is gekleurd

We vinden het verschil terug o.b.v. de migratieachtergrond van de moeder

Kansarmoede-index: hoogst bij kinderen met moeder van Afrikaanse origine

20
New cards

vanaf wanneer wordt kind tot kansarm gerekend (kansarmoede-index van kind en gezin)?

o.b.v. 6 criteria:

  • inkomen van het gezin

  • arbeidssituatie

  • opleiding

  • huisvesting

  • gezondheid

  • stimulatieniveau van het kind

Als een kind en het gezin op minstens 3 van die 6 negatief scoren -> groeit het volgens deze meting op in kansarmoede

21
New cards

het risico op armoede of sociale uitsluiting bij -18 jarigen

een samengestelde indicator die aangeeft of een persoon door minstens één van de volgende drie situaties wordt getroffen:

  • monetaire armoede (of armoederisico)

  • ernstige materiële en sociale deprivatie

  • en/of in een huishouden met een zeer lage werkintensiteit leven

Mensen die te maken krijgen met minstens één v/d drie bovenstaande situaties, worden beschouwd als risicogroep voor armoede of sociale uitsluiting

22
New cards

sociale uitsluiting

de scheiding tussen in en uit die op verschillende levensdomeinen kan ontstaan: onderwijs, arbeid, wonen, politiek,...

23
New cards

monetaire armoede/armoederisico

het % personen met een equivalent beschikbaar inkomen (sociale transfers meegerekend) dat onder de armoederisicogrens ligt

24
New cards

arbitrair

willekeurig

25
New cards

materiële en sociale deprivatie

een indicator die het onvermogen uitdrukt om zich sommige zaken, die we als wenselijk/noodzakelijk beschouwen om een menswaardig leven te leiden, te veroorloven

26
New cards

huishoudens met een zeer lage werkintensiteit

% personen in een huishouden waar de leden in beroepsactieve leeftijd (18-64 jaar) minder dan 20% van hun totale potentieel werkten gedurende de voorgaande 12 maand

Behalve:

  • Studenten in leeftijdsgroep tussen 18-24 jaar

  • Personen die gepensioneerd zijn

  • Huishoudens die alleen uit kinderen, studenten van minder dan 25 jaar en/of mensen van 65 jaar of ouder bestaan

27
New cards

theorie maatschappelijke kwetsbaarheid

beschrijft hoe een opeenstapeling van ‘kwetsuren’ door maatschappelijke instellingen de kwetsbaarheid van een persoon ten aanzien van verschillende systemen en domeinen verhoogt

28
New cards

verklaringsmodel Vrancken

  • Model is een matrix waar 3 niveaus (micro, meso en macro) gekruist worden met schuld of ongeval als verklaring

  • Zorgt voor een bredere, realistischere blik dan enkel te vertrekken vanuit de twee uitersten in dit debat: blame the victim (alle schuld bij het ‘slachtoffer’, individueel schuldmodel) vs. blame the system (alle schuld bij het falende systeem, maatschappelijk schuldmodel)

  • Micro: individu/gezin; meso: groep/organisatie; macro: maatschappij

  • Schuld (intern); ongeval (extern)

29
New cards

materiële en sociale deprivatie

het gedwongen onvermogen om te betalen voor ten minste 5 van de bovengenoemde items

30
New cards

ernstige materiële en sociale deprivatie

het gedwongen onvermogen om te betalen voor ten minste 7 van de bovengenoemde items

31
New cards

“we worden ongelijk geboren”

Van bij geboorte is duidelijk of je geboren wordt in gezin met normale kansen of niet

  • Sommigen zeggen dat iedereen evenveel kansen krijgt in onze samenleving en het gewoon een kwestie is van ze te willen grijpen => onzin en vertelt veel over de geprivilegieerde context waarin ze zelf zijn opgegroeid

32
New cards

kansarmoede

een aanhoudende situatie waarin mensen beperkt worden in hun mogelijkheden om volwaardig deel te nemen aan de samenleving.

Dit gaat verder dan financiële beperkingen en raakt aan diverse aspecten zoals onderwijs, arbeid, huisvesting,...

