1/103
UA.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Footlight parade, Busby berkeley, 1933, Hollywood musical.
Gold Diggers, Busby berkeley, 1935. HM. Backstage musicals, repetities van de show in functie van overkoepelend verhaal.
Top Hat, Fred Astaire en Ginger Rogers, 1935. HM. Musical voor RKO. Gesofisticeerd camerawerk, chique nachtclubs, paringsdans hetero koppel functioneel camerawerk.
Busby berkeley
In Amerikaans leger, saaie parades inspiratie voor zijn latere massa-choreografie in Hollywood. Complex een visueel spektakel met complexe patronen en geometrische vormen. Geabstraheerde bewegingen. Kaleidoscopische bewegingen. Crane photography.
Fred Astaire
Musicals voor RKO, Partner Ginger Rogers, legendarische dansenscenes, gesofisticeerde camera, chique nachtclubs. Heteroseksuele paringsdans
Follow the fleet, Mark Sandrich, fred astair en ginger rogers, 1936
Shall we dance, Mark Sandrich, Fred Astair, 1937.
Gene Kelly
Amerikaanse danser, actuer en choreograaf. Street dance, fysieke en moderne benadering, energeiek, Intigreerde dans in een realistische setting. Film op locatie.
Arthur Freed
MGM producer, gaf de glamour en kwaliteit aan MGM musicals in jaren 40 en 50.
Out on the town. Gene Kelly en Stanley Donen, 1949. Integreerde dans in realistische setting, ode aan NYC, Film op locatie (inspo op neo realisme). integrated musical
An American in paris. 1951 Gene Kelly en Vincente Minelli. K, street dance, M, feestelijk en kleurlijk. sets, kostuums als een schilderij, modernistische schilderkunst. kleurencontrast. Integrated musicals
An American in Paris. Vincent Minelli en gene kelly. 1951. Kleurrijk, fantasierijk. Sets en kostuums als een modernistisch kunstwerk.
Integrated musicals
Dans en zang als expressie van emotie, samen met plot verweven. technicolor vanaf jaren 40, 50 uitdiepen van emoties
Frans Poetisch realisme.
1930-45. brug tussen avant garde en commerciele film. het poetisch realisme neemt de formele vrijheid en droomachtige sfeer maar integreerd deze in een realistisceh en sociale context. Avant Garde invloeden. Term van criticis Sadoul. behandelt vaak het leven van de arbeidersklasse met melancholieke en dromerige elementen. Invloed op Italiaans neorealisme, intresse in de gewone mens, en film noir.
Frans poetisch realisme invloeden.
Impressionistische cinema: interne beleving, emotie, herinnering, eerder dan objectieve realiteit. Optische effecten, soft focus, superimpositie. jean epstein, germaince dulac, Abel Gance, La Roue 1923
Cinema pur en surrealisme: Cinema pur, cinema als een zuivere beeldkunst, los van theater en literatuur, ritme, beweging en abstractie: ballet mechanique, Fernand Leger, 1923.
Surrealisme; onderbewust, droomogica. Poetisch realisme neemt de formele vrijeid en droomachtige sfeer van de avant garden en integreerd deze in een realistische en sociale context.
Frans poetisch realisme 2 fases
Fase 1: eind jaren 20 en begin jaren 30. Hoop door de macht van de linkse coalitie “front populaire” aan de macht. Periode van hoop en mobilisatie van de arbeidersklasse. Films weerspiegelen deze hoop, sociale strijd, solidariteit en optimisme. Jean renoir: La vie est nous 1936, propaganda film voor communisten, docu en fictie, strijdlustig volk neemt lot in handen= filma als sociaal wapen, bewustmaking en mobilisatie van het volk.
Fase 2: eind jaren 30, film als elegie voor een wereld die aan het verdwijnen is. Context, verlies van front populaure, facisme, nazisme, dreiging van oorlog, spaanse burgeroorlog.
An american in Paris. Vincent Minelli en Gene Kelly, 1951. Kleurijk en fantasierijk, streetdance, dansequences in realistisce locatie. SEts en kleding als een schilderij.
ballet mécanique, fernand leger, 1923. Cinema pur en surrealisme.
La vie est nous, Jean renoir, 1936, fase 1. FRPR Een propaganda film die het strijdlustige volk afbeeldt en het belang van bewustzijn en mobilisatie benadrukt.
Pépé le moko, Julien Duvivier, 1937. frans poetisch relaisme, fase 2 Internationaale doorbraak duvivier, gangster verhaal, tragisch typisch einde.
le quai de brumes, Marcel Carné, 1938. frans poetisch realisme. Fase 2. Donkere en mistige cinematografie, dreigende fatalistische sfeer. Scenario: Jacques Prever, acteur: jean Gabin. Hard van buiten zacht vanbinnen en gedoemd. Sombere sfeer in Frankrijk vlak voor WO2. Low key lightening, sterk beinvloed door duitse emigres.
le jour se leve, Marcel carne, 1939. Frans poetishc relaisme Over een moord, en via flashbacks info vrijgeven. Ondersteuen het fatalisme in de film. Bendarkut het onvermijdelijke lot van de main character. grote stukken set op locatie, in de verte echte gebouwen te zien.
