Parasitaire ziekten: schapen en geiten

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/114

flashcard set

Earn XP

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

115 Terms

1
New cards
*Cryptosporidium parvum* bij lammeren
* Diarree (bleek geel tot groen), gewichtsverlies, dehydratatie en sterfte (zeldzaam)
* Zelden cryptosporidiose bij dieren >1 maand
* Mortaliteit kan optreden, ook zonder menginfectie
2
New cards
Welke Giardia duodenalis assemblages komen voor bij schapen en geiten?
* A, B en E
* E is het meest voorkomend → niet zoonotisch
3
New cards
Giardia prevalentie Belgie kHKWs
* 80-100% bedrijven positief
4
New cards
Giardiose kHKW
* Meeste infecties asymptomatisch
* Er kan **chronische diarree bij lammeren** ontstaan
* Verminderde groei en gewichtsverlies
* Moeten hygiëne verbeteren
* diagnose en behandeling → zie rund → Fenbendazole p.o. 3d
5
New cards
Welke Eimeria species zijn meest pathogeen?
* **Eimeria ovinoidalis** bij schaap
* **Eimeria ninakolyakimovae** bij geit
* → zijn diersoort specifiek
6
New cards
Welke dieren zijn het meest gevoelig voor coccidiose?
* Lammeren van 1-2 maanden
* Zowel op __stal__ als __weide__
7
New cards
Klinische coccidiose kHKW
* Diarree met eventueel bloed
* Koorts kan, maar hypothermie ook
* Gedaalde eetlust, gewichtsverlies, dehydratatie,
* Sterfte → coccidiose is enorm pathogeen
8
New cards
Subklinische coccidiose kHKW
Verminderde eetlust en groei
9
New cards
Diagnose coccidiose
* Vermoedelijke diagnose o.b.v. klinische symptomen en anamnese, bevestigen met mestonderzoek.
* bv. lam rond 6w met diarree en verminderde eetlust + slechte hygiene op bedrijf
* **Kwalitatief onderzoek**: identificatie Eimeria species.
* (Kwantitatief onderzoek: McMaster)
* hoge uitscheiding mogelijk!
* bij acute coccidiose mogelijks nog geen uitscheiding