33
New cards

verklaringsmodellen voor kansarmoede

  • De pedagogische impact van kansarmoede

  • De kringloop van kansarmoede

  • Verklaringsmodel Vranken

  • Theorie maatschappelijke kwetsbaarheid

34
New cards

individualiserende interventies

alles vanuit de individu gaan benaderen en denken; we kijken bv. enkel en alleen vanuit het kind/de jongere

35
New cards

risicoreducerend denken

Erg gericht op het reduceren van elk potentieel gevaar voor K&J

36
New cards

integratietrajecten en inclusieprojecten

we willen zo veel mogelijk mensen terug aan boord van de boot (=samenleving) krijgen, maar we stellen ons niet de vraag hoe het eraan toe gaat op die boot

37
New cards

uitgangspunt van een verzorgingsstaat

de markt (economie) zal zichzelf reguleren en de bijsturende tussenkomst van de overheid (die investeert in sociale en pedagogische projecten) dus zo weinig mogelijk gewenst is; rol van de overheid is zo klein mogelijk). Met belastingen gaat de overheid investeren in de JHbinnen de verzorgingsstaat

38
New cards

stroming: neoliberalisme

men gelooft heel hard in het vrije markt principe

  • een zo klein mogelijke rol van de overheid: dit staat tegenover de sociale pedagogie

39
New cards

sociale opvoeding

de educatie door de gemeenschap voor de gemeenschap

  • deze sociale educatie zorgt voor ondersteuning en ontwikkeling om de maatschappelijke omstandigheden te verbeteren

40
New cards

definitie van sociale pedagogie

Sociale pedagogie focust op de manier waarop de pedagogische relatie en het opgroeien van kinderen en jongeren ook sociaal beïnvloed worden.

Het sociale verwijst daarbij naar de invloed die de contexten, met inbegrip van de organisaties en het beleid die er actief zijn, hebben op het opvoeden en opgroeien en omgekeerd.

41
New cards

een normatieve stroming

hoe we kijken naar sociale pedagogie wordt constant beïnvloed door de heersende waarden en normen in de samenleving (veranderen ook voortdurend)

42
New cards

een open ended proces

definitie van sociale pedagogie evolueert constant, groeit voortdurend en verandert. Constant proces met nieuwe invloeden, … het gaat over een continu

43
New cards

een pleonasme

het voorafgaande woord bevat meestal al (een deel van) de betekenis van het volgende woord. Het ene deel is een herhaling van het andere deel

Bv. ronde bal, omlaag vallen, weer hervatten, aanwezige bezoekers,…

44
New cards

intergenerationele solidariteit

werkende personen dragen bij aan de financieringsvormen van personen die met pensioen zijn of die minderjarig zijn

45
New cards

verticale solidariteit

de herverdeling van rijkdom tussen arm en rijk en/of mensen. Deze vorm van solidariteit corrigeert het directe verband tussen de betaalde bijdrage en de ontvangen uitkeringen, op deze manier wordt sociale rechtvaardigheid bevorderd.

46
New cards

horizontale solidariteit

verwijst naar de solidariteit die ontstaat tussen mensen met een hoog en mensen met een laag risico. Zo hebben laaggeschoolden bijvoorbeeld een hoog risico op werkloosheid of mensen met een zwaar beroep meer risico op ziekte of invaliditeit. Toch betaalt iedereen eenzelfde bijdrage. Dit wil dus zeggen dat mensen met een laag risico evenveel bijdragen voor de sociale zekerheid als mensen met een hoog risico.

47
New cards

welvaartsstaat: er wordt ingezet op activering

men doelt op het feit dat men zoveel mogelijk mensen aan het werken wil krijgen.

48
New cards

pleegzorgtoeslag

Wanneer een kind in een pleeggezin is geplaatst krijgt het pleeggezin naast het basisbedrag ook een pleegzorgtoeslag vanuit het groeipakket

49
New cards

zorgtoeslag ondersteuningsbehoefte

Als een kind een aandoening of beperking heeft en daarvoor extra ondersteuning nodig heeft. Het bedrag van de zorgtoeslag hangt af van de mate waarin het kind meer ondersteuning nodig heeft dan diens leeftijdsgenoten.