Toni, jean Renoir, 1935. frans poetisch realsime. Voorloper van Italiaans neorealisme. gebaseerd op een waargebeurd migranten verhaal in de Provence. Wordt vaak gezien als een proto-neorealisme film. filmt op locatie en niet proff acteurs - uitzondelrijk voor die tijd. Kenmerken: realistische setting (migranten arbeiders), tragische liefdesrelatie, natuurlijke belichting, lange takes, minimalistische, observernde camera. Themas: ongelijkheid, passie.
La regle du jeu, Jean Renoir 1939. frans poetisc realisme Controversieel, meteen ingekort na premiere. (dierenafslachting). Geeft een satirisch beeld op de bourgeoise en morele leegte op tragisch besef vzn wat gaat komen. Plezante elegantie die verzoent is met de pessimistische stijl. Jachtpartij leidt tot liefdesintirges tussen verschillend klasse. Afwissleinge farce en tragedie. gebruik van plan sequence. deep focus effect: alles voor en achtergrond scherp, doorkijken van ene ruimte in de andere. Camera lijkt een van de gasten constant in beweging.
Plan sequence
Een plan-séquence (ook wel long take of sequence shot) is een filmtechniek waarbij een volledige scène in één onafgebroken shot wordt gefilmd, zonder knip of montage.
Jean Renoir
Franse filmmaker, Frans peotisch relaisme zoon impressionistische schilder, sociaal engagement, niet opzichtig, luisterde naar iedereen, op locatie, plan sequence. Partie de campagen 1946. Vaders schilderijen.
Scenaristen Frans poetisch realisme
Jacques prever, dichter, quai les brumes, Marcel pagnol: volkschriver, trilogie: fanny, marius, ceaser. Charles Spaak: belg, belle equipe.
Orson Welles
1915-1985. Samenwerking John Houseman, theater “mercurius”, Negro theater Unit. Werkte voor de radio om theater te financieren, uitzending “war of worlds” aliens. Contract bij RKO: 3 films in 3 jaar, complete artistieke vrijheid. Eerste heart of darkness Joseph conrad, technishe en financiele moeilijkheden. Gekend voor grondbrekende films zoals citizen kane. kenmerken zijn: verlies onschuld, angst voor de dood, fascinatie voor machthebbers met een zwakte, eenzaamheid van macht. Deep focus: impact op montage, kijker zelf beslissen wat belangrijk is, achter en voorgrond in focus. In vorm gegoten door Gregg Toland.
Citizen Kane, 1941, orson Welles. Persmagnaat Kane, gebaseerd op Randolp Hurst. kan reputatie make or break. Maakt operazangeres bekend. Begint met de dood van Kane en zijn laatste woorden, "Rosebud.". gevolgd door een newsreel, die als een film in film gezien kan worden. Het verhaal ontrafelt de complexe geschiedenis van Kane door interviews met mensen uit zijn leven. Complexe flashbackstructuut. Chiaroscuro: belichting vanuit duitse film. Eerder een voorloper of invloed op film noir, bezit kenmerken: chiaroscuro, low angles, pessimisme, dood van main man. Maar geen misdaadpolot, femme fatale. Mobiele camera (murnau), vloeiend en losse camera, veel beroemde long takes. (plan sequence) en ook deep focus. in vorm gegoten door Gregg Toland. in combo met staging in depth de mise en scene benut alle lagen. (voor echter grond). MGM bood geld om negatief te vernietigen.
Is citizen kane een film noir?
"Citizen Kane is formeel en thematisch verwant aan film noir door zijn donkere esthetiek, thematisch fatalisme en narratieve complexiteit, maar valt er strikt genomen niet onder vanwege het ontbreken van typische noir-plotstructuren zoals een misdaad, een femme fatale en een detective."
The magnificent Ambersons, Orson Welles, 1942. Onder RKO, Welles is aansweig door voice over, bijna voice of God, die vaak ialoog overneemt, een gemutileerd masterpiece.
Lady from Shangai, 1947. Orson Welles. Mijlpaal in de film noir, onder columbia - niet tevreden met Rita heyworths image, voegen scenes toe z toestemming Welles. Film noir? Cynische en pessimistische sfeere. neurotische en psychoticche karakters dwalen door grootsteden. Femme fatele als gedoemde liefde. Chiaroscuro. Ook de zee een thema. Aquarium, sirene, zeilboten….
Othello, Orson Welles, 1951. Opegeomeon in EU, Fritz lang invloed, moeilijke realisatie.
Touch of Evil, orson Welles, 1958. Laatste film noir, universal neemt film over, indrukwekkende long takes als begin.