De __species terugvinden is belangrijker__ dan de hoeveelheid uitscheiding.
10
New cards
Behandeling coccidiose
* Heel efficiënt, eenmalige behandeling is voldoende
* Dicluzaril p.o. of toltrazuril p.o. (cfr rund)
11
New cards
Preventie coccidiose kHKW
* hygiene + geen te hoge besmettingsgraad
* (plan b: metafylactische behandeling op leeftijd van 4w)
12
New cards
Belangrijke verschillen met runderen maagdarmwormen (8)
* Weideseizoen is bij schapen langer
* Verschillen tussen nematoden in verband met weidebesmetting
* Weidebesmetting kan snel stijgen (kleiner fecesreservoir)
* Ooien grazen meestal samen met lammeren
* Groot belang van de 'peri-parturient rise' (geen groot gevaar wanneer vroeg in jaar en op stal gehouden)
* Ooi gevoeliger voor infecties
* Geïnhibeerde larven ontwikkelen zich (Haemonchus)
* Hogere worm ei-uitscheiding → Haemonchus
13
New cards
Belangrijkste maagdarmwormen schaap en geit
* Haemonchus contortus → lebmaag
* Teladorsagia (Ostertagia) circumcinta → lebmaag
* Trichostrongylus spp → lebmaag en dd
* Nematodirus spp. → dunne darm
14
New cards
Wanneer is Nematodirus infectieus?
* Pas als L3 uit het ei komt → dit gebeurt na langdurige koudeprikkel (winter) gevolgd door een warmteprikkel (lente)
* **Lenteprobleem** → komen allemaal tegelijk vrij → overleven slechts enkele weken op de wei
15
New cards
Risicofactoren Nematodirus (5)
* Lange (late) koudeprikkel, gevolgd door warm weer.
* Lammeren op een wei waar vorig jaar ook lammeren stonden.
* Enkel lammeren zijn gevoelig (immuniteit).
* Lammeren oud genoeg om gras te eten (**6-12 weken**)
* Co-infecties (coccidiose): zelfde leeftijd
* Stress (drielingen, 'lapmoeder', oude of jonge ooi, ...)
* Lange (late) koudeprikkel, gevolgd door warm weer.
* Lammeren op een wei waar vorig jaar ook lammeren stonden. 
  * Enkel lammeren zijn gevoelig (immuniteit). 
* Lammeren oud genoeg om gras te eten (**6-12 weken**) 
* Co-infecties (coccidiose): zelfde leeftijd 
* Stress (drielingen, 'lapmoeder', oude of jonge ooi, ...)
16
New cards
Pathologie Nematodirus
* Ziektetekens worden veroorzaakt door larvaire stadia.
* Zien bij lammeren diarree, vermageren, dehydratatie, dorst en sterfte.
* DDX = coccidiose
17
New cards
Epidemiologie Haemonchus contortus (4)
* L3 overleven niet op de weide → in de voorjaar 100% vd parasieten in de ooien
* overwintert in de ooi → ‘**peri-parturient rise**’
* hoge ei-uitscheiding
* L3 ontwikkelt snel bij warm weer → snelle stijging van weidebesmetting
18
New cards
Peri-parturient rise Haemonchus
Er is een immunosupressie rond de partus. Wormen gaan dan veel eieren produceren die de wei gaan contamineren.
19
New cards
Ziektetekens bij Haemonchus infectie
* Bij lammeren __en__ schapen
* **Anemie** (bloedzuigende wormen)
* (Submandibulaire) **oedeem**
* Donkere keutels, vermageren, sterfte
* **Geen diarree!**
20
New cards
DDX Haemonchus
Leverbot → als op natte weide!
21
New cards
Volgorde van parasieten op de weide
**Nematodirus** spp. → **Haemonchus** contortus → **Teladorsagia** circumcinta → **Trichostrongylus** spp.
22
New cards
Ziektetekens Teladorsagia
* Lammeren
* Diarree, vermageren
* Late zomer/herfst.
* (Soms lente door hypobiose) → almost never
23
New cards
Kenmerken Trichuris ovis (5)
* Zweepworm dikke darm
* Eieren kunnen ook op stal ontwikkelen
* Graaft in epitheel en gaat capillairen aanbijten = **hematofaag**
* **Meestal lichte infecties** die onopgemerkt blijven
* Soms zware stalinfecties op vuile bedrijven → typhlitis (caecum ontsteking) en diarree met bloed
24
New cards
Trichostrongylus soorten
* T. axei in lebmaag, maar is minder van belang
* T. colubriformis en T. vitrinus in dunne darm
25
New cards
Trichostrongylus in dunne darm (6)
* Atrofie villi dd
* Verminderde darmmotiliteit
* Verminderde enzym activiteit
* Ontsteking lamina propria
* Typisch **donkerkleurige diarree** = black scour, in **herfst en vroege winter**
26
New cards
Trichostrongylus geeft vooral problemen bij ... ?
(Oudere) lammeren. Minder frequent bij volwassen schapen.
27
New cards
Trichostrongylus komt vaak samen met … voor
Teladorsagia circumcinta
28
New cards
Diagnose maagdarmwormen khkw
* Indicatie op basis van symptomen, seizoen, weer, leeftijd en ontwormingsschema
* Bevestigen met mestonderzoek: McMaster of MiniFlotac
* schapenhouders more likely to do it
29
New cards
Cutoff waarde Nematodirus
100 EPG

→ grens lager → nematodirus eieren zijn zo groot en zwaar → wij missen altijd wat eieren dus is een __onderschatting__
30
New cards
Cutoff waarde strongyliden
500 EPG

→ hoger dan bij rund
31
New cards
Waarom worden lammeren met diarree best niet bemonsterd?
Kunnen een vals negatief resultaat geven door verdunning
32
New cards
Problemen bij mestonderzoek (4)
* Bemonsteren op wei
* Meerdere stalen nodig
* Invloed van fecesconcentratie (verdunning)
* Interpretatie van de resultaten
33
New cards
Monstername voor mestonderzoek
* verse faeces rectaal of van de grond (boven op mestplak → bodemmateriaal vermijden)
* koel bewaren (niet invriezen)
34
New cards
Behandeling maagdarmwormen
Verschillende opties:

* (Benzimidazoles p.o.: albendazole of fenbendazole)
* Bij geiten hogere dosis: x1.5.
* Gebruik wordt niet aangeraden wegens resistentie!
* **Macrocyclische lactonen**
* Ivermectine SC → pijnlijke injectie
* Moxidectine (p.o.) heeft persisterende werking van 5 weken → andere ML ±geen bij kHKWs
* Resistentie → in minder mate
* **Monepantel p.o** → specifiek voor kleine HKW
* geen kruisresistentie met andere anthelmintica
* zien wel al resistentie
* marketed as useful during quarantine
35
New cards
Preventie maagdarmnematoden
* Weidebeheer: minder weidebezetting (15-20 per hectare), rotatie
* Preventief ontwormen
36
New cards
Klassiek ontwormschema
* Ooi ontwormen bij de partus (niet bij melkproductie)
* tegen peri-parturient rise
* Lammeren regelmatig ontwormen tijdens weideseizoen:
* Macrocyclische lactonen
* **Ivermectine SC: 1x per maand**
* **Doramectine IM: 1x per maand**
* **Moxidectine PO: op 4 en 12 weken**
* Bij quarantaine **Monepantel PO**
* nadeel: oveconsumptie anthelmintica → resistentie!
37
New cards
Definitie van resistentie
= Wanneer in een populatie een groter aantal individuen de aanbevolen dosering anthelminthicum overleeft dan in een gevoelige populatie (10%)

→ erfelijk!
38
New cards
Nevenresistentie
Resistentie tegenover een anthelminthicum is het resultaat van selectie door een anthelminthicum met een **gelijkaardig werkingsmechanisme**.

Komt frequent voor.
39
New cards
Kruisresistentie
Resistentie tegenover een anthelminthicum is het resultaat van selectie door een anthelminthicum met een **verschillend werkingsmechanisme**.

