1/10
Sociologie H9 - criminologie 1e bachelor UGent
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Sociale feiten
Worden beschouwd als objectief gegeven ‘zaken’ of ‘dingen’ die het gedrag bepalen en beheersen, onaghankelijk van de psychologische en biologische kenmerken van het individu en van de wijze waarop die individu de maatschappij ervaart.
Differentiatie
Onderverdelingen binnen de samenleving.
Integrate
Contacten tussen verschillende gemeenschappen leiden tot dit.
Nominale parameters
Verdelen de populatie in subgroepen met expliciteit begrenzing, maar zonder rangorde tussen die groepen.
Graduele parameters
Weerspiegelen een statusrangorde.
Voluntarisme
Mensen ondergaan niet alleen de maatschappelijke werkelijkheid, ze handelen volgens de subjectieve betekenis die ze eraan geven.
Ideaaltype
Een bgrip dat in de weberiaanse sociologie ene centrale plaats inneemt. Dit algemene begrip verwijst naar een zuiver en hypothetisch handelingsverloop dat in feite op zich niet voorkomt in de realiteit. Het is een theoretische constructie, die weergeeft hoe het rationale handelen doorgaans zou verlopen, dit wil zeggen bij kennis van alle aanvullende factoren en van doelstellingen van andere daarbij betrokken personen, met uitschakeling van het irrationele.
Bureaucratie
Een van de ideaaltypes van Weber. De diverse eigenschappen van dit - arbeidsspecialisatie, gezagshiërarchie, benoeming op basis van vakkennis, nadruk op formele regels en onpersoonlijk karakter van de relaties tussen de organisatieleden - vormen samen het ideaaltype van deze soort organisatie en kunnen zodoende fungeren als vergelijkingsbasis voor de studie van industriële, politieke en andere organisaties.
Reductionisme
Houdt in dat er in de maatschappelijke werkelijkheid onafhankelijk van de ineragerende personen geen sociale structuren ontstaan.
Nominalisme
Wat niet concreet waarneembaar is, bestaat enkel bij naam en kan bijgevolg geen invloed uitoefenen.
Looking glass self
Verwijst naar het idee dat onze zelfidentiteit en zelfwaardering worden gevormd door hoe we denken dat anderen ons zien.