parallellisme
gelijktijdigheid
transitie
structurele verandering
continuïteit
evolutie (traag proces)
discontinuïteit
verandering (een breuk)
transitie
overgangsperiode
absolutisme
alleenheerschappij; 1 iemand heeft alle macht (meestal koning)
centralisatie
het samentrekken van beslissingsbevoegdheden op 1 bepaalde plaats of bepaalde instelling
grondwet of constitutie
een contract tussen volk en vorst over machtsdeling (vandaag basiswet genoemd)
parlement
volksvertegenwoordiging
monarchie
koninkrijk: is een staatsvorm waar het staatshoofd een monarch is. je kunt enkel koning worden doordat het erfelijk is en je blijft het levenslang
republiek
staatsvorm onder leiding van een president (staatshoofd). als president wordt je verkozen en de functie heeft een ambtstermijn
staatsgreep
machtsovername; illegale afzetting van het staatshoofd. Frans woord: Coup (d'était) Engels woord: Putsch
censuur
geen persvrijheid, controle op (literaire) teksten
nepotisme
vriendjespolitiek; het begunstigen van familieleden met titels/functies.
coalitie
alliantie (verbonden), bondgenootschap
ambitie
je stelt voor jezelf hogere doelen en wilt hoger op geraken
cavalerie
ruiterij; ruiters te paard
abdicatie
troonsafstand doen (vaak gedwongen)
concordaat
overeenkomst
deserteren
leger verlaten zonder toestemming
ballingschap
in isolement of afzondering
volksraadpleging/ volksstemming/ referendum
stelt vraag aan volk en moeten ja of nee antwoorden = enquête bij het volk om mening te peilen over politieke kwestie
royalisten
koningsgezinden, heimwee naar koninkrijk
premier
eerste minister (regeringshoofd)
immigratie
inwijken
zwager
schoonbroer
soevereiniteit
nu: onafhankelijkheid
recessie
er is een economische groei maar niet sterk (nog geen crisis)
inflatie
algemene stijging van de prijzen
ideologie
gedachte goed, visie op mens en maatschappij
legitimiteitsprincipe
de erkenning van het wettelijke gezag der vorsten via erfrecht en door god op de troon geplaatst (dit is onbetwistbaar, er is geen sprake van volkssoevereiniteit)
volkssoevereiniteit
het principe waarbij de macht van de vorst afkomstig is van het volk, dat dus het hoogste gezag heeft.
reactionair
teruggrijpend (toen)
conservatief
behoudsgezind (nu)
liberaal
progressief/ vooruitstrevend (nieuw)
revolutionair
omwentelingsgezind, plots & hevig (radicaal)
radicaal
extreem (zowel links als rechts)/ niet oppervlakkig/ zeer diepgaand
mogendheden
grootmachten
speculeren
veronderstellen/ gokken
liberalisme
streven naar een grondwettelijk parlementalistisch stelsel (monarchie) o.b.v. cijnskiesrecht en ijveren voor economisch liberalisme
politiek liberalisme
bestuur, inspraak
economisch liberalisme
vrijhandel; dus geen monopolies (alleenrecht), wel privé-initiatief. -> eigenbelang= winst= vooruitgang
nationalisme
streven naar eenheid en/ of onafhankelijkheid. in gebied, volk en land
patriottisme
vaderlandsliefde
ontbindend nationalisme
streven naar onafhankelijkheid (verscheurd)
verbindend nationalisme
streven naar eenheid (verenigd)
hellenisme
sympathie voor de griekse zaak
'de zieke man aan de Bosporus'
de macht van de ottomanen neemt af
juli-ordonnanties
beperking van persvrijheid en kiesrecht -> ten nadele van de liberalen ordonner= bevelschrift (wetten)