english unit 1 vocabulary

exciting

spannend

boring

saai

dull

saai

entertaining

onderhoudend

(un)predictable

(on)voorspelbaar

adventurous

avontuurlijk

awesome

geweldig

impressive

indrukwekkend

glamorous

sprookjesachtig

ordinary

alledaags/gewoon

dissapointed

teleurgesteld

amazing

geweldig

thrilling

spannend

feel-good

feel good

heart-warming

hartverwarmend

childish

kinderachtig

gruesome

gruwelijk

shocking

choquerend

horrible

verschrikkelijk

subtitles

ondertitels

to dub

nasynchroniseren

to ban

verbieden

a plot

een verhaal

a director

een regisseur

a script

een script

a scene

een scène

a (lead) actor

een (hoofd) acteur/actrice

to star in

de hoofdrol spelen in

a sequel

een vervolgfilm

a prince charming

een droomprins

a dwarf

een dwerg

a fairy godmother

een goede fee

a knight

een ridder

a hero

een held

a sorcerer/ sorceress

een tovenaar/ tovenares

a giant

een reus

a genie

een geest

a witch

een heks

a villain

een slechterik

an enchanted forest

een sprookjesbos

a mysterious cave

een geheimzinnige grot

a creepy castle

een griezelig kasteel

an evil witch

een slechte heks

poisonous

giftig

to cast a spell

een toverspreuk uitspreken

a magic wand

een toverstok

to slay a dragon

een draak afslachten

a sword

een zwaard

the setting

de setting

a main character

een hoofdpersonage

a solution

een oplossing

a twist

een keerpunt

a turningpoint

een keerpunt

envy

jaloezie

jealousy

jaloezie

greed

hebzucht

once upon a time

er was eens

all’s well that ends well

eind goed, al goed

to live happily ever after

nog lang en gelukkig leven

brave

dapper

decisive

beslissend

captivity

gevangenschap

a long quest

een lange queeste

to bite

bijten