Alfred Hitchcock
1899-1980. Sleutelfiguur in de cinema. Vroege Hitchcock werkte in Duitsland, enige concurrent met Hollywood, zag Murnau, Lnag blijvende impact. Opgemerkt door cachiers de cinema, britse filmmakers, franse opemerking en hollywood product. In 40, 50 spreken we van Klassieke Hitchcock, ging naar Hollywood, werkte voor verschilende studios (al gevestigde naam in UK). Eerste geluidsfilm Blackmail. Artistieke vrijheid en technische experimenten. in 1946 producent.
Kenmerken: sfeer van suspense (vs surprise)
zwarte humor,
manhunt en ritme van de reis, (auto, taxi, vliegtuig, trein)
beslotenheid van huis.
Wrong man
christelijke iconografie (schulden van andere opz ichn nemen)
affiniteit met surealisme (dali, spellbound)
belang van fetisj objecten.
Macguffin: object dat catalyst is van de film, maar geen verdere relevantie
staircase complex. als een metafoor voor suspense
eindlocatie, bekend en uitzondelrjke hoek
pure cinema; beeld dragend, niet dialoog.
The Lodger, AH. 1926. Duidelijke duitse invloed (kammerpsiel en expressionisme; dramatisceh schaduwen, schuine lijnen). Christlijke iconografie. Fascinatie blondines. Mistig London, met Jack the ripper achtig figuur. Wrong man. Suspense via beeld niet dialoog.
Sabotage, AH. 1936. Jonge Stevie moet bom afleveren, publiek weet meer (bom in pakket) suspense. De film draait om thema's van sabotage en onschuld, waarbij de spanning voortkomt uit het publiek dat meer weet dan de personages.
Spellbound, AH, 1945, Samenwerking Dali. Ireele sfeer van droom, surrealisme. Droom sequentie
Rebecca, AH, 1940. eerste film in Hollywood
Gotische roman
Het gevaar niet in gotische kerker, maar in de huiselijkheid. Manderley in ban van mysterieuze gestorven Rebacca. (leven in schaduw van Rebacca). Suspense zonder moord. Langzame camera door manderley alzof het huis leeft. Suggestieve montage.Fetisj objecten: bontjassen
Rope, AH. 1948. Technish hoogstandje, bedoeling uit een take te maken, zo weinig mogelijk montage. = subtiele cuts. Eerste kleurenfilm met technicolor camera, speciale set nodig. Homo-erotische ondertoon. Reele en diegetische tijd gelijk (vertel en verteltijd gelijk)
Rear window. 1945, AH.
Film raakt meerder thema’s aan. het perverse van kijken en bekijken worden. Ook een metafilm, zijn raam is een cinamascherm, en kijker wordt medeplichtig gemaakt, camera als oog waardoor wij mee kijken, rolstoel als cinema stoel. Meditatie op Kuleshov effect: betekenis gegevn door montage.Onafhankleijke shots, maar verband is een suggestie.
Pure cinema: geen voice over, beelden dragen de film.
Spanning en voyeurisme tot kunstvorm verheffen.
Elk raam weerspigelet aan andere vorm van liefde.
Hij is fotgraag, lief is model.
Vertigo, Ah, 1958.
Wanneer Scottie vrouw schaduwt wordt hij verliefd op haar, en ze sterft. Ontmoet Judt, en probeert Madeleine te renconstrueren door haar. proces van trauma en herhaling dat nooit geneest.
Male Gaze:Haar identiteit wordt geprojecteerd, gevormd en vernietigt door Scottie.kijke rook schuldig, wij zien haar ook terug als Madeleine.
Dollyzoom: vertigo effect, onstabiel, ahcteruit en inzoomen.
Muziek: een eigen personage, Hermann.
Bekentenis avn Hitchcock: heo hij met vrouwleijke actrices omgaat,
Spiralen als symbool van afdaling in obsessie.
Italiaans neorealisme
1940-55. De rauwe werkelijkheid van de Itliaanse samenleving na een periode van oorlog en fascisme. Invloed op d egewone mens. Verzet als morele moed. Realisme, rauw en eelrijk als tegengif van fasiscitsche tijdperk.Echte locaties, niet proff acteurs, sociale realiteit. Rossellini: rationeel en afstandelijk, maatschappelijjke morele implicaties van situaties. Manier van kijken. en Vittoria de sica: warme humanistische kijke. Kleine tragedie van armoede, etc..Emotionela arc: je leeft mee met perosnages. Manie rvan voelen.
Roma citta aperata. Rossellini, 1945. Deel 1 van oorlogstrilogie. neorelaisme Zet hem internationaal op kaart, gezien als uitdaging van conventionele klassiek filmstijl. Geproduceerd onder slechte omstandigheden. Dragen bih aan relaitiet effect: film van de zwarte markt, en netwerkt fluctuaties. Ruines van de bezette stad (ironie, vrije stad, bezet duitsers). Partizane verzetten zich hiertegen. Niewsbulletin en docu sfeer/ Heel plotse teneuromslage, van komisch naar tragisch. zoals in echt. Stad sterk aanwezig als karakter. camera lijkt willekeurig te zijn gezet, pero ongeluk.
Paisa, Rossellini, 1946.neorelaisme
Deel 2 oorlogstrilogie. bestaat uit 6 episodes, van Sicilie verder naar bevrijding in het noorden. Sicilie, napels, rome, klooster appenijnen, firenze-povlakte.
