1/38
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Zijn (essentie)
Ser
Zijn (omstandigheden)
Estar
Heten
Llamarse
Hebben
Tener
Leven
Vivir
Werken
Trabajar
Lezen
Leer
Praten
Hablar
Doen
Hacer
Leuk vinden
Gustar
Willen
Querer
Eten
Comer
Zin hebben in
Apetecer
Kunnen
Poder
Gaan
IR
Ontmoeten
Quedar
Verkiezen
Preferir
Sluiten
Cerrar
Zien
Ver
Zitten
Sentarse
Betalen
Pagar
Nemen / wat ga je nemen
Tomar
Vragen / bestellen
Pedir
Houden van
Encantar
Opstaan
Levantarse
Wakker worden
Despertarse
Douchen
Ducharse
Wassen
Lavarse
Aanbrengen
Echarse
Aankleden
Vestirse
Scheren
Afeitarse
Afdrogen
Secarse
Slapen
Dormir
Liggen / naar bed gaan
Acostarse
Teruggaan / omkeren
Volver
Starten / beginnen
Empezar
Kammen (je haar kammen)
Peinarse
Opmaken
Maquillarse
Vertrekken / weg gaan
Salir