Is eerder zeldzaam → minder belangrijk
40
New cards
Multipele resistentie
* Resistentie tegenover anthelminthica met verschillende werkingsmechanismen (t**en gevolge van selectie met elke groep**).
* Komt meer en meer voor wereldwijd
* → als je beginnende resistentie ziet → switchen!
41
New cards
Resistentie in Vlaanderen kHKW
* Op 1/3 van de bedrijven waar ML worden gebruikt, zien we resistentie
* Resistentie tegen benzimidazoles op alle bedrijven
42
New cards
Factoren die resistentie ontwikkeling beïnvloeden
* Onderdosering
* Behandelingsfrequentie
* Langdurig gebruik van dezelfde groep anthelminthica
* Tijdstip van behandelen: *refugia* zo groot mogelijk houden
* Proportie behandelde dieren: *refugia*
43
New cards
Refugia
Deel van de wormpopulatie die ontsnapt aan selectiedruk
44
New cards
Met welke test kunnen we resistentie meten?
* **FECRT** = faecal egg count reduction test
* We verwachten normaal een reductie van 90-95% na behandeling
* Gebruiken hiervoor MiniFlotac → gevoeligheid 5 epg
* Nemeen individuele stalen of mengstalen
45
New cards
Hoe kunnen we resistentie uitstellen/vertragen?
* Quarantaine en behandeling van aangekochte dieren
* Correct doseren (wegen), vasten (BZ)
* Gebruik geen BZ, tenzij gecontroleerd wordt of ze (nog) werken
* Niet verplaatsen naar zuivere wei bij behandeling
* Niet elk jaar dezelfde klasse anthelminthica gebruiken
* Test jaarlijks de werkzaamheid van de gebruikte anthelminthica
* Niet te vaak ontwormen
46
New cards
Strategieën voor doelgericht ontwormen
* Targeted treatment (TT): Heel de kudde, enkel wanneer nodig
* Targeted selective treatment (TST): Individuele lammeren, enkel wanneer nodig
47
New cards
Criteria voor behandeling
* Morbiditeit: diarree (dag = score bevuiling achterhand), anemie (FAMACHA = kleurkaart)
* Productie: gewicht, conditiescore (BCS)
* Parasitologisch: uitscheiding wormeieren
48
New cards
FAMACHA
* kleurkaart voor anemie
* kijken naar conjunctiva
* enkel gebruikt voor Haemonchus
* kleurkaart voor anemie
* kijken naar conjunctiva
* enkel gebruikt voor Haemonchus
49
New cards
‘dag’ score
* bevuildheid van de achterhand bepalen
* score van 1-5
* bevuildheid van de achterhand bepalen
* score van 1-5
50
New cards
Voordelen gebruik van dag score en FAMACHA als criteria voor behandeling
* Goedkoop
* Verminderd gebruik van anthelminthica
* Dieren worden regelmatig onderzocht
* Goede genetische correlatie met 'breeding values' voor productiviteit → slechte presteerders niet aanhouden
51
New cards
Nadelen gebruik van dag score en FAMACHA als criteria voor behandeling
* Veel werk
* Niet specifiek: andere oorzaken van symptomen
* FAMACHA alleen voor Haemonchus
* Lage gevoeligheid → productiviteit blijft niet altijd goed
* Loopt achter de feiten aan → dier al symptomen
52
New cards
BCS als criteria voor behandeling
* score 1 en 2: uitgemergeld tot mager → **behandelen**
* score 3-5: **niet behandelen**
53
New cards
Gewichtstoename als criteria voor behandeling
* 1 of 2x per maand wegen
* verschillende mogelijkheden
* gewichtsaanzet 20% minder dan voorzien → **behandelen**
* 10% beste groeiers → **niet behandelen**
54
New cards
Voordelen van het gebruik van BCS en gewicht als criteria voor behandeling
* Productiviteit blijft goed
* Verminderd gebruik van anthelminthica
* Werkt voor alle maagdarm-nematoden
* Houdt rekening met gastheer-parasiet interactie
* Slechte presteerders niet aanhouden
55
New cards
Nadelen van het gebruik van BCS en gewicht als criteria voor behandeling
* Veel werk en/of investering nodig (automatisatie)
* Niet specifiek: andere oorzaken van symptomen
56
New cards
Mengstalen voor mestonderzoek als criteria voor behandeling
* max 10 stalen
* 4 tal verse keutels per lam in plastic zak
* bodemmateriaal en gras vermijden (vrijlevende nematoden)
* grondig mengen → kneden
* koel bewaren
* op aanvraagformulier vermelden: mengmest
57
New cards
Interpretatie mestonderzoek voor behandeling
* targeted treatment, TT
* **alle dieren behandelen als gemiddelde EPG te hoog**
* nematodirus > 100 EPG → behandelen
* strongyliden > 500 EPG → behandelen
* nemen klinische beeld ook mee in beslissing!
* targeted strategic treatment, TST
* **individuele** dieren behandelen als EPG te hoog
* nematodirus > 100 EPG → behandelen
* strongyliden > 500 EPG → behandelen
* dieren met EPG > gemiddelde van de groep behandelen
58
New cards
Alternatieve controlemaatregelen
* Proteïnerijke voeding → hard/costly to add feed for sheep
* Planten met anti-parasitaire bestanddelen (bv tannines): klaver, esparcette, chicorei
* Koperoxide partikels (Haemonchus)
* Genetische selectie → op basis van FEC, op basis van morbiditeitsparameters (dag score)
* Vaccinatie (Haemonchus)
59
New cards
Welke Moniezia species zien we bij schaap en geit?
Moniezia expansa
60
New cards
Diagnose Moniezia
Aantonen proglottiden of eieren in feces
61
New cards
Monieziosis khkw (6)
* lintworm in dd
* vrij hoge prevalentie?
* infectie via opname tgh: mosmijten
* PPP: ±40 d
* geen ontwikkeling van immuniteit
* weinig pathogeen → soms obstructie bij lammeren

