Dierkunde 2 (beter)

0.0(0)
studied byStudied by 7 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/71

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

72 Terms

1
New cards

Homeostase

Het behouden van een stabiel intern milieu ondanks externe veranderingen.

2
New cards

Cephalisatie

De concentratie van zenuwweefsel en zintuigen aan de voorzijde van een dier.

3
New cards

Fenotypische kenmerken

Waarneembare eigenschappen van een organisme, beïnvloed door genen en omgeving.

4
New cards

Analoog kenmerk

Gelijkende kenmerken bij verschillende soorten zonder gemeenschappelijke voorouder volgens evolutie theorie.

5
New cards

Prion

Een verkeerd gevouwen eiwit dat andere eiwitten misvormt en ziekten veroorzaakt.

6
New cards

Spina bifida

Aangeboren afwijking waarbij de neurale buis zich niet volledig sluit.

7
New cards

Gastrulatie

Vorming van drie kiemlagen tijdens de vroege embryonale ontwikkeling.

8
New cards

Hermafrodiet

Een organisme met zowel mannelijke als vrouwelijke voortplantingsorganen.

9
New cards

Neurulatie

Proces waarbij de neurale buis ontstaat, waaruit het zenuwstelsel zich ontwikkelt.

10
New cards

Reductiedeling

Celdeling (meiose) waarbij het aantal chromosomen wordt gehalveerd voor voortplanting.

11
New cards

Mucosa

Slijmvlies dat de binnenkant van organen zoals darmen en luchtwegen bekleedt.

12
New cards

Kwantitatieve kenmerken

Eigenschappen die variëren in gradaties en door meerdere genen worden beïnvloed.

13
New cards

Pseudocoelomaat

Dier met een lichaamsholte die niet volledig omgeven is door mesoderm.

14
New cards

Mesolecithaal

Eicel met een matige hoeveelheid dooier, zoals bij amfibieën.

15
New cards

Eukaryoot

Organisme met cellen die een echte celkern en organellen bevatten.

16
New cards

Mesomeer

intermediair mesomeer, middelste deel van de mesoderm.

17
New cards

Cnidoblast

Een gespecialiseerde cel bij neteldieren die netelcellen bevat voor verdediging of jacht.

18
New cards

Notochord

Een flexibele staaf die structuur biedt in de embryonale fase, later vervangen door de wervelkolom.

19
New cards

Germinatieve cellen

Voortplantingscellen (zaadcellen en eicellen) die genetisch materiaal doorgeven.

20
New cards

Open circulatiesysteem

Bloedsomloop waarbij bloed vrij in lichaamsholten stroomt in plaats van door gesloten vaten.

21
New cards

Proto-nefron

Eenvoudig excretiesysteem bij ongewervelden dat helpt bij afvalverwijdering.

22
New cards

Hydrozoa

Een klasse binnen de neteldieren, waaronder kwallen en hydra’s.

23
New cards

Myofilamenten

Eiwitstructuren in spiercellen die spiercontractie mogelijk maken.

24
New cards

Diploblast

Dier met twee kiemlagen (ectoderm en endoderm) in de embryonale fase.

25
New cards

Haploïd

Cel met een enkele set chromosomen, zoals een zaadcel of eicel.

26
New cards

QWBA

Techniek om de verdeling van radioactieve stoffen in een organisme te meten.

27
New cards

Open field test

Test die het angst- en exploratiegedrag van dieren in een open ruimte meet.

28
New cards

I.M. (Intramusculair)

Injectie direct in de spier, vaak gebruikt voor medicatie bij dieren.

29
New cards

Gavage

Voedingsmethode waarbij een sonde direct in de maag wordt geplaatst.

30
New cards

Transgene muis

Muis met genetische modificaties om bepaalde genen te bestuderen.

31
New cards

Barbituraat

Kalmerend middel dat het zenuwstelsel onderdrukt en bij anesthesie wordt gebruikt.

