1/13
Sociologie H7 - criminologie 1e bachelor UGent
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Animisme
Impliceert het geloof in en het aanbidden van geesten.
Totemisme
Bij de stam van Arunta: leden van de stan namen de naam van een dier of plant uit hun omgeving aan waarvan ze beweerden af te stammen, en vervulden zekere riten voor die totem.
Sacrale aspecten
Verwijzen naar die objecten, gebeurtenissen, ideeën, etc. waaraan de leden van de groep een bijzondere betekenis geven en die een waarde of een macht vertegenwoordigen.
Profane zaken
Verwijzen naar de aspecten die een utilitair karakter hebben, naar de dagdagelijkse bezigheden om aan de materiële behoeften te voldoen.
Godsdienst (door Durkheim gedefinieerd)
Een systeem van onderling afhankelijke geloofsideeën en geloofspraktijken die verband houden met het sacrale en de aanhangers ervan verenigen in een gemeenschap.
Godsdienst (door Yinger gedefinieerd)
Een systeem van geloofsideeën en geloofspraktijken door middel waarvan een gemeenschap de ultieme problemen van het menselijke bestaan aanpakt.
Secularisatie
Een sociaal proces waarbij godsdienst zijn relevantie voor de samenleving verliest
Sekte
Type religieuze organisatie. Wilson (1967) kenmerkt het als een organisatie waartoe men vrijwillig toetreedt met een zeer sterk zelfbeeld. Is exclusief en beschouwt zichzelf als de enige verdediger van de waarheid. Leven afgezonderd van de samenleving en in oppositie met de heersende kerkleer.
Kerken
Type religieuze organisatie. Men treedt meestal niet vrijwillig toe, en het lidmaatschap vraagt geen speciale kwalificaties of verdiensten. De identiteit is vaag, de nadruk ligt op heterodoxie en niet op orthodoxie.
Denominatie
Type religieuze organisatie. Keert zich niet af van de wereld en maakt ook geen aanspraak op een al omvattende religieuze waarheid. Ze aanvaardt het bestaan van soortgelijke organisaties naast zich.
Cult
Type religieuze organisatie. Is sterk individualistisch in afhankelijk van persoonlijke ervaringen en interpretaties. Het is een los georganiseerde groep die samenhangt rond een aantal thema’s en belangen, maar geen afgebakend en exclusief geloofssysteem heeft.
Sociale differentatie
Slaat op twee ontwikkelingen eigen aan modernisatie. Enerzijds betrekking op de vorming van gespecialiseerde rollen en instellingen om tegemoet te komen aan specifieke maatschappelijke behoeften of aan functies die vroeger door een rol of instelling werden vervuld. Anderzijds slaat sociale differentiatie ook op een economische ontwikkeling, waarbij een steeds complexer geheel van beroepen en taken of een steeds complexere arbeidsdeling ontstaat.
Vermaatschappelijking
Een proces waarbij het maatschappelijke leven minder lokaal en meer supralokaal georganiseerd wordt.
Rationalisatie
Een transformatie van de cultuur. Stimuleert de zoektocht naar technisch efficiënte middelen om wereldse doelstellingen te bereiken.