Powerpoint 4) Schoolperiode

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/32

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

33 Terms

1
New cards

Wat is de leeftijdsperiode van schoolkinderen?

Tussen de 6 en 12 jaar oud.

2
New cards

Wat houdt de schoolperiode in?

De systematische overdracht van basiskennis en vaardigheden van de samenleving, onder leiding van volwassenen.

3
New cards

Welke intellectuele vaardigheden worden in alle culturen onderwezen tijdens de schoolperiode?

  • Lezen

  • Schrijven

  • Rekenen

  • Algemene kennis van de wereld

4
New cards

Wat betekent 'schoolrijpheid'?

Verwijst naar de biologische rijping en de invloed van de omgeving die bepalen of een kind klaar is voor het eerste leerjaar.

5
New cards

Wat zijn voorbereidende vaardigheden voor het eerste leerjaar?

  • Leesvoorwaarden

  • Schrijfvoorwaarden

  • Rekenvoorwaarden

6
New cards

Wat zijn de twee argumenten waarom 'schoolrijpheid' een kwestie is van rijping en beïnvloeding door de omgeving?

  • Biologische rijping is essentieel voor de ontwikkeling van cognitieve vaardigheden.

  • De omgeving biedt stimulatie en ondersteuning die de ontwikkeling van een kind bevorderen.

7
New cards

Wat zijn de belangrijkste aspecten van lichamelijke en motorische ontwikkeling tijdens de schoolperiode?

  • Lengtegroei en tandenwissel

  • Naar perfecte lichaamsbeheersing

  • Optimale oog-handcoördinatie

  • Uitstekende reactiesnelheid

8
New cards

Wat zijn de kenmerken van concreet-operationeel denken?

  • Gedecentreerd denken

  • Aandacht voor transformaties

  • Omkeerbaarheid

9
New cards

Wat zijn de drie soorten taken die het concreet-operationeel denken uitdrukt?

  • Conservatie

  • Classificatie

  • Seriatie

10
New cards

Wat is 'klasseninclusie' en wanneer begint een kind dit te begrijpen?

Het vermogen om tegelijkertijd rekening te houden met deelverzamelingen en overkoepelende klassen, en dit begint ongeveer vanaf 7 jaar.

11
New cards

Wat is de groeiende interesse van kinderen voor leeftijdgenoten?

Kinderen hechten belang aan ouders en leerkrachten, maar ontwikkelen ook een eigen wereld vol avontuur en spel, waarin groepsvorming en onderlinge betrokkenheid centraal staan.

12
New cards

Wat zijn de drie stadia in de vriendschapsvorming volgens de ontwikkelingspsychologie?

  • Kosten-batenstadium (7-9 jaar): Kinderen kijken naar wat ze aan de andere hebben, zoals leuk speelgoed of gedeelde spelvoorkeuren.

  • Normatieve stadium (9-11 jaar): Waarden zoals loyaliteit en voor elkaar opkomen worden belangrijk.

  • Empathische stadium (11-13 jaar): Voorkeur voor vrienden bij wie ze hun gevoelens kunnen delen en die oprecht geïnteresseerd zijn.

13
New cards

Wat is het belang van contact met leeftijdgenoten?

Helpt bij het verwerven van sociale vaardigheden, wat belangrijk is voor later sociaal gedrag. Het biedt ook een sociale spiegel voor zelfkennis en zelfwaardering.

14
New cards

Hoe evolueert het morele besef van kleuters naar schoolkinderen?

  • Kleuters nemen normen van ouders over.

  • Schoolkinderen houden rekening met normen, zelfs als volwassenen afwezig zijn, en experimenteren met eigen normen.

15
New cards

Wat zijn de kenmerken van de morele ontwikkeling volgens Piaget?

  • De evolutie van heteronome naar autonome moraal.

  • Van autoritair naar democratisch.

  • Decentrering in oordeelsvorming, rekening houdend met zichtbare effecten, intenties en omstandigheden.

16
New cards

Wat zijn de drie niveaus van emotionele competentie?