32
New cards

IVC

Geventileerde kooien voor laboratoriumdieren, verbeteren hygiëne en luchtcirculatie.

33
New cards

Jejunum

Middelste deel van de dunne darm dat voedingsstoffen opneemt.

34
New cards

Metabole kooi

Speciaal ontworpen kooi om stofwisselingsprocessen bij dieren te meten.

35
New cards

Grooming

Verzorgingsgedrag bij dieren, zoals vachtverzorging of schoonlikken.

36
New cards

Cupping

Therapeutische techniek waarbij vacuüm op de huid wordt gecreëerd.

37
New cards

Barnes maze

Gedragstest bij knaagdieren om ruimtelijk geheugen en leervermogen te meten.

38
New cards

Syncytium

Een celstructuur met meerdere celkernen zonder onderverdeling door membranen.

39
New cards

Nefron

Functionele eenheid van de nier die bloed filtert en urine vormt.

40
New cards

Sinoatriale knoop

Natuurlijke pacemaker van het hart die het hartritme regelt.

41
New cards

Myofibrillen

Spiervezels die bestaan uit myofilamenten en zorgen voor spiercontractie.

42
New cards

Monotremata

Eierleggende zoogdieren zoals het vogelbekdier en de mierenegel.

43
New cards

Mucosa

Slijmvlies dat interne organen bekleedt en bescherming biedt.

44
New cards

Trachea

Luchtpijp die lucht naar de longen transporteert.

45
New cards

Ecdysis

Vervelling bij geleedpotigen, waarbij ze hun oude exoskelet afwerpen.

46
New cards

Pseudocoeloom

Een lichaamsholte die niet volledig is omgeven door mesoderm, zoals bij rondwormen.

47
New cards

Homeobox

Genfamilie die de embryonale ontwikkeling en lichaamsbouw reguleert.

48
New cards

Mesoderm

Middelste kiemlaag waaruit spieren, botten en bloedvaten ontstaan.

49
New cards

Zygote

Eerste cel die ontstaat na de versmelting van een eicel en een zaadcel.

50
New cards

Wire suspension test

Test om spierkracht en coördinatie bij knaagdieren te meten.

51
New cards

Ileum

Het laatste deel van de dunne darm, betrokken bij de opname van voedingsstoffen.

52
New cards

Telemetry

Techniek om fysiologische gegevens van dieren op afstand te meten.

53
New cards

Stylet

Stekelig orgaan gebruikt door parasieten of insecten om voedsel op te nemen.

54
New cards

Chitine

Structuureiwit dat het exoskelet van insecten en schimmels vormt.

55
New cards

Deuterostoma

Groep dieren waarbij de anus zich vóór de mond ontwikkelt in het embryo.

56
New cards

Hirudinea

Klasse van bloedzuigers binnen de ringwormen

57
New cards

Ganglion

Groepering van cellichamen van zenuwcellen

58
New cards

Farynx

Voorste deel van de darmtractus

59
New cards

Integument

Lichaamswand

60
New cards

Oesophagus

Slokdarm

61
New cards

Agnaat

Kaakloos

62
New cards

Eutelie

Celconstantie

63
New cards

Vector

Overdrager van infecties

64
New cards

Terretisch

Op land levend

65
New cards

Proventriculus

spiermaag voor mechanische voedselverwerking

66
New cards

Vinstralen

Steunelementjes in vissen

67
New cards

Alvelolus

Longblaasje

68
New cards

Cuticula

Beschermende afdekking van lichaamswand

69
New cards

Epidermis

buitenste cellulaire laag van het integument, afkomstig van het ectoderm. Deze produceert het cuticulaire exoskelet

70
New cards

Buizen van malpighi

organen in de vorm van lange dunne buisjes bij

de insecten die onder andere zorgen voor de afvoer van de afvalstoffen

van het verteringsstelsel en soms de popvorming.

71
New cards

Chiniteuze monddelen

Cuticulaire structuren voor de werking van voedsel

72
New cards