→ zie rund
62
New cards
Behandeling Moniezia
Benzimidazoles p.o. = albendazole of fenbendazole (dubbele dosis)
63
New cards
Epidemiologie Skrjabinema
* kleine nematoden in DD
* vrouwelijke worm legt eieren peri-anaal en op perineum
* PPP < 30d
64
New cards
Symptomen Skrjabinema infectie
* Peri-anale jeuk en onrust
* Bij erge jeuk en onrust kan een verminderde productie optreden
* Meestal op stal (melkgeiten) → schuren met achterzijde tegen muuren etc.
65
New cards
Diagnose Skrjabinema
Tape-strip van anus op draagglaasje. Hierop kunnen we dan eieren aantonen → typische asymmetrische vorm
66
New cards
Behandeling Skrjabinema
Macrocyclische lactones gecombineerd met hygiënische maatregelen
67
New cards
Leverbot
* Grote leverbot = Fasciola hepatica
* Kleine leverbot = Dicrocoelium dendriticum
* Epidemiologie → zie rund
68
New cards
Welke stadia van Fasciola hepatica zijn belangrijk?
* Migrerende adolescaria in de lever
* Volwassen leverbotten in galgangen

\
Schapen zijn zeer gevoelig voor Fasciola infecties → geen immuniteitsopbouw, geen leverfibrose dus alle leeftijden gevoelig
69
New cards
Acute fasciolis (3)
* Anorexie
* Gezwollen abdomen
* Plotse sterfte
* (o.a. door secundaire infectie met Clostridium novyi)
70
New cards
Chronische fasciolis (8)
* Productievermindering
* Anorexie
* Anemie → belangrijk voor de diagnose!
* Oedeem
* Ascites
* Diarree
* Knarsetanden
* Sterfte

→ hoeven niet allemaal op te treden!
71
New cards
DDX Fasciolis
Haemonchus (als op droge weide en geen diarree)
72
New cards
Diagnose Faciola hepatica
* anamnese, symptomen → vochtige wei voor tgh
* mestonderzoek
* aantonen Fasciola eieren → vanaf 8-14 weken p.i.
* sedimentatie-flotatie of MiniFlotac met ZnCl2
* botvanger → zeefmethoden
* als 1 diere eieren heeft dan heb je je diagnose
* autopsie! → leverbotten in galgangen
73
New cards
Behandeling Fasciola
* **Closantel p.o.** of **SC**
* werkt ook tegen Haemonchus (DDX)
* enkel tegen volwassen leverbotten
* Benzimidazoles:
* Albendazole PO; volwassen leverbot → hogere dosis
* **Triclabendazole PO**: __juveniele__ en volwassen leverbot (resistentie!) → als nog niet resistent = de voorkeur
74
New cards
Diagnose Taenia hydatigena cysticercose
* Vaak toevalsbevinding (autopsie) of slachthuisbevinding (afgekeurd)
* Zien cysticerci op lever, buikholte en mesenterium
75
New cards
Preventie Cysticercose
* egh = hond → geen slachtafval aan honden voeren
* honden ontwormen met praziquantel
76
New cards
Welke longwormen zijn belangrijk?
Kleine longwormen:

* **Muellerius capillaris!** → volwassen worm in parenchym
* Protostrongylus rufescens → volwassen worm in bronchiën
* Cystocaulus ocreatus
77
New cards
Epidemiologie kleine longwormen
* PPP: 5-6 weken → L1 in faeces
* tgh: slakken
* volwassen wormen in longen
* protostrongylus → bronchien
* m. capillaris: parenchym
* weinig immuniteit
78
New cards
Schade kleine longwormen
* Muelleris → boven het long oppervlak uitstekende nodulen
* Protostrongylus → bronchitis

Bij __schapen__ meestal __asymptomatische__ infecties, __geiten__ gaan soms __hoesten__
79
New cards
Diagnose longworm
* Enkel als er symptomen zijn
* Gaan in verse mest op zoek naar L1 larven met Baermann methode
* Larven zijn makkelijk te herkennen
80
New cards
Behandeling longworm bij schaap
* Doramectine i.m.: meest aangewezen
* Ivermectine s.c. ('off label')
* Moxidectine p.o. ('off label')
* geen preventieve maatregelen
81
New cards
Behandeling longworm bij geit
* Ivermectine s.c. (niet geregistreerd)
* Eprinomectine pour-on (niet geregistreerd)
* geen preventieve maatregelen
82
New cards
Cyclus toxoplasma gondii
* EGH = katachtigen
* In de kat geslachtelijke vermenigvuldiging en uitscheiding oöcysten
* Oöcysten sporuleren in de buitenwereld en zijn dan infectieus.
* TGH kunnen geïnfecteerd worden (ook mens)
* Kat wordt besmet door weefselcysten TGH
83
New cards
Toxoplasma genotypes
I, II en III

