Vocabulaire 2.2 (23) - Parler de droit et de politique

studied byStudied by 1 person
0.0(0)
Get a hint
Hint

un syndicat

1 / 304

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

French

305 Terms

1

un syndicat

een vakbond

New cards
2

adhérer à un syndicat

lid zijn van een vakbond

New cards
3

syndical, syndicale/syndicaux, syndicales

vakbonds-

New cards
4

un(e) syndicaliste

een vakbondsman, -vrouw

New cards
5

un(e) délégué(e) syndical(e)

een vakbondsafgevaardigde

New cards
6

un(e) salarié(e)

een werknemer, -neemster, loontrekker-, ster

New cards
7

un travailleur, une travailleuse

een werker, werkster, arbeid(st)er, werknemer, -neemster

New cards
8

un(e) patron(ne)

een baas, bazin, werkgever, -geefster

New cards
9

le patronat

de werkgevers

New cards
10

les partenaires sociaux

de sociale partners

New cards
11

un employeur, une employeuse

een werkgever, -geefster

New cards
12

le comité d’entreprise

de ondernemingsraad

New cards
13

une convention collective de travail (CCT)

een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)

New cards
14

un conflit social

een sociaal conflict

New cards
15

protester/contester

protesteren, tegenspreken

New cards
16

une protestation, une contestation

een protest

New cards
17

revendiquer un droit

een recht (op)eisen

New cards
18

une revendication

een eis

New cards
19

une grève

een staking

New cards
20

une grève générale, sauvage

een algemene, wilde staking

New cards
21

faire (la) grève

staken

New cards
22

un(e) gréviste

een staker, staakster

New cards
23

se rassembler

zich verzamelen, bijeenkomen

New cards
24

un rassemblement

een samenscholing, bijeenkomst

New cards
25

se réunir

vergaderen, bijeenkomen

New cards
26

une réunion

een vergadering, bijeenkomst

New cards
27

discuter de qqch

praten over iets

New cards
28

discuter qqch

iets bespreken

New cards
29

une discussion

een gesprek, bespreking

New cards
30

une solution

een oplossing

New cards
31

un compromis

een schikking, vergelijk

New cards
32

parvenir à un compromis

een schikking bereiken

New cards
33

reprendre le travail

het werk hervatten

New cards
34

négocier

onderhandelen

New cards
35

une négociation

een onderhandeling

New cards
36

un négociateur, une négociatrice

een onderhandelaar(ster), bemiddelaar(ster)

New cards
37

un médiateur, une médiatrice

een bemiddelaar(ster)

New cards
38

un accord

een akkoord

New cards
39

consulter la base

de achterban raadplegen

New cards
40

une identité culturelle

een culturele identiteit

New cards
41

une minorité

een minderheid

New cards
42

une autonomie

een zelfbestuur

New cards
43

les us et coutumes

de zeden en gewoonten

New cards
44

préserver les traditions

de tradities vrijwaren, beschermen

New cards
45

un(e) séparatiste

een separatist

New cards
46

le séparatisme

het separatisme

New cards
47

une origine

een herkomst, afkomst

New cards
48

un pays d’origine

een land van herkomst

New cards
49

avoir la double nationalité

de dubbele nationaliteit hebben

New cards
50

clandestin, clandestine/clandestins, clandestines

illegaal, heimelijk, ondergronds

New cards
51

un(e) clandestin(e)

een illega(a)l(e)

New cards
52

l’afflux de migrants

de toestroom van migranten

New cards
53

un(e) beur(ette)

een Noord-Afrikaan(se)

New cards
54

immigrer, émigrer

immigreren, emigreren

New cards
55

un(e) immigré(e) (clandestin(e))

een (illegaal in het land verblijvende) immigrant(e)

New cards
56

un travailleur immigré, une travailleuse immigrée

een gastarbeid(st)er

New cards
57

l’immigration, l’émigration

de immigratie, de emigratie

New cards
58

un(e) réfugié(e) (politique)

een (politiek) vluchteling(e)

New cards
59

raciste

racistisch

New cards
60

un(e) raciste

een racist(e)

New cards
61

le racisme

het racisme

New cards
62

la discrimination (raciale)

de ongelijke behandeling (op basis van het ras)

New cards
63

la xénophobie

de vreemdelingenhaat

New cards
64

xénophobe, xénophobe/xénophobes, xénophobes/des propos xénophobes

van vreemdelingenhaat getuigend/woorden die getuigen van vreemdelingenhaat

New cards
65

persécuter qqn

iemand vervolgen

New cards
66

la persécution

de vervolging

New cards
67

s’exiler

vrijwillig in ballingschap gaan

New cards
68

un exil

een ballingschap

New cards
69

un exilé fiscal

iemand die op de vlucht is voor de fiscus

New cards
70

un(e) opposant(e) au régime

een tegenstander van het regime

New cards
71

s’expatrier

zijn vaderland verlaten

New cards
72

un(e) expatrié(e)

een expat

New cards
73

un préjugé

een vooroordeel

New cards
74

Les préjugés ont la vie dure.

Vooroordelen zijn hardnekkig.

New cards
75

rejeter qqn, qqch

iemand, iets verwerpen

New cards
76

haïr qqn, qqch

iemand, iets haten

New cards
77

la // haine

de haat

New cards
78

éprouver de la // haine pour qqn

haat voelen voor iemand

New cards
79

exclure qqn de qqch

iemand uit iets uitsluiten

New cards
80

une exclusion

een uitsluiting

New cards
81

un sentiment d’exclusion

een gevoel dat men uitgesloten wordt

New cards
82

expulser qqn

iemand uitwijzen, het land uitzetten

New cards
83

une expulsion

een uitwijzing, uitzetting uit het land

New cards
84

renvoyer qqn dans son pays d’origine

iemand terugsturen naar zijn land van herkomst

New cards
85

la tolérance

de verdraagzaamheid

New cards
86

l’intolérance

de onverdraagzaamheid

New cards
87

s’intégrer (dans la société)

integreren (in de maatschappij)

New cards
88

l’intégration

de integratie

New cards
89

un permis de séjour

een verblijfsvergunning

New cards
90

l’asile (politique)

het (politiek) asiel

New cards
91

demander l’asile politique

politiek asiel aanvragen

New cards
92

un demandeur d’asile, une demandeuse d’asile

een asielzoek(st)er

New cards
93

accorder le droit d’asile à qqn

iemand het asielrecht verlenen

New cards
94

un pays d’asile

een land waar men asiel vindt

New cards
95

multiculturel, multiculturelle/multiculturels, multiculturelles

multicultureel

New cards
96

naturalisé, naturalisée/naturalisés, naturalisées

genaturaliseerd

New cards
97

Il a été naturalisé Belge.

Hij werd tot Belg genaturaliseerd.

New cards
98

demander sa naturalisation

z’n naturalisatie aanvragen

New cards
99

s’opposer à qqch

zich verzetten tegen iets

New cards
100

une opposition

een oppositie

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 5 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 10 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 15 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 9 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 32 people
Updated ... ago
4.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 11 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 24 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 947 people
Updated ... ago
4.8 Stars(5)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard28 terms
studied byStudied by 6 people
Updated ... ago
4.0 Stars(1)
flashcards Flashcard28 terms
studied byStudied by 24 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard31 terms
studied byStudied by 4 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard60 terms
studied byStudied by 9 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard31 terms
studied byStudied by 9 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard21 terms
studied byStudied by 2 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard91 terms
studied byStudied by 32 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard30 terms
studied byStudied by 16 people
Updated ... ago
5.0 Stars(4)