Kaarten: Records sportif voc. | Quizlet
Studied by 0 people
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/99
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
100 Terms
la devise
de slogan
la volonté
de wil
le dépassement
het overschrijden
la limite
de grens
s'enchaîner
elkaar opvolgen
le participant
de deelnemer
se dépasser
zichzelf overtreffen
en permanence
voortdurend
mener une étude
een studie verrichten, een onderzoek uitvoeren
être en diminution
aan het verminderen zijn
atteindre
bereiken
empêcher verhinderen
battre un record
een record verslaan
les prévisions (f) météo
de weersvoorspellingen
les prédispositions (f) génétiques
de erfelijke aanleg
cesser
de ophouden met
l'amélioration (f)
de verbetering
la performance
de prestatie
le saut à la perche
het polsstokspringen
la perche
de polsstok
la fibre
de vezel
faire surface
opduiken
la puissance
de kracht
l'élan (m)
de aanloop
envahir
veroveren
le rouleau
de rol
le sauteur en hauteur
De hoogspringer
la barre
de lat
l'omoplate (f)
het schouderblad
en cyclisme, en natation, en athlétisme...
in de wielersport, in de zwemsport, in de atletiek...
diminuer
verminderen
un gain net de temps
een duidelijke tijdswinst
la roue
het wiel
la goutte d'eau
de waterdruppel
dans le sillage
de in het spoor van
l'abri (m)
de schuilplaats, het schuilen
lisse
glad
moulant
nauwaansluitend
le guidon
het fietsstuur
se déplacer
zich verplaatsen
des lames (f) de fibres de verre *
glasvlezelbladen
restituer
teruggeven
La flottabilité
het drijfvermogen
se propulser
zich voortstuwen
rugueux
ruw, oneffen
le requin
de haai
en quête de
op zoek naar
être muni de
uitgerust zijn met, gewapend zijn met
l'écaille
de schub
la pellicule
de film, de folie
la profondeur
de diepte
le frottement
de wrijving
l'écoulement (m)
de afzet/de stroming/de afvloeiing
fournir
leveren
viser à
gericht zijn op
l'adversaire (m)
de tegenstander
le logiciel
de software
la trajectoire
de baan, het traject
avoir recours à
een beroep doen op, gebruik maken van
le rassemblement
de bijeenkomst
le sauteur
de (hoog/ver)springer
le lanceur de disque
de discuswerper
le lutteur
de worstelaar
avaler
slikken, eten
l'haltérophile
de gewichtheffer
le composant
het bestanddeel
répandu
verspreid
mastiquer
kauwen
la vigilance
de waakzaamheid
les globules rouges (f)
de rode bloedcellen
la glande
de klier
le tissu
het weefsel
puiser
putten
les engrais (m)
de meststoffen
le courant
de stroom
la jonction
de verbinding, het knooppunt
le nerf
de zenuw
engendrer
veroorzaken
la contraction
de samentrekking
l'endurance (f)
het uithoudingsvermogen
l'aptitude (f)
het vermogen
l'oxygène (m)
de zuurstof
requérir
vereisen, verlangen
dégrader
afbreken
l'entraînement (m)
de training
sanguin
bloed
la couche
de laag
l'azote (m)
de stikstof
grimper
klimmen
le taux
het percentage
l'altitude (f)
de hoogte
prélever
(weg)nemen
rigoureux
streng
sécréter
afscheiden
le rein
de nier
la moelle osseuse
het beenmerg
la dose
de dosis
administrer
toedienen
la veine
de ader
nier
ontkennen
Note 
Flashcards (188)