50
New cards

(half)wezentoeslag

Een kind dat één of beide ouders niet meer heeft

51
New cards

schooltoeslag

Wanneer leerlingen opgroeien in een gezin met een laag inkomen.

  • Ze hebben hier recht op bij het begin van het schooljaar voor kinderen vanaf kleuter- tot en met secundaire school.

  • De hoogte van het bedrag is afhankelijk van het type onderwijs, de gezinssituatie en het gezinsinkomen.

  • Studenten die naar hogeschool of universiteit gaan hebben geen recht op schooltoeslag, maar komen misschien wel in aanmerking voor een studietoelage.

52
New cards

kleutertoeslag

voor driejarigen en vierjarigen die naar een erkende kleuterschool gaan. Voor vierjarigen geldt wel de voorwaarde dat het kind het jaar voordien voldoende aanwezig was op school.

53
New cards

kinderopvangtoeslag

voor elk kind dat naar een Nederlandstalige erkende kinderopvang, onthaalouder of créche in Vlaanderen of Brussel gaat

54
New cards

ondersteuningstoeslag

voor kinderen met een zorgbehoefte (bijvoorbeeld kinderen met een beperking), die nog geen specifieke hulp vanuit de jeugdhulp ontvangen

55
New cards

sociale toeslag

tegemoetkoming voor gezinnen die met hun inkomen de opvoedingskosten moeilijker kunnen dragen. De toeslag wordt automatisch toegekend zodra iemand er recht op heeft en is afhankelijk van het inkomen en de gezinsgrootte

56
New cards

toeslagen voor elk kind

  • startbedrag: voor de geboorte of adoptie van een kind krijg je dit (bij een tweeling krijg je dit 2x)

  • schoolbonus: elke kind krijgt dit in augustus uitgekeerd, de hoogte varieert afhankelijk van de leeftijd

  • maandelijks basisbedrag

57
New cards

Naast het basisbedrag heeft het groeipakket enkele aanvullende uitkeringen: (= waaruit bestaat het groeipakket?)

  • voor elk kind

    • startbedrag

    • schoolbonus

  • op maat van het kind en/of gezin

    • sociale toeslag

    • ondersteuningstoeslag

  • participatietoeslagen

    • kinderopvang toeslag

    • kleutertoeslag

    • schooltoeslag

  • zorgtoeslagen

    • wezentoeslag

    • pleegzorgtoeslag

    • zorgtoeslag ondersteuningsbehoefte

58
New cards

proportioneel universalisme

Het maandelijkse basisbedrag niet voor elk kind zo hoog te leggen, maar afhankelijk van de nood net aanzienlijk hoger bij bv. kinderen die opgroeien in een gezin dat onder de armoedegrens leeft en lager bij kinderen in gezinnen die het groeipakket niet nodig hebben om een kansrijke toekomst te voorzien.

  • Universalisme: je acties en beleid toegankelijk maken voor alle burgers

  • Proportioneel = dat doen met verschillende intensiteit voor bepaalde doelgroepen

59
New cards

hoe zou het beter kunnen (het Groeipakket)

Moest het groeipakket meer vertrekken vanuit proportioneel universalisme, het groeipakket (nog) effectiever zou worden om de kansarmoede gevoelig te verminderen

60
New cards

doel van het Groeipakket

alle kinderen in Vlaanderen een kansrijke start, ongeacht hun achtergrond

61
New cards

drie vormen van solidariteit

  • intergenerationele solidariteit

  • verticale solidariteit

  • horizontale solidariteit

62
New cards

doel van de welvaartsstaat

  • het verminderen van sociale ongelijkheid

  • het waarborgen minimumniveau welvaart voor alle burgers

Actieve rol voor de overheid om evenwicht tussen efficiëntie en rechtvaardigheid te bewaken

63
New cards

groeipakket

onderdeel van onze welvaartsstaat

  • dat het meest focust op kinderen, jongeren en hun gezinnen

  • om de ontwikkelingskansen van kinderen en jongeren, vanuit de overheid; zo gelijkwaardig mogelijk te houden

64
New cards

tegenstrijdige vaststelling in ons samenlevingsmodel

65
New cards

In Duitsland formuleerde men de sociale kwestie als een vraag

hoe kunnen we collectief het hoofd bieden aan de groeiende ongelijkheid, desintegratie en onvrede in de geïndustrialiseerde Duitse samenleving?

