dominante cultuur
de normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land
subcultuur
de cultuur van een kleine groep mensen binnen de sameleving.
soorten subcultuur
geloof, muziek, werk, politiek, woonplaats en land van herkomst
pluriforme samenleving
een samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijl
vooroordeel
is een oordeel over iemand of iets zonder dat je de feiten of de persoon kent
stereotype
een vooroordeel dat niet op 1 persoon slaat, maar op een hele groep
discriminatie
mensen in dezelfde situatie worden anders behandeld, zoals de culturele achtergrond, uiterlijk en leeftijd
tolerantie
je hebt er geen probleem mee dat mensen anders zijn of andere normen en waarden hebben dan jij
immigratie
mensen uit andere landen zijn in nederland komen wonen en brachten hun eigen cultuur mee
emigreren
verhuizen naar een ander land en is niet altijd makkelijk
allochtoon
als jij of een van de ouders in het buitenland geboren en opgegroeid is
autochtoon
als jij of beide ouders in nederland geboren zijn
illegalen
mensen die geen toestemming hebben om hier te wonen en werken
individualistisch
mensen vinden het belangrijk om hun eigen keuzes in het leven te maken
collectivistisch
familiebanden en gezamenlijke tradities erg belangrijk zijn: je denkt meer vanuit het belang van je familie dan als individu
assimilatie
je vervangt heel veel van je eigen cultuur door de dominante cultuur van het land waar je woont
segregatie
er is een sterke scheiding tussen bevolkingsgroepen
integratie
nieuwkommers nemen Nederlandse gewoontes over, maar ook veel dingen houden van de eigen cultuur
basisregels
recht op eigen godsdienst, vrijheid van meningsuiting en verbod op discriminatie
grenzen vrijheid van meningsuiting
homohaat, vrouwenhaat of gelovigen kunnen zich gediscrimineerd voelen door niet-gelovigen
gematigde gelovigen
zij vinden dat je de bijbel en de koran niet letterlijk moet lezen, maar wel op de belangrijkste boodschappen
fundamentalisten
zij vinden dat je alles in de heilige boeken wel letterlijk moet nemen
communicatie
het doorgeven en ontvangen van informatie
medium
een middel om te communiceren
non verbale communicatie
ook als we niets zeggen, kunnen we gevoelens of gedachten doorgeven met gebaren, houding en uitstraling
verbale communicatie
als je woorden gebruikt bij het praten of schrijven
eenzijdige communicatie
je ontvangt alleen info en kunt niet reageren
tweezijdige communicatie
je bent tegelijk de zender en de ontvanger
massacomunicatie
miljoenen kijkers en luisteraars bij progamma's
massamedia
media die een groot publiek hebben
kwaliteitskranten
ze geven vaker uitgebreide achtergrondinfo bij het politieke en economische nieuws
doelgroep
een groep mensen met dezelfde kenmerken en belangstelling
omroepen
organisaties die via radio, tv en internet informatie uitzenden naar een groot publiek
commerciele omroep
een bedrijf dat vooral als doel heeft geld te verdienen met zijn uitzendingen
publieke omroep
zij krijgen geld van de overheid afkomstig van belastinggeld en reclameopbrengsten
mediawet
progammamakers moeten er zijn voor alle doelgroepen
persbureaus
bedrijven waar journalisten nieuws uit binnen en buitenland verzamelen
hoor en wederhoor
beide partijen aan het woord laten
beeldvorming
je vormt je steeds een beeld van iets, iemand of een situatie maar klopt niet altijd
selectieve waarneming
je kiest zelf wat je wilt zien en wilt horen
informatieve functie
er is vrije informatie en info over alles wat er in de wereld gebeurt
controle en waakhondfuntie
de media kijken of politici wel goed hun werk doen
socialiserende functie
via de media in contact komen met allerlei normen en waarden binnen de samenleving
indoctrinatie
er wordt voortdurend een bepaalde mening aangedrongen
soorten reclames
slogan, ideaalbeelden, gevoelens worden opgeroepen en verborgen
manipulatie
feiten worden met opzet weggelaten of veranderd
privacy
recht op een priveleven en is in de grondwet opgenomen
online profilering
bedrijven verzamelen met behulp van cookies gegevens over jou en maken daarmee een digitaal profiel aan