Nederlands - Stijlfiguren

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/41

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

42 Terms

1
New cards

Acconsonantie of medeklinkerrijm

Rijm van medeklinkers.

2
New cards

alliteratie

Gelijkluidendheid van beklemtoonde medeklinkers aan het begin van woorden.

3
New cards

assonantie

Gelijkluidendheid van beklemtoonde klinkers.

4
New cards

Rijk rijm

Twee woorden klinken volledig gelijk.

5
New cards

Volrijm

Gelijkluidendheid van een of meer lettergrepen aan het einde van woorden.

6
New cards

Mannelijk rijm

Eén eindlettergreep rijmt.

7
New cards

Vrouwelijk rijm

Twee eindlettergrepen rijmen.

8
New cards

glijdend rijm

Drie eindlettergrepen rijmen.

9
New cards

Gepaard rijm

Rijmschema AABB

10
New cards

Gekruist rijm

Rijmschema ABAB.

11
New cards

Omarmend rijm

Rijmschema ABBA.

12
New cards

Eindrijmen

De rijmende woorden staan aan het einde van de versregels.

13
New cards

Voorrijm

De rijmende woorden staan aan het begin van opeenvolgende versregels.

14
New cards

Middenrijm

De rijmende woorden staan in het midden van twee of meer versregels.

15
New cards

Binnenrijm

De rijmende woorden staan binnen dezelfde versregel.

16
New cards

overlooprijm/kettingrijm

Het laatste woord van een versregel rijmt met het eerste woord van de volgende regel.

17
New cards

klankexpressie of klanksymboliek

Het gebruik van specifieke klanken om emoties of sfeer te benadrukken, zoals zachte klanken voor rust of harde klanken voor intensiteit.

18
New cards

Onomatopee

Woorden waarvan de klanken een bepaald geluid nabootsen.

19
New cards

Ritme

afwilsseling van tempo (vlug tegenover langzaam, gebruik van pauzes en melodie (beklemtoonde tegenover onbeklemtoonde lettergrepen)

20
New cards

Metrum

Een vast ritmisch patroon, dat een terugkerende vorm aanneemt, waarbij elke versregel verdeeld kan worden in een aantal gelijke delen.

21
New cards

Animalisering

Een mens, object of abstract begrip krijgt dierlijke eigenschappen.

22
New cards

Metafoor

Een vergelijking op grond van een overeenkomst waarbij het vergelijkingswoord niet genoemd wordt.
(x is y)

23
New cards

Metonymie

Een begrip wordt indirect genoemd door een woord dat ermee verbonden is.
Voorbeeld: Ik geniet van een goed glas (bedoeld wordt: een drankje).

24
New cards

Personificatie

Een object, dier of abstract begrip krijgt menselijke eigenschappen.

25
New cards

Synesthesie

Waarnemingen van verschillende zintuigen worden aan elkaar gekoppeld.

26
New cards

Vergelijking

Met een vergelijkingswoord wordt gewezen op een overeenkomst tussen het verbeelde en het beeld.
(x is als y)

27
New cards

anafoor

herhaling van woorden aan het begin van elkaar opvolgende verzen of zinnen.

28
New cards

chiasme

de overeenkomstige termen van twee formuleringen worden in omgekeerde volgorde geplaatst

29
New cards

climax

een geleidelijke stijging naar een hoogtepunt, opsomming met steeds sterkere woorden.

30
New cards

anticlimax

opsomming met woorden fie steeds zwakker worden.

31
New cards

enjambement

een zin is verdeeld over twee of meer versregels. De bedoeling is een woord of woordgroep meer klemtoon of betekenis te geven.

32
New cards

herhaling

door woorden of woordgroepen te herhalen krijgen ze speciale aandacht.

33
New cards

parallelisme

zinsdelen of zinnen/verzen met gelijke opbouw

34
New cards

hyperbool

een overdrijving, gevoelens of een idee worden te sterk uitgedrukt.

35
New cards

understatement

gevoelens of een idee worden opzettelijk te zwak uitgedrukt

36
New cards

antithese

een tegenstelling, twee aan elkaar tegengestelde begrippen die bij elkaar geplaatst worden zodat ze meer opvallen.

37
New cards

paradox

een stelling die op het eerste zicht een tegenstrijdigheid bevat, maar twee schijnbaar tegengestelden toch weet te verzoenen.

38
New cards

oxymoron

een bijzondere vorm van een tegenstelling waarbij twee elkaar uitsluitende begrippen worden gecombineerd tot een begrip.

39
New cards

litotes

een eufimisme waarbij iets wordt omschreven door het tegenovergestelde ervan te ontkennen (niet/geen +adj)

40
New cards

neologisme

een nieuw woord, uitgevonden door de auteur om zijn ideeën of gevoelens beter te kunnen uitdrukken

41
New cards

woordspelling/dubbele bodem

er wordt gespeeld met een woord of uitdrukking waarbij de letterlijke en figuurlijke beteknis van dat woord of die uitdrukking gecombineerd worden om tot een speels (vaak humoristisch) effect te komen.

42
New cards

allusie

een toespeling op (= indirecte of subtiele verwijzingen naar) iets wat iedereen kent (een uitspraak, een sprrekwoord, een titel van een boek of een film, een persoonsnaam…..)