Latijn CE 2023 woorden A t/m F

5.0(1)
studied byStudied by 43 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/261

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Latin

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

262 Terms

1
New cards
a/ab + abl
1 van ... uit, vanuit, van ... af, vanaf 2 door (bij het passivum)
2
New cards
ab-eo, ire, ii, itum
weggaan
3
New cards
ab-sum, abesse, afui, afuturus
afwezig zijn, ontbreken
4
New cards
ac
en, en ook
5
New cards
ac-cedo, cedere, cessi, cessum
naderen, erbij komen
6
New cards
ac-cipio, cipere, cepi, ceptum
1 ontvangen 2 vernemen, begrijpen
7
New cards
acer (acris, acre), acris
scherp, spits
8
New cards
acies, ei f
slaglinie, slagveld
9
New cards
ad + acc.
naar; tot, bij
10
New cards
ad-do, dere, didi, ditum
toevoegen
11
New cards
ad-duco, ducere, duxi, ductum
1 ergens heenbrengen 2 ertoe brengen
12
New cards
ad-eo, ire, ii, tum
gaan naar, zich wenden tot
13
New cards
ad-hibeo, hibere, hibui, hibitum
aanwenden, ebij halen
14
New cards
adhuc
tot nu toe, nog (steeds)
15
New cards
ad-icio, icere, ieci, iectum
toevoegen
16
New cards
ad-imo, imere, emi, emptum
van iemand (dat.) wegnemen, aan iemand (dat.) ontnemen
17
New cards
aditus, us m
toegang
18
New cards
ad-moveo, movere, movi, motum
1 erbij brengen 2 doen naderen
19
New cards
ad-sum, adesse, adui
aanwezig zijn
20
New cards
ad-venio, venire, veni, ventum
aankomen
21
New cards
adversus
1 gekeerd naar, tegenover(staand) 2 vijandelijk
22
New cards
aequalis, is
gelijk, even oud
23
New cards
aequor, oris n
zee(vlak)
24
New cards
aequus
1 vlak, gelijk 2 rechtvaardig
25
New cards
aer, aeris m
lucht
26
New cards
aes, aeris n
1 erts, koper, brons 2 geld
27
New cards
aestus, us m
1 hitte 2 branding, stroming, getij
28
New cards
aetas, atis f
tijd, leeftijd
29
New cards
ager, agri
1 akker, land, veld 2 gebied
30
New cards
agito, agitare
1aandrijven, opjagen 2 overwegen
31
New cards
agmen, inis n
leger op mars, colonne
32
New cards
ago, agere, egi, actum
doen, handelen, onderhandelen
33
New cards
aio
zeg ik
34
New cards
aliquis (aliquid) subst.
iemand, its
35
New cards
aliter adv.
anders
36
New cards
alius (alis, aliud), gen. alterius, dat. alii
(een) ander
37
New cards
alo, alere, alui, altum
voeden, grootbrengen
38
New cards
alter (altera, alterum)
de een / andere (van twee)
39
New cards
altus
hoog, diep
40
New cards
amicus
vreind, bevriend
41
New cards
a-mitto, amittere, amisi, amissum
verliezen, opgeven
42
New cards
amnis, is m
rivier
43
New cards
amo, amare
houden van, liefhebben, verliefd zijn
44
New cards
amor, oris
liefde
45
New cards
amplus
1 ruim, groot 2 belangrijk
46
New cards
an
of (soms)
47
New cards
anima
adem, leven, ziel
48
New cards
animus
1 geest, ziel, hart 2 moed
49
New cards
annus
jaar
50
New cards
ante + acc. / adv.
voor / tevoren, vroeger
51
New cards
antiquus
oud, ouderwets
52
New cards
anxius
angstig, onrustig
53
New cards
ap-pello, pellare
aanspreken, noemen
54
New cards
aptus
passend, geschikt
55
New cards
aqua
water
56
New cards
ara
altaar
57
New cards
arbor, oris f
boom
58
New cards
arceo, arcere, arcui
afweren; (+ abl. afhouden van)
59
New cards
ardeo, ardere, arsi, arsurus
in brand staan
60
New cards
arduus
steil, moeilijk
61
New cards
arma, ormu n pl
1 wapens 2 gereedschappen
62
New cards
armo, armare
bewapenen, uitrusten
63
New cards
ars, artis f
1 kunst, kunstvaardigheid 2 wetenschap
64
New cards
at
Maar, echter, daarentegen
65
New cards
ater
zwart, donker
66
New cards
auctor, oris m
initiatiefnemer, maker, schrijver
67
New cards
audax, acis
1 moedig 2 overmoedig
68
New cards
audio, audire, audivi, aditum
horen, vernemen
69
New cards
au-fero, auferre, abstuli, ablatum
wegnemen, roven
70
New cards
augeo, augere, auxi, auctum
vermeerderen, vergroten
71
New cards
aura
briesje, wind
72
New cards
auris, is f
oor
73
New cards
aurora
dageraad
74
New cards
aut
of
75
New cards
autem
echter
76
New cards
beatus
gelukkig, welvarend
77
New cards
bene adv.
goed
78
New cards
bonus
goed
79
New cards
bracchium
(onder)arm
80
New cards
brevis, is
kort (van plaats en van tijd)
81
New cards
cado, cadere, cecidi, casurus
vallen
82
New cards
caedes, is f
moord, bloedbad
83
New cards
caelestis, is
hemels
84
New cards
caelum
hemel, weer klimaat
85
New cards
canis, is m f
hond
86
New cards
canto, cantare
zingen
87
New cards
capio, capere, cepi, captum
nemen, grijpen
88
New cards
caput, pitis n
hoofd, kop
89
New cards
careo carere, carui + abl.
niet hebben; missen, ontberen
90
New cards
carmen, inis n
lied, gedicht, toverspreuk
91
New cards
carus
1 lief, dierbaar 2 duur, kostbaar
92
New cards
casus, us m
val, toeval, ongeluk
93
New cards
causa
1 oorzaak, reden 2 (rechts)zaak
94
New cards
cerno, cernere, crevi, cretum
zien, onderscheiden
95
New cards
certe adv.
zeker, stellig
96
New cards
certus
zeker, duidelijk
97
New cards
cingo, cingere, cinxi, cinctum
1 omgorden 2 omgeven, insluiten
98
New cards
clades, is f
1 nederlaag, verlies 2 onheil 3 schade
99
New cards
clamo, clamare
schreeuwen, roepen
100
New cards
clamor, oris m
geschreeuw