Oefening 9.

studied byStudied by 1 person
0.0(0)
learn
LearnA personalized and smart learning plan
exam
Practice TestTake a test on your terms and definitions
spaced repetition
Spaced RepetitionScientifically backed study method
heart puzzle
Matching GameHow quick can you match all your cards?
flashcards
FlashcardsStudy terms and definitions

1 / 11

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Dutch

12 Terms

1

Ik kan niet goed met hem opschieten.

We hebben geen goede relatie.

New cards
2

Hij zinspeelt op ons vorige gesprek.

Hij verwijst naar ons vorige gesprek.

New cards
3

Ik zwicht voor zijn voorstel.

Ik geef toe.

New cards
4

Wij hebben ons op de afstand verkeken.

Wij hebben ons vergist.

New cards
5

Hij is uit op een overwinning.

Zijn doel is een overwinning.

New cards
6

Zij doet zich tegoed aan al dat lekkers.

Zij eet veel en lekker.

New cards
7

Je weet het, ik sta achter je.

Je kunt op me rekenen.

New cards
8

Ik snak naar een glas melk.

Ik wil heel graag een glas melk.

New cards
9

De organisatie komt op mij neer.

Ik moet alles alleen organiseren.

New cards
10

Dat is in strijd met de wet.

Dat mag niet volgens de wet.

New cards
11

Hij zet zich in voor die actie.

Hij neemt actief deel aan die actie.

New cards
12

Het onweer ging gepaard met hevige windstoten.

Tijdens het onweer waren er windstoten.

New cards
robot