1/5
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Franse Revolutie (1789).
Context:
Ideologie:
Resultaat:
Context: Het gewone volk komt in opstand tegen de achterstelling en onderdrukking tijdens het ancien régime in Frankrijk.
Ideologie: Revolutionairen baseren zich op de verlichte ideeën van vrijheid en gelijkheid voor alle burgers.
Resultaat: Een tumultueuze periode, politieke tegenstanders worden geëlimineerd, en Frankrijk is in chaos en oorlog met buurlanden.
Generaal Napoleon Bonaparte.
Rol tijdens Revolutie:
Reden voor populariteit:
Staatsgreep:
Rol tijdens Revolutie: Maakt promotie in het leger gedurende de Franse Revolutie.
Reden voor populariteit: Wordt gezien als iemand die Frankrijk kan redden uit de wanorde dankzij zijn militaire capaciteiten.
Staatsgreep: In 1799 pleegt Napoleon een staatsgreep met de steun van het leger.
Afbeeldingen Napoleon:
Regering onder Napoleon:
Keizer:
Afbeeldingen: Napoleon wordt in Franse schilderijen vaak positief, machtig en heldhaftig voorgesteld, terwijl Britse schilderijen hem negatief, klein en zwak afbeelden.
Regering onder Napoleon: Uitvoerende en wetgevende macht; Napoleon is de 1e consul. Macht lijkt verdeeld, maar Napoleon heeft feitelijk alle macht.
Keizer: In 1804 kroont Napoleon zichzelf tot keizer.
Populaire maatregelen:
Continuïteit en verandering:
Populaire maatregelen: Napoleon maakt zich populair door geestelijken en adel die tijdens de revolutie waren gevlucht terug te laten keren, sluit vrede met buitenlandse vijanden, en sluit een concordaat met de paus waardoor de katholieke godsdienst belangrijk wordt in Frankrijk.
Continuïteit en verandering: Napoleon introduceert veranderingen zoals geen volledige soevereiniteit, geen scheiding der machten, en absolute macht, maar biedt ook kansen voor carrière voor het gewone volk.
Expansie en conflict:
Handelsblokkade tegen VK:
Slag bij Trafalgar (1805):
Terugval van Napoleon:
Expansie en conflict: Napoleon begint nieuwe periode van geweld, drijfveer is machtswellust en verspreiding van Franse ideeën over Europa.
Handelsblokkade tegen VK: Napoleon probeerde de economische macht van het VK te breken door handelsroutes en havens te blokkeren.
Slag bij Trafalgar (1805): Beslissende zeeslag voor de kust van Spanje waarbij de Britse Royal Navy de gecombineerde Franse-Spaanse vloot versloeg. Dit behield de Britse controle over de zeeën en verzwakte de Franse marine.
Terugval van Napoleon: Verliest veldtocht tegen Rusland, volkerenslag tegen Rusland, Pruisen en Oostenrijk, verbanning naar Elba, keert terug maar verliest bij Waterloo, verbanning naar Sint-Helena.
Modernisering:
Modernisering: Napoleon schuift democratische ideeën opzij maar voert andere moderniseringen door, zoals nieuwe wetboeken (Code Civil) waarin iedereen gelijk is (behalve vrouwen), herindeling van landen in departementen, en invoering van de burgerlijke stand.