Meerderheid van de kudde is besmet, meestal met genotype II
84
New cards
Besmetting schapen met Toxoplasma
* orale opname gesporuleerde oocysten
* **exogene** transplacentaire transmissie! → infectie met parasiet **tijdens** de dracht
85
New cards
Pathogenese Toxoplasma
* Sporozoïeten dringen in darmwand
* Tachyzoïeten kunnen zich over het hele lichaam verspreiden via het bloed (parasitemie)
* zo kunnen uterus en placenta geïnvadeerd worden
* gaan vermenigvuldigen in placenta en foetus 10-20d p.i.
* placentitis → abortus
86
New cards
Abortus door Toxoplasma
Vooral bij eerste dracht

* Begin van de dracht: foetale sterfte, resorptie
* Voor dag 120: abortus
* Na dag 120: gezonde, immune lammeren
87
New cards
Zoonotisch aspect Toxoplasma
* abortus bij primo-infectie tijdens zwangerschap
* congenitale afwijkingen
88
New cards
Diagnose Toxoplasma
* **Focus op placenta** → placentitis belangrijkste oorzaak abortus
* Snelle degeneratie en kleine necrotische letsels op cotyledonen
* Letsels bevestigen met immunohistochemie en PCR
* Foetus minder onderzocht.
* (Kunnen necrotische vlekjes zien op de lever en non-purulente meningo-encephalitis. Bevestigen met PCR. )
* Antilichamen bij foetus
89
New cards
Behandeling Toxoplasma
Geen
90
New cards
Preventie Toxoplasma (4)
* Knaagdieren bestrijden, kattenpopulatie controleren?
* Geaborteerde foeti verwijderen
* Geen oppervlaktewater als drinkwater; rivieren vaak gecontamineerd met oöcysten
* Vaccin, maar hier niet op de markt → werkt wel goed
91
New cards
Teken bij schapen en geiten
cfr rund
92
New cards
Belangrijkste mijt bij het schaap
Psoroptes

→ op oren en flanken
93
New cards
Pathogenese Psoroptes schaap
* Immuun gemedieerde allergische reactie tegenover de faeces van de mijten
* Inflammatie, erytheem, wolverlies en __zeer erge jeuk__
* Schuurletsels → flarden wol aan de dieren = indicatief
94
New cards
DDX hevige jeuk
* schurftmijten
* luizen (minder erge jeuk)
95
New cards
Mijten bij de geit
* Sarcoptes als __kopschurft__, maar kan over hele lichaam verspreiden
* Chorioptes als pootschurft, __vaak subklinisch__
* Psoroptes vooral op __oren__ en flank
96
New cards
Diagnose mijt
* Symptomen en lokalisatie zijn indactief
* Bevestigen met huidafkrabsels
* direct onderzoek → als negatief: indirect onderzoek
* Serologie
* hoge Se en Sp
* detecteert Ab vanaf 2 weken p.i.
97
New cards
Behandeling mijt
* Macrocyclische lactonen 2 x met 7 dagen interval:
* **Ivermectine SC, Doramectine IM**
* Topicale acariciden 2 x met 7 dagen interval: **Foxim**
* (wassen en sprayen bij de geit, dipping bij schaap en geit). → Dippen is het meest efficiënt.
98
New cards
Welke steekluizen zien we bij schaap en geit?
* Linognatus ovillus bij schaap
* Linognatus stenopsis bij geit
* = diersoortspecifiek + **zeldzaam**
99
New cards
Welke bijtluizen zien we bij schaap en geit?
* **Bovicola (damalinia) ovis** bij schaap
* **Damalinia caprae** bij geit
* = diersoortspecifiek
100
New cards
Symptomen (+diagnose) bijtluizen
* Jeuk, schuurletsels en wolverlies
* Vooral in de winter
* Diagnose: symptomen + huidafkrabsel (microscopisch onderzoek)