Functieleer d1 3.3. Het modaal model v/h geheugen

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/19

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Functieleer

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

20 Terms

1
New cards

Sensorieel register

=het beeld v. iets terwijl het binnenkomt

2
New cards

Fonologisch

=informatie wordt bijgehouden als klank

3
New cards

Veridicaal

=waarheidsgetrouw

4
New cards

Primair geheugen

= inhoud van het bewustzijn, met de informatie in actieve, bruikbare toestand (KTG) 

5
New cards

Secundair geheugen

=de info in niet-actieve toestand, sluimerend aanwezig in het cognitief systeem, maar tijdelijk niet geactiveerd voor verder cognitief gebruik (LTG) 

6
New cards

Sensorieel geheugen

=e. modaliteitspecifiek systeem om informatie erg kort bij te houden na het verdwijnen vd prikkel

7
New cards

Iconisch geheugen

=voor visuele modaliteit (onthouden visuele zaken) (Sperling 20e E)

8
New cards

Echoïsch geheugen

=voor auditieve modaliteit (onthouden auditieve zaken) (Sperling 20e E)

9
New cards

Maintenance rehearsal

=controleproces (KTG)

=informatie actief houden

10
New cards

Elaborative rehearsal

=controleproces (KTG)

=informatie uitwerken

11
New cards

Coding

=controleproces (KTG)

=info in verband brengen m. reeds gekende zaken

12
New cards

Brown-Peterson paradigma

=experimentele procedure om de korte duur v.h. KTG te toetsen
->pp: lijstjes 3 items, dan interferentie (rehearsal prevention), dan reproduceren

13
New cards

Rehearsal prevention

-door deze taak is innerlijk herhalen KTG onmogelijk (interferentie)

14
New cards

Memory span

=de geheugencapaciteit

15
New cards

The magical number 7 plus or minus 2

-exp capaciteit geheugen, George A. Miller (1956)

16
New cards

Varied-set procedure

=aantal items en tijd o.t. studeren per blok verschilt steeds (Sternberg, 1966)

17
New cards

Fixed-set procedure

=aantal items en tijd o.t. studeren per blok blijft steeds hetzelfde, je weet hoe lang & hoeveel (Sternberg 1966)

18
New cards

Seriële positie-effect

=items die vooraan (primacy effect) of achteraan (recency effect) in een geordende lijst staan, worden beter onthouden dan de items in het midden

19
New cards

Retrograde amnesie

=zich niets meer kunnen herinneren v. voor het ongeval

20
New cards

Anterograde amnesie

=na het ongeval niets nieuws meer kunnen onthouden