Overkoepeldn thema: moeilijke communicatie.
Docu stijl: elke episdoe begint met voice iver van troep bewegingen
Abrupt einde zodat je geen tijd hebt voor identificatie.
Napels goed vb neorealiseme. Jonge is een local, naturel en spontaan spel. Locatie opnames, ehct in ruines van de stad.De Amerikaanse zwarte soldaat spreekt Engels, de jongen Italiaans — ze begrijpen elkaar nauwelijks. Toch ontstaat er een vorm van contact en empathie. Dit benadrukt het menselijke boven het politieke, een kern van neorealisme.
Germania anno zero, Roseelini, 1948.
Deel 3 oorlogstrilogie. Neorealisme
Ladre di Biciclette, De Sica, 1948. neo realisme.Saai realiteit van werkloosheid. Sociaal thema.aanklacht tegen sociaal recht.
Vader geen proff acteur.
Maar anders: meticuleuz gepland. Groot budget.
Cyclische structuur= fiest stelen, ordt zelf dief.
VR tot ZO: dood Jezus tot verijzenis, en merk fiest, latijnd geloof: zoektocht naar geloof.
Stad als labyrint
massa, niet dreigend of machtig.
Umberto D; de sica, 1952.
Neorealisme, leven verpauperde man waar niets in gebuert, de dode momente, in reele tijd gefilmd. . Het benadrukt de alledaagse strijd en de menselijke ervaring in een realistische setting.
Stromboli: terra di dio. Roseelini, en Ingrid Bergam. 1949.
eerste film met ingrid bergman.
Niet typisch neorealisme. Niet zozeer focus op sociaal onrecht en armoede op eiland, landschap is eerder een metafoor voor Karens innerlijke leven.
Personages verstaan elkaar niet.
Vrouwelijke personage in patriarchale samenlveing (vissen)
docu- stijl (vissers leven..)
Viaggio in italia. Rossellini en bergman. 1954.
Overgang van neorealisme naar modernisme.
Neorel: op locatie, niet ptoff acteurs, aandacht voor alledaagse, maar opa chtergrodn. In plaats van sociale zien we innelrijke conflicten. Camera is subjectief, we zien wat ingrid ziet. Innelrjjk conflcit van echtpaar in crisis.
Verveemring. De film brengt het verhaal van een echtpaar dat hun relatie en persoonlijke crisissen ontdekt tijdens een reis door Italië, waarbij de focus op interne conflicten ligt.
Italiaans modernisme.
Michelangelo Antionioni en Pier Paolo Passollini. Na de neorealistische periode, rond 50 -60 jaren. Van sociaal realisme naar een meer introspectief, filosfisch en formeel experimnteel modus van filmmaken. Focus op:
innelrijk leven, vervreemding, en existientele twijfel.
Karakters beleven vaak existentiele crisis, disconnectie of emotionel verlamming.
Tijd is beleeft door heriineringen, flashbacks en herhaling.
Onderbroken narratief verhaal. Belevenissen zijn niet duidelijk beindiget of ambigue.
Een los en vaag narratieve structuur om emotionele reflect.
Modernisme verleidend en dehumaniserend.
ladnschappen reflecteren innerlujk leven.
Antionioni
karakters vaak upper middle class. verveeld, existentiele verwarring, emotioneel verlamd.
Films tonen een post-oorlog, consumptie maatschappij die zijn spirituele en morele kompass verlorern heeft.
“I don’t know what I wnat” claudia in 'L’avventura.
Dialoog is minimaal, wat niet gezegd wordt is belangrijker
relaties lopen stuk niet door dramatiscg conflict, maar trage emotionele erosie.
Long takes, minimal camera movement.
Omgeving reflectie van innelrijk leven.
Cronoca di un amore. Antonioni, 1950. De film onderzoekt de destructieve dynamiek van een complexe relatie tussen een man en een vrouw, met een sterke focus op emotionele isolatie en existentiële thema's. Lijnen 2 personages samen in beeld maar toch geisoleerd van elkaar.
L’avventura. Antonioni, 1960.
Tetralogie: deel 1. Jonge rijke middenklassers gaan varen en landen op eildand, Anna verdwijnt. Lijkt een mysterie, maar verder in de film vervaagt het plot stilaan. Road movie door sicilaans landschap. Zwerven van personages door stedelijke landschappe. vervreemding van zichzelf en landschap.
La Notte, antonioni, 1961.
Tetralogie: deel 2
Stedelijke landschap reflecteerd in het glas van de wolkenkrabber. Verticaal tracking shot dmv bouwlift. ciris van huwelijk. De film verkent de vervreemding en crisis binnen een huwelijk, met nadruk op de leegte van het leven in een moderne stedelijke omgeving.
L’eclisse. Antonioni, 1962. Aandacht voor textuur, water, beton, mieren…Tetralogie: deel 3. Eindigt in soort coda. Date op banale straathoek, komen allebei niet opdagen. 10 Minuten sequence.
