se saluer
elkaar begroeten
prendre congé de quelqu'un
afscheid nemen van iemand
faire la connaissance de quelqu'un
met iemand kennismaken
Bonjour, Madame
Goedendag, mevrouw
Monsieur
meneer
Mademoiselle
juffrouw
ça va?
gaat het?
ça va bien.
Het gaat goed.
Et toi?
En met jou?
Et vous?
En met u?
Comment ça va?
Hoe gaat het?
Salut!
Dag!
Au revoir!
Tot weerziens!/Tot ziens!
À bientôt!
Tot binnenkort!/Tot gauw!
Tu donneras le bonjour à ton père?
Doe je de groeten aan je vader?
Je n'y manquerai pas!
Dat doe ik zeker!
remercier
bedanken
Merci!
Bedankt!/ Dank u!
Merci beaucoup!
Hartelijk bedankt!
Merci bien!
Dank u wel!
Non, merci!
Neen, dank u!
De rien!
Graag gedaan!/ Zonder dank!
des formules de politesse
beleefdheidsuitdrukkingen
s'il vous plaît?/ s.v.p.?
alstublieft?/ a.u.b.?
s'il te plaît?/ s.t.p.?
alsjeblieft?
Pardon.
Sorry./ Pardon.
Excusez-moi
Excuseer mij
exprimer ses sentiments
zijn gevoelens uitdrukken
heureux, heureuse
gelukkig
malheureux, malheureuse
ongelukkig
triste
triestig/ droevig
content
tevreden/ blij
sympa
sympatiek
bien
goed
mal
slecht
amoureux, amoureuse
verliefd
aimer
houden van
l'attitude
de attitude/ de houding/het gedrag
l'autorité
het gezag
le calme
de rust
le caractère
het karakter
le courage
de moed
la colère
de woede
le comportement
het gedrag
la description
de beschrijving
la gentillesse
de vriendelijkheid
l'habitude
de gewoonte
la patience
het geduld
la personnalité
de persoonlijkheid
la politesse
de beleefdheid
la prudence
de voorzichtigheid
actif, active
actief
adroit
handig
agréable
aangenaam
agressif, agressive
agressief
amusant
leuk/ grappig
autoritaire
autoritair
aventureux, aventureuse
avontuurlijk
bête
dom
calme
kalm
comique
komisch
courageux, courageuse
moedig
créatif, créative
creatief
désagréable
onaangenaam/ vervelend
distrait
verstrooid
doux, douce
zacht
drôle
grappig
dur
hard
dynamique
dynamisch
fâché
boos
fatigué
moe
gai
vrolijk
gâté
verwend
honnête
eerlijk
impoli
onbeleefd
intelligent
intelligent
intéressant
interessant
irritant
irritant
jaloux, jalouse
jaloers
joyeux, joyeuse
vrolijk
libre
vrij
macho
macho
maladroit
onhandig
malhonnête
oneerlijk
marrant
grappig
mauvais
slecht
méchant
stout
nerveux, nerveuse
zenuwachtig
optimiste
optimistisch
paresseux, paresseuse
lui
parfait
perfect
patient
geduldig
pauvre
arm
perfectionniste
perfectionistisch
pessimiste
pessimistisch
poli
beleefd
pressé
gehaast
prudent
voorzichtig
renfermé
gesloten
riche
rijk