66
New cards

de financiële (on)mogelijkheid van het huishouden om

1. Rekeningen op tijd te betalen

2. Één keer per jaar een week op vakantie te nemen buitenshuis

3. Minstens om de twee dagen vlees, vis, kip of een vegetarisch alternatief te eten

4. Een onverwachte uitgave te doen

5. Zich een eigen wagen veroorloven

6. Het huis voldoende te verwarmen

7. Beschadigde of versleten meubels te vervangen

67
New cards

de individuele financiële (on)mogelijkheid van een persoon om

1. Versleten kledij te vervangen door nieuwe kledij

2. Twee paar schoenen in goede staat hebben

3. Thuis toegang tot internet te hebben

4. Minstens 1x per maand met vrienden of familie te gaan eten of drinken

5. Regelmatig deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten

6. Wekelijks een bedrag uit te geven voor persoonlijke behoeften

68
New cards

kritiek op monetaire armoede

  • de grens is arbitrair gekozen (60%): iedereen onder deze grens wordt beschouwd als ‘arm’ en iedereen er net boven wordt als ‘niet arm’ gerekend > is discutabel

  • vooral op de inkomsten gefocust, niet op de uitgaven: om die kritiek op te vangen, linken onderzoekers de cijfers van monetaire armoede aan materiële en sociale deprivatie (en later ook werkintensiteit)

69
New cards

kritiek op sociale of materiële deprivatie

  • in de cijfers houden we enkel rekening met diegenen die het niet kunnen betalen (= die in financiële onmogelijkheid verkeren) > en niet met degenen die de dienst/het goed niet hebben omdat ze het niet willen of nodig hebben

70
New cards

wat scoort het hoogst bij criteria van sociale en materiële deprivatie?

  • onvermogen om 1 week per jaar vakantie buitenshuis te nemen

  • onvermogen om een onverwachte uitgaven te doen

71
New cards

welke bevolkingsgroepen hebben het moeilijkst (materiële en sociale deprivatie)

  • huurders

  • eenoudergezinnen

72
New cards

wat is een welvaartsstaat (definitie)

De samenlevingsvorm waarbij een grondrechten van de burger, m.o.o. zijn welvaart en de bevordering van zijn kansen tot ontplooiing, binnen een wettelijk kader worden gewaarborgd. Dit binnen een parlementaire democratie en met behoud van de vrije markt economie.

73
New cards

vermaatschappelijking van de zorg

Verwijst naar de zorg die verleend wordt ‘in’ en ‘door’ de samenleving:

Verschuiving binnen de zorg waarbij ernaar gestreefd wordt om mensen met beperkingen, chronisch zieken, kwetsbare ouderen, jongeren met gedrags- en emotionele problemen, mensen die in armoede leven,… met al hun mogelijkheden en kwetsbaarheden een eigen zinvolle plek in de samenleving te laten innemen, hen daarbij waar nodig te ondersteunen en de zorg zoveel mogelijk geïntegreerd in de samenleving te laten verlopen”

74
New cards

autoriteit

de legitimiteit en het recht om invloed uit te oefenen over anderen, vaak gekoppeld aan verantwoordelijkheid en zorg voor degenen over wie autoriteit wordt uitgeoefend

75
New cards

Kritiek op (voorbijgestreefde) visies van autoriteit in de pedagogie:

  • Ondemocratisch

  • Repressief

  • Belemmering van ontwikkeling

  • Gebrek aan empathie en begrip

  • Versterking van ongelijkheid

76
New cards

autoriteit: ondemocratisch

  • is niet gebaseerd op democratische principes

  • autoriteit = vorm van machtsuitoefening

  • kunnen de participatie en inspraak van individuen beperken

77
New cards

autoriteit: repressief

  • neigt naar repressie en controle ipv respect, autonomie en vrijheid

  • kan leiden tot gevoelens van onrechtvaardigheid en weerstand

78
New cards

autoriteit: belemmering van de ontwikkeling

  • te veel autoriteit kan de ontwikkeling van individuen belemmeren

  • bv. zelfbeschikkking, zelfvertrouwen en creativiteit

  • kan de natuurlijke groei en exploratie van individuen beperken

79
New cards

autoriteit: gebrek aan empathie en begrip

Gebrek aan empathie of begrip voor de behoeften of perspectieven van anderen

Kan leiden tot afstand tussen opvoedingsfiguren en over wie ze het gezag uitoefenen