Ill desserto Rosso. Antonioni. 1964. Italiaans modernistische cinemad Technicolor maar toch grijstinten. Gedempte kleuren. Onderzoekt de invloed va industriele en onpersoonlijke omgeving op mense. en wordt vaak beschouwd als een hoogtepunt van de modernistische cinema. De film is niet alleen inhoudelijk een reflectie op vervreemding en psychologische instabiliteit, maar gebruikt kleur, ruimte en geluid op een innovatieve manier om de innerlijke wereld van het hoofdpersonage te verbeelden.
Telelens= vervlakking beeld. 2 dimensionaal dat schilderachtig aanvoelt.
Accetone (1961) en Mamma Roma (62). Passolini.
2 eerste films. Neorealistische invloed.
Aandacht voor subprolariaat. MArginale mensen in hun setting.
Weinig gesofisticeerde stijl: onbehlopen en stunteling, leent aan authenticiteit en vervreemidng
Spanning tussen vulgaire en verheven.
Passolini
Dichter, roman schrijver, linkse intteclectueel. Italiaans modernisme.
Artistiek duizendpoot: regie, decor…
Invloeden: historische, mythische,
Humanisme: de verschoppelingen (fr poetisch realisme)
Kunstgeschiedenis
Katholicisme: religieus opgevoed, tiener atheist, maar zag altenratief bood voor moderne leegte.
Marxism: idee van gramsci: culturele hegonomie: onderdrukking prolariaat niet enkel politiek, maar ook cultureel, laten geloven in de best wereld mogelijk leven = nooit een opstand.
Psychoanalyse: wat er onderhuidsleeft, aandacht voor het vebrogen
Homoseksualiteit: psychoanaluse biedt denkkader hiervoor, nooit expliciet aanwezig. Vulgaire verbonden met verheven (gevecht en bach muziek).
IL Vangelo di secondo matteo. Passolini (modernisme) 1964.
Bijna letterlijke verfilming van evangelie. Zonder toegevoegde dialogen, film bijbels en docu. Geen HOllywood, eerder een getuigenis.
Neorealistische elementen.
niet proff acteurs
locatie arme dorpen zuid itlaie, alzof Passolini het evangelie herondekt tussen mensne van zijn tijd.
Jezus is man vh volk, geen verheven godheid.
Eclectische muziek: bach en afrikaanse.
close up= telelens, gebruik vd zoom, reportage indruk.
Medea, Passolini, 1970. Modernisme.
Mytische meditatie op cultuur, identiteit en de breuk tss mytisch en moderne samenleving. Medea: premoderne wereld geleid door rituelen, goden en opofferingen.
Jasons: gesofisticeerde, rationele wereld.
Niet enkel verraad, maar het vernietigen van compleet wereldbeeld.
Nouvelle Vague.
Jean Luc Godard. 50, 60. Geen vaste stijl, maar eerder een gedeelde houding bij cineasten. Verzet tegen de tradionele klassieke franse film (cinema de papa).
Cahiers de cinema (tijdschrift opgerich andre bazin) bood basis voor verschillende jonge cineasten om als criticus te schrijven en was de broedplaats van nouvelle vague. Idee waarin de film als kunstvomr gezein wordt en de reggiseur als auteur. Astruc: camera-stylo. Film een expressiemiddel zoals literatuur. Expressie van ideen, obsessies en stijl.
Bazin: grondlegger auteurstheorie, en zag film als brug tuseen kunst en werkelijkheid. Wrn de kijker zelf beteknis kan geven z gemanipuleerd te worden.
Film als dialoog tussen maker en kijker. Breken met conventies, films als essay. Film als platform voor ideeen niet enkel verhalen.
A bout de souffle, Godard. 1959.
Debuutfilm. Zowel regg als scenarist en montage. In een maand gedraaid en gemonteerd.
Conventioneel gangster verhaal.
Kent de regels van de klassieke cinema, maar doorbreekt deze.
Gebruik van jump cuts
Directe geluidsopname
atuurlijke locatie
breaking the fourth wall, vervreemdingseffect.
Les Mepris. Godard, nouvelle vague. 1963.
Briggite bardot en Fritz Lang.
Buitenbeetnje in zijn oevure, leunt tegen klassieke Hollywood.
Film over de kruisbestuiving tussen commerciële en artistieke cinema.
VErhaal over schrijver die zichzelf verkoopt aan de filmwereld. Lang will Odysee verfilmen, scenarist ingehuurd om film meer op ooghoogte te krijgen, ALng wil verhaal niet aanspassen.
Reflecteer over cinema zelf, spanning tussen kunst en commercie.
camera stylo- doordrenkt door godard touch.
Les carabiniers. Godard. 1963. Nouvelle vague.
Rosellini wertke mee aan scenario. 2 soldaten gerecruteerd voor oorlog, oorlogsbuit zijn postkaarten, lange scene opsomming van alle kaarten. Ze beschouwen hun buit als wat ze echt overwonnen hebben, maar in werkelijkheid bezitten ze niets, enkel de beelden. In hoeverre leven wij van beelden, ipv van echte ervaringen. Meta, commentaar cinema toont ook verlangend beelden. Het verhaal onderzoekt de relatie tussen beelden en realiteit, benadrukt de superficialiteit van materiële bezittingen.
