ansteckend
besmettelijk
der Mangel
het tekort, het gebrek
die Impfung
de inenting
lebensfähig
levensvatbaar
die Vorbeugung
de preventie
die Früherkennung
de vroege diagnose
die Nebenwirkung
de bijwerking
die Strapaze
de lichamelijke inspanning
seelisch
psychisch
schonen
ontzien
die Verspannung
de verkramping
nahrhaft
voedzaam
der Nerv
de zenuw
die Überanstrengung
de burn-out
de Erregung
de opwinding
die Essstörung
de eetstoornis
die Ernährung
de voeding
die Verdauung
de spijsvertering
straffen
spannen
die Betäubung
de verdoving
anfällig gegen
vatbaar voor
das Gedächtnis
het geheugen
das Blutgerinnsel
het bloedstolsel
der Kreislauf
de bloedcirculatie
der Krankheitserreger
de ziekteverwekker
erliegen
bezwijken aan
lindern
verzachten
aussetzen
blootstellen
die Entzugserscheinung
het ontwenningsverschijning
verstümmeln
verminken
behindert
gehandicapt
der Herausforderer
de uitdager
erschöpfen
uitputten
die Ausdauer
de conditie
der Anpfiff
het beginsignaal
der Ausgleich
de gelijkmaker
das Foul
de overtreding
ersetzen
vervangen
gute Besserung
beterschap
das Pflaster
de pleister
körperlich
lichamelijk
abnehmen
afvallen
süchtig
verslaaft
die Drogen
de drugs
pflegen
verzorgen
die Verletzung
de blessure
das Gelenk
het gewricht
der Muskel
de spier
das Fieber
de koorts
die Mannschaft
het elftal
das Mitglied
het lid
der Sieger
de winnaar
enttäuschen
teleurstellen