80
New cards

autoriteit: versterking van ongelijkheid

  • Wanneer autoriteit niet gebaseerd is op rechtvaardigheid en gelijkheid

  • Kan bijdragen aan het in stand houden / versterken van bestaande ongelijkheden binnen de samenleving

  • Bv. obv geslacht, ras, klasse, ....

81
New cards

autoriteit: structuur en stabiliteit

Duidelijke regels en richtlijnen > voorspelbare omgeving > K&J worden gestimuleerd in hun ontwikkeling

82
New cards

autoriteit: leiding en begeleiding

Opvoedingsfiguren spelen een cruciale rol in ondersteuning bieden bij het ontwikkelen van vaardigheden & capaciteiten bij K&J

83
New cards

autoriteit: bescherming en veiligheid

  • Autoriteit kan een beschermende rol spelen door te zorgen voor fysieke & emotionele veiligheid

  • Vooral bij K&J omdat zij afhankelijk zijn van degenen met autoriteit

  • ! Te veel bescherming en veiligheid > kan de ontwikkeling afremmen !

84
New cards

autoriteit: normen en waarden

  • Opvoedingsfiguren kunnen normen en waarden overdragen aan K&J voor de sociale cohesie en welzijn voor K&J

  • Kan bijdragen aan een gedeeld ethisch kader binnen de samenleving

85
New cards

autoriteit: empowerment

  • K&J in staat stellen tot het realiseren van hun potentieel en hen actief deel laten nemen aan besluitvormingsprocessen in hun keven

  • Hen kansen geven om verantwoordelijkheid op te nemen

86
New cards

de meest gekende voorbeelden van een eigentijdse invulling van autoriteit

  • Geweldloos verzet: hoe als gezin omgaan met moeilijk gedrag, conflicten en escalaties (1990)

  • Nieuwe autoriteit: een nieuwe pedagogische visie op de basishouding als opvoedingsfiguur (2011)

  • Waakzame zorg: de relatie tussen de behandelmethodiek van geweldloos verzet en de basishouding van nieuwe autoriteit (2015)

87
New cards

de 3 p’s

  • provisierechten

  • protectierechten

  • participatierechten

88
New cards

provisierechten

zorgen ervoor dat een kind alles krijgt dat nodig is om zich te ontwikkelen, zoals onderwijs, vrije tijd, rust, zorg, …

89
New cards

protectierechten

rechten waarmee kinderen extra bescherming krijgen tegen geweld, oorlog, armoede, uitbuiting, ontvoering, justitie

90
New cards

participatierechten

rechten die ervoor zorgen dat het kind gehoord wordt als volwaardige burger: kinderen krijgen een stem in beslissingen die over hen genomen worden, bij de rechter, in het opstellen van beleid, …

91
New cards

kinderrechtencoalitie geeft aan dat kinderrechten op verschillende manieren kunnen worden vertaald naar de praktijk

  • juridische dimensie

  • maatschappelijke dimensie

> beide dimensies zijn niet waterdicht en eenduidig

92
New cards

kinderrechten in de praktijk: juridische dimensie

  • in België ben je minderjarig tot 18 jaar

  • je hebt een andere rechtspositie dan volwassenen

  • staat in de wetten

  • je bent niet op dezelfde manier aansprakelijk voor schade

  • je mag niet stemmen

  • je hebt leerplicht

  • er is een wet op jeugdbescherming

  • je wordt berecht door een jeugdrechter

    rechter beslist

93
New cards

kinderrechten in de praktijk: maatschappelijke dimensie

  • elke samenleving denkt er anders over

  • wat is ‘de norm’ of ‘normaal’?

  • bv. kan een 16-jarige alleen op wereldreis, betrek je een kind in de keuze van een woning?

  • kunnen minderjarigen beslissen met wie ze gaan trouwen

maatschappij beslist