Home
Explore
Exams
Search for anything
Login
Get started
Home
Language
French
Le vocabulaire en classe
0.0
(0)
Rate it
Studied by 2 people
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards
Card Sorting
1/127
Earn XP
Description and Tags
French
Add tags
Study Analytics
All
Learn
Practice Test
Matching
Spaced Repetition
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced
No study sessions yet.
128 Terms
View all (128)
Star these 128
1
New cards
associez
verbind
2
New cards
cachez
dek af
3
New cards
changez de rôle
wissel van rol
4
New cards
chassez l’intrus
verdrijf de indringer
5
New cards
cherchez
zoek (op)
6
New cards
choisissez
kies
7
New cards
cochez
kruis aan
8
New cards
combinez
combineer
9
New cards
commentez
becommentarieer
10
New cards
comparez
vergelijk
11
New cards
complétez
vul aan
12
New cards
composez
stel samen
13
New cards
conjuguez
vervoeg
14
New cards
continuez
zet verder
15
New cards
copiez
schrijf over
16
New cards
corrigez
verbeter
17
New cards
décodez
ontcijfer
18
New cards
travaillez à deux
werk per twee
19
New cards
décrivez
beschrijf
20
New cards
donnez
geef
21
New cards
écrivez
schrijf
22
New cards
employez
gebruik
23
New cards
encerclez
omcirkel
24
New cards
envoyez
verstuur
25
New cards
étudiez
studeer
26
New cards
indiquez
duid aan
27
New cards
interrogez
ondervraag
28
New cards
lisez
lees
29
New cards
marquez
duid aan
30
New cards
mettez
zet
31
New cards
posez les questions
stel de vragen
32
New cards
préparez
bereid voor
33
New cards
racontez
vertel
34
New cards
recherchez
zoek op
35
New cards
réécrivez
herschrijf
36
New cards
reliez
verbind
37
New cards
relisez
herlees
38
New cards
remplacez
vervang
39
New cards
rendez
geef … terug
40
New cards
traduisez
vertaal
41
New cards
transformez
zet om
42
New cards
une agrafeuse
een nietmachine
43
New cards
un brouillon
een klad
44
New cards
un bulletin
een rapport
45
New cards
un cahier (de travail)
een werkschrift
46
New cards
une cartouche d’encre
een inktbuisje
47
New cards
un chiffon
een doek / een vod
48
New cards
des ciseaux
een schaar
49
New cards
un classeur
een map
50
New cards
une courbeille (à papier)
een papiermand
51
New cards
une craie
een krijt
52
New cards
un dictionnaire
een woordenboek
53
New cards
un effaceur d’encre
een inktwisser
54
New cards
une éponge
een spons
55
New cards
une équerre
een geodriehoek
56
New cards
un feutre
een stift
57
New cards
un journal de classe
een schoolagenda
58
New cards
un marqueur
een markeerstift
59
New cards
un perforateur
een perforator
60
New cards
une pochette en plastique
een plastic mapje
61
New cards
une règle
een lat
62
New cards
un seau
een emmer
63
New cards
un tableau
een (school)bord
64
New cards
un taille-crayon
een puntenslijper
65
New cards
un trombone
een paperclip
66
New cards
une trousse
een pennenzak
67
New cards
un tube de colle
een lijmtube
68
New cards
un mouchoir
een zakdoek
69
New cards
je n’ai pas compris ce que vous avez dit
ik heb niet begrepen wat u heeft gezegd
70
New cards
vous voudriez répéter?
zou u willen herhalen?
71
New cards
qu’est-ce que ce mot signifie?
wat betekent dit woord?
72
New cards
pourriez vous m’expliquer cette règle?
zou u me die regel kunnen uitleggen?
73
New cards
je ne comprends pas la différence entre … et …
ik begrijp het verschil niet tussen … en …
74
New cards
voulez-vous traduire ce mot?
wilt u dit woord vertalen?
75
New cards
vous êtes devant le tableau. pourriez-vous changer de place, s.v.p.?
u staat voor het bord. zou u van plaats willen veranderen aub?
76
New cards
ce mot s’écrit comment?
hoe wordt dit woord geschreven?
77
New cards
ce mot se prononce comment?
hoe wordt dit woord uitgesproken?
78
New cards
vous voudriez tourner un peu le tableau, svp
zou u het bord een beetje willen draaien, aub?
79
New cards
vous pourriez parler plus lentement s.v.p.?
zou u trager kunnen spreken aub?
80
New cards
vous pouvez écrire cela au tableau?
kunt u dit op het bord schrijven?
81
New cards
vous pouvez épelez le mot?
kunt u het woord spellen?
82
New cards
vous voulez agrandir l’image?
wilt u het beeld vergroten?
83
New cards
vous pourriez montrer la réponse/la page précédente
zou u vorig antwoord/pagina kunnen tonen?
84
New cards
pourriez-vous agumenter/diminiuer le son?
zou u het geluid kunnen verhogen/verminderen?
85
New cards
quand allons-nous faire une terro sur …?
wanneer gaan we een toets maken over …?
86
New cards
pour quand esce que nous devons faire ce devoir?
tegen wanneer moeten we die huistaak maken?
87
New cards
vous avez déjà corrigé les tests?
heeft u de toetsen al verbeterd?
88
New cards
qu’est-ce qu’on doit étudier?
wat moeten we studeren?cela se trouve à
89
New cards
cela se trouve à quelle page?
op welke pagina staat dat?
90
New cards
le dernier cours, j’étais absent'(e). avez-vous encore une photocopie?
ik was de laatste les afwezig. heeft u nog een kopie?
91
New cards
quens est-ce que je dois rattraper cette interro?
wanneer moet ik die toets inhalen?
92
New cards
j’ai oublié mon livre. je peux aller le chercher dans mon casier?
ik ben mijn beok vergeten. mag ik het halen (zoeken) in mijn kluisje?
93
New cards
je peux ouvrir/fermer la fenêtre?
mag ik het raam opendoen/sluiten
94
New cards
emprunter
ontlenen
95
New cards
je peux remplir ma bouteille?
mag ik mijn vles opvullen?j
96
New cards
j’avais un pneu crevé
ik had een platte band
97
New cards
il y avait un bouchon
er was file
98
New cards
je n’arrive pas à allumer l’ordinateur
ik krijg de computer niet aan
99
New cards
je ne sais pas comment je dois ouvrir ce programme
ik weet niet hoe ik dat programma moet openen
100
New cards
quand j’appuie sur la touche ‘envoyer’, il ne se passe rien!?
wanneer ik op de toets ‘verzenden’ klik, gebeurt er niks!?
Load more