au bout de
aan het einde van
au coin de
op de hoek van
au fond de
achter in
avant/aprĂšs le panneau
voor/na het verkeersbord
céder le passage
doorgang verlenen
crevé
lek
de l'autre cÎté de
aan de andere kant van
décéder
overlijden
dévier
afwijken
donner la priorité
voorrang geven
effectuer des tonneaux
overkop gaan
en face de/ face Ă
tegenover
entrer en collision
botsen
ĂȘtre assurĂ©
verzekerd zijn
ĂȘtre blessĂ©
gewond zijn
ĂȘtre dans un Ă©tat critique
zich in een kritieke toestand bevinden
ĂȘtre Ă©jectĂ©
uitgeworpen worden
ĂȘtre en tort
in fout zijn
ĂȘtre hospitalisĂ©
opgenomen worden in het ziekenhuis
ĂȘtre transportĂ©
vervoerd worden
ĂȘtre tuĂ© sur le coup
op slag dood zijn
faire des blessés
gewonden met zich meebrengen, gewonden maken
faire le plain
voltanken
freiner
remmen
griĂšvement
ernstig
indéterminé
onbepaald
jusqu'Ă
tot aan
l'huile
de olie
la code de la route
de verkeersregels
la fumée
de rook
le long de
langs
négocier un virage
met grote snelheid een bocht nemen
par la gauche/ par la droite
langs links/rechts
parallĂšle Ă
parallel met
percuter
botsen tegen
perdre la contrĂŽle
de controle verliezen
perdre la vie
het leven laten
pousser
duwen
refuser la priorité
de voorrang weigeren
rentrer dedans
inrijden op
retomber
weer vallen
se garer
parkeren
soulever
opheffen
succomber
bezwijken
tuer
doden
un accrochage
een aanrijding, een lichte botsing
un capot
een motorkap
un carrefour
een kruispunt
un certificat d'assurance
een verzekeringsformulier
un clignotant
een richtingaanwijzer
un compteur
een teller, een meter
un conducteur
een bestuurder
un constat (d'accident)
een aanrijdingsformulier
un cric
een krik
un croquis
een schets
un cycliste
een fietser
un essuie-glace
een ruitenwisser
un feu antibrouillard
een mistlicht
un feu rouge
een rood licht, een verkeerslicht
un feu stop
een remlicht
un frein
een rem
un frein Ă main
een handrem
un gilet de sécurité
een veiligheidshesje
un levier de vitesse
een versnellingspook, een versnellingshendel
un mécanicien
een mecanicien
un motard
een motorrijder
un moteur
een motor
un panneau de signalisation
een verkeersbord
un pare-brise
een voorruit
un pare-chocs
een bumper
un pare-soleil
een zonneklep
un passage piétons
een zebrapad
un passager
een passagier
un permis de conduire
een rijbewijs
un phare
een licht
un phare de recul
een achteruitrijlicht
un piéton
een voetganger
un pneu
een band
un pot d'Ă©chappement
een uitlaat
un rétroviseur
een achteruitkijkspiegel
un rond-point
Een rondpunt, rotonde
un siĂšge
een stoel, een zitplaats
un tableau de bord
een dashboard
un triangle de signalisation
een gevarendriehoek
un virage
een bocht
un volant
een stuur
une ampoule
een lamp
une batterie
een batterij
une carrosserie
een koetswerk
une ceinture de sécurité
een veiligheidsgordel
une panne d'essence
een brandstoftekort
une piste cyclable
een fietspad
une place de stationnement
een parkeerplaats
une plaque d'immatriculation
een nummerplaat
une portiĂšre
een portier
une priorité de droite
een voorrang van rechts
une roue de secours
een reservewiel
une rue Ă sens interdit
een straat met verboden richting
une rue Ă sens unique
een eenrichtingsstraat
une station-service
een tankstation