  • Herkennen van emoties: genuanceerder worden.

  • Uiten van emoties: rekening houden met anderen.

  • Reguleren van emoties: strategieën ontwikkelen om met emoties om te gaan.

17
New cards

Wat is het kernconflict van de schoolperiode volgens Erikson?

Conflict tussen vlijt en minderwaardigheid, waarbij kinderen werken in functie van doelen en voldoen aan verwachtingen van de buitenwereld, ondersteund door volwassenen en leeftijdsgenoten.

18
New cards

Hoe beïnvloeden volwassenen de emotionele competentie van kinderen?

Volwassenen bieden voorbeeldgedrag en geven hulp en suggesties aan kinderen in het omgaan met hun emoties.

19
New cards

Wat is de definitie van ‘seriatie’ in de context van Piaget?

Het ordenen van denkinhouden in klassen en het logisch op elkaar betrekken van deze relaties.

20
New cards

Welke materialen zijn essentieel volgens Piaget voor het uitvoeren van denkoperaties?

Ze moeten duidelijk zijn door argumentatie of strategie, en kunnen enkel uitgevoerd worden met concreet aanschouwelijk materiaal of een voorstelling.

21
New cards

Noem enkele toepassingen van seriatie.

  • Verzamelingen

  • Geschiedenistijdlijn

  • Rekenvraagstukken

22
New cards

Tijdens welke periode van de denkontwikkeling kan een kind voor het eerst de conservatieproeven oplossen volgens Piaget?

Dit gebeurt in de loop van de concreet-operationele periode.

23
New cards

Wat zijn de twee eigenschappen die passen bij het concreet-operationele denken?

  • Omkeerbaarheid van het denken; oog voor toestanden.

  • Onomkeerbaarheid van het denken; oog voor transformaties.

24
New cards

Hoe neemt het werkgeheugen toe tijdens de ontwikkeling?

Het werkgeheugen neemt toe door het gebruik van geheugenstrategieën zoals intentioneel inprenten, herhalen, en inzichtelijke structuren.

25
New cards

Wat is het metageheugen?

De kennis over hoe het geheugen werkt en helpt bij het verbeteren van geheugenstrategieën.

26
New cards

Wat zijn de voorwaarden voor kinderen om problemen op een logische manier aan te passen?

Een aanschouwelijke basis en vertrekken vanuit de leefwereld van het kind.

27
New cards

Hoe evolueert het sociale denken volgens de ontwikkeling van kinderen?

Kinderen ontwikkelen het vermogen tot perspectief nemen, waarbij ze rekening houden met hoe anderen waarnemen, voelen, en denken.

28
New cards

Wat zijn de kenmerken van de taalontwikkeling bij kinderen?

  • Toename van woordenschat.

  • Complexere zinsbouw, zoals het gebruik van passieve werkwoorden.

  • Aanpassen aan de gesprekspartner.

  • Ontwikkeling van creativiteit en humor.

29
New cards

Wat is de rol van fantasie in de ontwikkeling van kinderen?

Kinderen scheiden fantasie van werkelijkheid en hebben een voorkeur voor dingen die echt kunnen zijn, wat zich uit in spel, beeldmateriaal en lectuur.

30
New cards

Wat is de groeiende interesse van kinderen voor leeftijdsgenoten?

Kinderen hechten belang aan ouders en leerkrachten, maar ontwikkelen ook een eigen wereld vol avontuur en spel, waarin groepsvorming en onderlinge betrokkenheid centraal staan.

31
New cards

Wat is het belang van contact met leeftijdsgenoten?

Helpt bij het verwerven van sociale vaardigheden, wat belangrijk is voor later sociaal gedrag. Het biedt ook een sociale spiegel voor zelfkennis en zelfwaardering.

32
New cards

Hoe evolueert het morele besef van kleuters naar schoolkinderen?

  • Kleuters nemen normen van ouders over.

  • Schoolkinderen houden rekening met normen, zelfs als volwassenen afwezig zijn, en experimenteren met eigen normen.

33
New cards