knowt logo

SOORTEN WETTEN

1. Evolutie van wetgevende macht in Rome

  • Veranderende zwaartepunten:

    • Volksvergadering ➔ Senaat ➔ Keizer.

  • Interpretatie en advies:

    • Belangrijke rol voor rechtsgeleerden (iurisconsulti).

  • Codificatie:

    • Keizer Justinianus (6e eeuw n.Chr.) bundelde het hele Romeinse recht.


2. Bronnen van wetgeving

2.1. Leges
  • Overgang van gewoonterecht naar geschreven recht:

    • Eerste schriftelijke wetgeving: Wet der XII Tafelen (ca. 450 v.Chr.).

  • Republikeinse tijd:

    • Volksvergadering (comitia centuriata):

      • Magistraat (consul/praetor) diende wetsvoorstel in.

      • 17 dagen vooraf: publicatie van edict met datum en tekst van het voorstel.

      • Indeling van stemgerechtigden op basis van vermogen (centuriae).

    • Plebejersvergadering (comitia tributa):

      • Voortgebracht door tribus (woonwijken).

      • Besluiten (plebescita):

        • Aanvankelijk alleen bindend voor plebejers.

        • Later algemeen bindend en vaak gelijkgesteld aan leges.

2.2. Senatus consultus
  • Republikeinse tijd:

    • Senaat keurde wetten goed die door volksvergadering waren gestemd.

    • Via magistraten werden wetsvoorstellen voorbereid.

    • Besluiten (senatus consulta) hadden kracht van wet.

    • Volkstribuun of magistraten konden veto (‘intercessio’) stellen.

  • Keizertijd:

    • Volksvergadering kwam nauwelijks nog samen.

    • Keizerlijke voorstellen door senaat bekrachtigd.

2.3. Edicta
  • Vastlegging door magistraten:

    • Praetors, aediles en provinciegouverneurs vaardigden edicten uit bij indiensttreding.

    • Aanvankelijk geldig voor de ambtstermijn van de magistraat.

    • Onder keizer Hadrianus (135 n.Chr.):

      • Samengebundeld in het Edictum perpetuum.

2.4. Constitutiones principis
  • Keizerlijke verordeningen:

    • Vanaf keizer Diocletianus (3e eeuw n.Chr.):

      • Hoofdbron van wetgeving.

      • Onderdeel van de overgang naar een absolutistisch systeem (dominaat).

E

SOORTEN WETTEN

1. Evolutie van wetgevende macht in Rome

  • Veranderende zwaartepunten:

    • Volksvergadering ➔ Senaat ➔ Keizer.

  • Interpretatie en advies:

    • Belangrijke rol voor rechtsgeleerden (iurisconsulti).

  • Codificatie:

    • Keizer Justinianus (6e eeuw n.Chr.) bundelde het hele Romeinse recht.


2. Bronnen van wetgeving

2.1. Leges
  • Overgang van gewoonterecht naar geschreven recht:

    • Eerste schriftelijke wetgeving: Wet der XII Tafelen (ca. 450 v.Chr.).

  • Republikeinse tijd:

    • Volksvergadering (comitia centuriata):

      • Magistraat (consul/praetor) diende wetsvoorstel in.

      • 17 dagen vooraf: publicatie van edict met datum en tekst van het voorstel.

      • Indeling van stemgerechtigden op basis van vermogen (centuriae).

    • Plebejersvergadering (comitia tributa):

      • Voortgebracht door tribus (woonwijken).

      • Besluiten (plebescita):

        • Aanvankelijk alleen bindend voor plebejers.

        • Later algemeen bindend en vaak gelijkgesteld aan leges.

2.2. Senatus consultus
  • Republikeinse tijd:

    • Senaat keurde wetten goed die door volksvergadering waren gestemd.

    • Via magistraten werden wetsvoorstellen voorbereid.

    • Besluiten (senatus consulta) hadden kracht van wet.

    • Volkstribuun of magistraten konden veto (‘intercessio’) stellen.

  • Keizertijd:

    • Volksvergadering kwam nauwelijks nog samen.

    • Keizerlijke voorstellen door senaat bekrachtigd.

2.3. Edicta
  • Vastlegging door magistraten:

    • Praetors, aediles en provinciegouverneurs vaardigden edicten uit bij indiensttreding.

    • Aanvankelijk geldig voor de ambtstermijn van de magistraat.

    • Onder keizer Hadrianus (135 n.Chr.):

      • Samengebundeld in het Edictum perpetuum.

2.4. Constitutiones principis
  • Keizerlijke verordeningen:

    • Vanaf keizer Diocletianus (3e eeuw n.Chr.):

      • Hoofdbron van wetgeving.

      • Onderdeel van de overgang naar een absolutistisch systeem (dominaat).

robot