Politiek satirische blik op oorlog en misbruik van macht.
Une femme mariée. Godard, nouvelle vague. 1946.
Wereld doordrongen van beelden. Status van getrouwde vrouw. Openings sequentie ballet van handen op huid. Opsomming, waarbij mc door catalog bladert. consumptie maatschappij.
Ze is het onderwerp van male gaze, maar godard maakt dit bewust zichtbaar.
De openingsbeelden: close-ups van lichaamsdelen van Charlotte zonder haar gezicht – alsof haar lichaam in stukken is verdeeld. Ze wordt letterlijk gereduceerd tot lichaamsdelen.
De film is een mozaike van momenten. Geen stirkt verhaal.
Fragmentatrisch
Pierrot le foud. Godard. Nouvelle vague. 1967.
mengeling van misdaad, liefdestragedie, en kunstzinninge collage- waarin godard de conventies rond film onderuit haalt.
Willen ontsnappen aan de banaliteit van het dagelijkse leven. Zoeken vrijehied in kunst en liefde, maar botsen op de realiteit;
Godard speelt voortdurend met de vorm van cinema zelf: voice-over, rechtstreekse aanspreking van het publiek, abrupt wisselende stijlen, citaten uit literatuur, beeldende kunst en popcultuur.
De roadtrip is geen lineaire reis maar een existentiële dooltocht.
Deux ou trois choses que je sais d’elle. Godard. 1967.
Leven van moedern, 1 dag.
Sociale aanklacht, feminisme tegen het statuut van vrouw in patriarchale samenleving.
Zijn stem aanwezig op fluitsertoon, 4 wand doorbreken.
Weekedn. Godard. 1967.
Koppel dat de stad ontvlucht. platteland opzoekt, maar heerste chaos en wet van de sterkste.
File langs weg = plan sequence, long take. Langs alle autos, een metafoor voor franse samenleving.
La chinoise, godard. 1967. Overgang naar meer marxistische-maoistische periode. Het is geen traditionele vertelling, maar een intellectuele en visuele collage over revolutie, ideologie en de rol van kunst en film in de maatschappij.De film volgt een groep studenten die betrokken zijn bij politieke activisme en verkennen hoe ideologie hun leven beïnvloedt.
ici et ailleurs. Godard. 1975.
Eerste samenwerking met Miéville.
Afgewerkt filmporject uit de jaren 70 gewijd aan Israëlisch en Palestijns conflict. Moeilijkheden om dit conflcit in beeld te brengen. Film over een film.
Passion; Godard. 1981.
Film over een film (mepris). Poolse regiseruz zit vast en besluuit om bekende schilderijen na te maken (tableaux vivant’s)
Kunsten en fabirek.
Histoires de cinema. 1998. Godard.
is een monumentaal werk uit de late carrière van Godard: een acht-delige videoreeks van in totaal 4,5 uur, die zowel een persoonlijke als filosofische reflectie is op de geschiedenis van de cinema én de twintigste eeuw. Het is geen chronologisch overzicht, maar een audiovisuele collage die cinema leest als een vorm van geheugen, kunst, politiek en droom.
Rive Gauche
Zelfde periode als nouvelle vague. Eind jaren 50 en 60.
Anders dan Nouvelle vague: inhoud en estetisch verschiil.
In tegenstelling tot filmmakers als Truffaut, Rohmer en Chabrol waren de Rive Gauche-filmmakers meer sociaal geëngageerd en legden ze verbanden met beeldende kunst, literatuur en muziek uit die periode. Ze beschouwden zichzelf als auteurs in de filmkunst, vergelijkbaar met auteurs in literatuur, beeldende kunst en muziek.
Nouvelle vague en Rive gauche verschil.
Nouvelle Vague:
Zelfreflexieve cinema (film over film)
Verzet tegen klassieke Franse cinema (le cinéma de papa)
Jonge personages, liefde, rebellie
Invloed van Amerikaanse genrefilms (noir, gangsterfilm)
Rive Gauche:
Politiek en filosofisch geëngageerd
Sterkere link met avant-garde kunst, literatuur en beeldende kunst
Thema’s als tijd, geheugen, geschiedenis (denk aan Resnais & Marker)
Documentaire en fictie vloeien in elkaar over (denk aan Varda
Cleo de 5 a 7. Agnes Varda, Rive Gauche, 1961.
Eerste langspeelfilm. Prelude van rive gauche.
Tussen speelfilm en fotografie. en docu
Cinécriture.
artistieke en literaire invloeden.
meditatie over sterflijkheid.
Hiroshima, mon amour, alain resnais, rive gauche, 1959.
Samenwerking met Marguerite duras. Literaire tekst verwerkt tot film.
Relatief commericeel succes, zet hem op kaart.
over geheugen, herinneringen en traumatiscge gebeurtenissen.
