Home
Explore
Exams
Search for anything
Login
Get started
Home
Language
Dutch
Nederlands stijlfiguren en beeldspraak
0.0
(0)
Rate it
Studied by 0 people
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards
Card Sorting
1/28
Earn XP
Description and Tags
HI! :) Good luck studying!!
Dutch
GoodLuckStudying
11th
Add tags
Study Analytics
All
Learn
Practice Test
Matching
Spaced Repetition
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced
No study sessions yet.
29 Terms
View all (29)
Star these 29
1
New cards
Vergelijking
een object wordt vergeleken met een beeld
2
New cards
Asyndetische vergelijking
een vergelijking zonder een verbindingswoord
3
New cards
Metafoor
vergelijking met alleen het beeld, zonder verbindingswoord of object
4
New cards
Personificatie
een levenloze zaak wordt menselijk gemaakt
5
New cards
Synesthesie
waarnemingen van twee zintuigen worden gecombineerd
6
New cards
Metonymia
deel van een geheel, geheel i.p.v. deel, materiaal i.p.v. product, maker i.p.v. product, servies i.p.v wat erop ligt, merknaam i.p.v. product
7
New cards
Stijlfiguren
maakt de tekst mooier
8
New cards
Woordspeling
taalgrapje om de toon minder ernstig te maken
9
New cards
Allusie
verwijzing naar een tekst, beroemd persoon of situatie
10
New cards
Eufemisme
verzachtende uitdrukking om grove termen te vermijden
11
New cards
Understatement
maakt een grote zaak kleiner
12
New cards
Litotes
je beweert iets door het tegendeel te ontkennen
13
New cards
Ironie
Milde vorm van spot, iemand bedoelt het tegenovergestelde van wat hij zegt
14
New cards
Hyperbool
overdrijving
15
New cards
Prolepsis
woorden met nadruk staan aan het begin van de zin
16
New cards
Anticipatie
iets wordt aangeduid met een verwijswoord en wordt later pas omschreven.
17
New cards
Repetito
je herhaalt hetzelfde woord
18
New cards
Anafoor
meerdere zinnen beginnen met dezelfde woorden
19
New cards
Tautologie
een begrip wordt herhaald met een synoniem
20
New cards
Pleonasme
een eigenschap wordt extra benadrukt
21
New cards
Enumeratie
lange opsomming
22
New cards
Drieslag
opsomming in 3en
23
New cards
Climax
elementen van opsomming nemen in sterkte toe
24
New cards
Omgekeerde climax
elementen van opsomming nemen in sterkte af
25
New cards
Antithese
tegenstelling van termen met tegenovergestelde eigenschappen
26
New cards
Chiasme
kruiststelling
27
New cards
Paradox
schijnbare tegenstelling
28
New cards
Oxymoron
twee tegengestelde begrippen gecombineerd
29
New cards
Retorische vraag
vraag waar je geen antwoord op verwacht