Studied by 9 peopleFe2O3 = di-ijzertrioxide
roest
CO = koolstofdioxide
koolstofmonoxide
N2O = distikstofoxide
lachgas
NaOH = natriumhydroxide
bijtende soda
CaOH = calciumhydroxide
gebluste kalk
NaCl = natriumchloride
keukenzout
NaHCO3 = natriumwaterstofcarbonaat
natriumbicarbonaat
NaCO3 = natriumcarbonaat
soda
HCl = waterstofchloride
zoutzuur
HBrO3 = waterstofbromaat
broomzuur
H2CO3 = waterstofcarbonaat
koolzuur
HClO3 = waterstofchloraat
chloorzuur
H3PO4 = waterstoffosfaat
fosfaatzuur
HIO3 = waterstofjodaat
joodzuur
HNO3 = waterstofnitraat
salpeterzuur
HNO2 = waterstofnitriet
salpeterigzuur
H2SO4 = waterstofsulfaat
sulfaatzuur
H2SO3 = waterstofsulfiet
zwaveligzuur
H2 = diwaterstof
waterstofgas
CL2 = dichloor
chloorgas
O2 = dizuurstof
zuurstofgas
O3 = trizuurstof
ozon
N2 = distikstof
stikstofgas
Note
Flashcard