Passionele liefdesverhouding tss franse actrice en japanse architect in Hiroshima.
Afwisselen tussen verleden en heden.
Beidde peros,ages roepen herinneringen op aan de oorlog.
Hand van duitser, wordt die van Architect.
Rivier tracking shot van Nevers, loopt ove rin trakcing shot van straten hiroschia.
Verstrengeling van persoonlijke herinneringen en grote geschiedenis momenten.
Afwissleing van objectief en subjectief.
L’annéé derniere. Resnais. 1961.
Proustiaanse fascinatie voor tijd en geheugen.
Onvrijwillig geheugen.
Man beweert vrouw al eerder te hbben ontmoet, zij ontkent dit. de film draait rond poging aan te tonen dat hij haar al eerder hand ontmoet. Maar zijn dit herinneringen of verlangens geprojecteerd op de vrouw? Voice over is niet altijd in sycn met wat er gebeurt. Labyrinitische constructie tss heden en verleden.
En ook rationaliseren van onze heriinering, hoe het had kunnen zijn. Veel scenes kunne op andere anierne geinterpreteerd worden.
La jetée. Chris Marker, 1962. Verfilmde fotoroman.
Film bestaat uit stills. Uitzondering einde shot, (vrouw oog open)
Sciencefiction en filosofische film over tijd en macht van beelden.
“marque par une image”. Niet zozeer herinneringn maar beeld ervan tekent ons.
gesitueerd in parijs van de toekomst. verwoest door O2. 1 overlevende, wordt gevangen genomen en proefkonijn voor tijdreizen.
geplaagd door herinnering van de pier aan Orly.
Sans soleiil
Chris Marker. 1983. "Sans Soleil" (1983) van Chris Marker is een van de meest invloedrijke essayfilms ooit gemaakt — een film die moeilijk in één genre of vorm te vatten is. Gebaseerd op fictieve brieven van een reiziger, voorgelezen door een vrouwelijke voice-over. Alles draait rond herinnering, tijd, geschiedenis, cultuur en beeldvorming.
Het is geen verhaal in klassieke zin, maar eerder een reflectie over de wereld, zoals beleefd door een reiziger — een alter ego van Marker zelf.
La Ricotta
Passolini, 1963. is een korte film die deel uitmaakt van de episodische film "RoGoPaG",De film speelt zich af op de set van een film over de kruisiging van Christus. De hoofdfiguur is Stracci ("voddenman"), een arme figurant die de rol van de 'goede moordenaar' aan het kruis speelt. Terwijl de rest van de cast zich tegoed doet aan luxe eten en oppervlakkige gesprekken, lijdt Stracci honger.
Wanneer hij eindelijk veel ricotta (kaas) en ander eten bemachtigt en gulzig opeet, sterft hij letterlijk van overdaad — ironisch genoeg, tijdens het filmen van zijn kruisigingStracci is de nieuwe Christus, niet glorieus maar ellendig, vergeten en uitgebuit.
Les Quatre Cents Coups"
Truffaut. 1959. is een sleutelfilm van de Franse Nouvelle Vague en wordt beschouwd als een van de meest invloedrijke debuutfilms uit de filmgeschiedenis. De film volgt Antoine Doinel, een gevoelige tiener in Parijs, die opgroeit in een liefdeloze thuisomgeving. Zijn ouders begrijpen hem niet, op school wordt hij constant gestraft, en hij wordt steeds meer vervreemd van zijn omgeving.
Na een reeks kleine rebellische daden – spijbelen, liegen, diefstal – wordt Antoine uiteindelijk in een jeugdinstelling geplaatst. De film eindigt met het iconische freeze frame van Antoine die naar de zee is gevlucht, zijn gezicht vol onzekerheid.
Autobiografish; long takes.
gebruikt niet proff acteurs;op locatie. OPgedragen aan BAzin.
Frans poetisch realisme kenmerken
kenmerken Frans Poëtisch Realisme
- fatalisme ondersteunt door mise-en-scène - personages aan de rand van de samenleving (kleine criminelen, verpauperde werklozen) - amour fou: noodlottige liefde - veel aandacht voor ealistische evocatie dagelijkse context: maar studio gecreëerd (hyperrealiteit )- verwantschap met eigentijdse fotografie
Carl Theodor Dreyer
Sleutelfiguur in Transcendental stijl.
Opgevoed met een Lutherse opvoeding, journalist, criticus en scenarioschrijver. Meesterwerk “la passion de Jeanna D’arc”. Niet volledig transcendental, ook expressionisme. Beklemming van hoofdpersonage.
kenmerken
zeer formele compositie
langzame vertelling
introspectie en spiritualiteit
theatrake en symbolische mise-en-scéne
transcendental
volgt de auteur Paul Schrader, het boek “transcendental style in film, ondertitel, Ozu, Bresson en Dreyer” met focus op Bresson en Dreyer.
Het sacrale uit te drukken. Let op: sacrale kunst niet altijd gemaakt in transcendentale stijl. Historisch gezien meeste kunst voortgekomen uit religieuze context. Kunst bedoelt goddelijke zichtbaar te maken. Film daarentegen is ontstaan in een kapitalistische en industriele context, massaproductie, technisch en commercieel, toch kan film zich nog steeds richten op spirituele, morele of theologische thema’s.
Wil het transcendentale (goddelijke, spirituele) tonen of oproepen, maar via realistische middelen.
materialiteit en aandacht voor het kleine. (handen, regendruppels etc;.)
Mystieke zit in kleinste details. een blik, gebaar, …
De goddelijke dimensie is immanent, dat wil zeggen, aanwdzig binnen gewone werkelijkheid, niet erbuiten.
Close up belang, maar niet glamour close up.
Verwerpt het spektakel van religieuze films, geen wonderen, geen effecten, het wonder zit in de gewone werkelijkheid.
Kunst komt voort uit het sacrale (transcendental) film stijl vs kunst
kunst komt voort uit religieuze contexten. Kunst als een manier om iets goddelijks, spiritueel of bovennatuurlijk uit te drukken. Maar niet alle religieuze kunst gebruikt de transcendentale stijl. Transcendentale stijl is juist ingetogen, niet dramatisch. Het wil het goddelijke laten ervaren zonder het letterlijk te tonen. In plaars van God of heiligen af te beelden, zoals in klassieke religieuze kunst, gebruikt de transcendentale stijl gewone dingen (zoals handen, regen) om iets spiritueel te suggeren. Dus de oorsprong is vaak religieus, maar transcendentale stijl is een bijzonder manie rom iets van het goddelijke te tonen, niet met spektakel maar met soberheid en stilte. Men keert zich niet af van de wereld, maar probeert via realistische stijl het goddelijke te tonen. Dit is het paradoxale aan de transcendental stijl: het spirituele wordt zichtbaar gemaakt via het alledaagse.
Kenmerken Transcendental
aandacht voor materialiteit
het goddelijke proberen in beeld te brengen op een alledaagse manier.
toont het alledaags eom het goddelijke te suggereren
Via details wordne iest mystiek opgeroepen.
Het transcendente niet getoond via spektakel, maar via soberheid en terughoudendheid.
Is eerder gebaseerd op eliminatie dan accumulatie
Acteren is gestileerd en formeel, in plaats avn expressief of natuurlijk.
compositie is sober, vaak frontaal en statisch.
Camera meestal laag, draagt bij aan afstandelijke sfeer. (Ozu).
Robert Bresson 1901-1999
Sleutelfiguur in transcendental stijl. Relatief los van grote filmindustrie, regisseerde, produceerde en schreef alles zelf. Weinig commercieel succes, (succes cahier de cinema, nouvelle vague artiesten) .Filmen is “kunst van weglaten”, en eliptische wijze van vertellen kijker moet zelf verhaal tussen beelden construeren. Sprongen in de tijd.
Christelijke atheist.
Minimalistisch, ascetische stijl, ingetogen.
Modelles, ipv acteurs.
acteren zonder emoties of expressie, tekst citeren. Bijna onder hypnose.
gebruik off-screen geluid en close-ups
gebruik daglicht, bleke kleuren en sobere mise-en-scéne
Thematiek:
Spiritualiteit, geloofscrisis, pessimisme
Overdracht schuld.
Geluid van schoenen op de grond!
religieus geinspireerd, maar zonder directe aanwezigheid van God.
Thema’s als lot, toeval, lijden
invloed van Dostojevksi.
Terugkerende motieven:
Gevangenis, kerker
detailweergave van handelingen (handen, objecten)
La passion de Jeanne D’arc. Dreyer, Close ups, niet volledig transcendental, ook expressionisme, meesterwerk. Beklmming en angst van mc. ruimtelijkse vervorming, dynamische scenes anders dan statische transcendental. Contrast statische scenes en mobiliteit van de camera. NIET de Chiaroscuro van expressionisme
Les Anges Du Péché, 1943, Bresson, Transcendental. religieuze thema’s letterlijk aanwezig in zijn werk.
La femme douche, Bresson, 1969. Adaptatie van Dostojevski
Un condamné a mort s’est échappé, Bresson, 19556.
gebaseerd op de memoires van een man in gevangenkamp tijdens bezettingsjaren - wilt ontsnappen. Bresson heeft zelf ook in gevang gezeten. Belang artistieke ontwikkleing. Meest populaireste en commerciel, conventionele film. Te zien als een thriller, maar weinig nadruk op geweldadige acties. klemtoon op routine in gevangenis: plan en details van zijn ontsnapping. Belang van geluid, creert verschillende ruimtes; geluid van kamers ernaast, binnenkoer, de trein als buitenwereld.
Titel ondermijnt verhaal.
Pickpocket, Bresson, 1959.
Impact van nouvelle vague te zien. Schreef zelf orgineel verhaal. Parijse locatie metro sterke invloed van nouvelle vague.
Kenmerken
gevangenis (waar hij leeft ook een soort kerker)
noodlot
allusies Dostojevski
Aandacht voor handen close-ups