Biologie H5 deel 2

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/31

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

bevruchting, zwangeschap, geboorte

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

32 Terms

1
New cards

Beschrijf hoe de weg die de zaadcellen afleggen bij de bevruchting

bewegen in de richting van het minst zure milieu, geholpen door slijm van de BMH

Mbv de zweepstaart zwemmen ze de baarmoederholte binnen

zwemmen naar de eileiders, tegen de stroom vd trilharen in

slechts een paar 100 zaadcellen bereiken de eicel

2
New cards

welk effect zou een afname van de concentratie progesteron laat in de zwangerschap hebben?

Het zou de bevalling op gang brengen, aangezien de oestrogeen productie niet meer geremd word.

3
New cards

Waarom sterft een kwart van de spermatozoïden af in de vagina

  • negatieve invloed zuurtegraad in de vagina

  • imuunreacties van de vrouw tegen lichaamsvreemde cellen

  • misvormingen van de zaadcellen

4
New cards

Beschrijf het binnendringen van een spermatozoïde in de eicel

  1. binnendringen doorheen corona radiata

    • enzymen & hevige beweging

  2. binnendringen doorheen pellucidevlies

    • acrosoomreactie

    • perforeren pellucidevlies

      • enkel 1 zaadcel dringt door

  3. binnendringen doorheen celmembraan eicel

  4. ontstaan bevruchtingsmembraan

    • corticale reactie

5
New cards

Wat is amfimixie

Kern zaadcel migreert naar centrum secundaire oöcyt meiose 2

—> oötide met eicel- en zaadcelkern (n+n) (4)

Oplossing kernmembranen —> kerninhouden vermengen (= amfimixie)

conceptie voltrokken —> ontstaat zygote

6
New cards

Wat zijn de stappen van embryogenese

  1. migratie van het embryo naar de baarmoeder

    • klievingsdelingen

    • vorming morula

    • vorming blastocyst (blastula)

  2. nidatie/innesteling in het baarmoederslijmvlies

  3. embryonale ontwikkeling W2-3

  4. embryonale ontwikkeling W4-8

7
New cards

Wat zijn de klievingsdelingen

De eerste celdelingen waar bijna geen G1-2 fase aanwezig is, en ze dus kleiner worden met weinig cytoplasma. Deze cellen noemen we blastomeren.

8
New cards

Wat is de morula

Vanaf het achtcellige stadium ontstaat er door verbindingen tussen de afzonderlijke blastomeren een compactere structuur; de morula.

9
New cards

Hoe gebeurt de vorming van de blastula

De buitenste cellen vormen de trofoblast, de binnenste de embryoblast.

De trofoblasten pompen natrium ionen naar de intercellulaire ruimten. Als gevolg van osmose komt water vanuit de baarmoederholte in de intercellulaire ruimte.

De intercellulaire ruimten versmelten tot de blastulaholte. Dit geheel noemen we nu een blastocyst/blastula.

Door de opname van vocht neemt het volume van de blastocyst sterk toe en barst het bevruchtingsmembraan open.

De blastocyst komt vrij en is in staat zich in te nestelen in het baarmoederslijmvlies.

10
New cards

Bespreek de nidatie

Tussen de blastocyst en het BMSV ontstaat een moleculaire dialoog. De blastocyst geeft geeft daarbij stoffen af die het baarmoederepitheel stimuleren tot het produceren van receptoren die een binding met de blastocyst mogelijk maken. Die binding leidt uiteindelijk tot nidatie.

11
New cards

Wat is de tweebladige kiemschijf

cellen van het embryoblast differentiëren tot

  • de epiblast

  • de hypoblast

vormen samen een platte schijf en worden samen de tweebladige kiemschijf genoemd.

12
New cards

Wat is gastrulatie

het proces waardoor er een driebladige kiemschijf onstaat.

Vanaf dat moment komt de blastocyt in een volgende ontwikkelingsfase, gastrula genoemd.

13
New cards

Hoe verloopt gastrulatie

  • sommige cellen vd epiblast maken zich los en migreren naar de onderkant. Daar vormen ze samen met de hypoblast het embryonale endoderm.

  • andere losgekomen cellen van de epiblast komen tussen de epiblast en het endoderm te liggen en vormen zo het embryonale mesoderm.

  • de cellen die in de epiblast blijven, vormen het embryonale ectoderm.

14
New cards

Van welke tot welke week start de organogenese en door wat komt dit

week 4-8; door differentiatie van elk van de drie kiembladen

15
New cards

Rond welke periode is de embryonale placenta en de navelstreng gevormd? En door wat komt dit?

Week 8.

De cytotrofoblast is aan het begin van de tweede maand gekenmerkt door een groot aantal hechtingsvlokken. Die zullen zich dan ontwikkelen tot de embryonale placenta en de navelstreng.

16
New cards

Vanaf wanneer spreken we van een foetus

Week 8

17
New cards

Hoelang duurt een voldragen zwangerschap

40 weken, 9 kalendermaanden

gerekend van de eerste dag van de laatste menstruatie

18
New cards

Hoe ontstaat het vruchtvlies

amnionvlies en chorionvlies vergroeien met elkaar en vormen samen vruchtvliezen

19
New cards

Wat is het vruchtwater en wat is de functie

De amnionhulte is gevuld met een helder, waterachtig vocht - het vruchtwater - dat aanvankelijk afkomstig is uit het moederlijke bloed.

  • schokdemper

  • maakt beweging van de foetus mogelijk

20
New cards

Wat functioneert tijdens het foetale leven als nier?

de placenta

21
New cards

Wat is de placentabarrière?

de foetale circulatie en de moederlijke circulatie worden gescheiden door de placentabarrière. We kunnen aan de placenta dus een foetaal en moederlijk gedeelte onderscheiden

22
New cards

Wat zijn de twee hoofdfuncties van de placenta

  • uitwisselingsorgaan

  • hormoonproducerend orgaan

23
New cards

Hoe werkt de placenta als uitwisselingsorgaan

  • via diffusie: gasuitwisseling

    • voedingsstoffen in

    • afvalstoffen uit

  • moederlijke antistoffen = passieve immuniteit

  • foetus kan ook besmet geraken via placenta of beïnvloedt door bv drugs

24
New cards

Hoe werkt de placenta als hormoonproducerend orgaan

  • placenta neemt functie geel lichaam over (na w8)

  • produceert progesteron en oestrogeen

    • komen in hogere concentraties voor dan bij menstruele cyclus

    • maken borstklieren gereed voor melkproductie

    • remt baarmoedercontracties

25
New cards

Hoe ontstaat een twee-eiige tweeling

tijdens de ovulatie komen 2 eicellen vrij

worden bevrucht door 2 spermatozoïden

= niet identieke tweeling

aparte nidatie

eigen placenta

eigen amnion- en chorionvlies

26
New cards

Hoe ontstaat een eeneiige tweeling

uit 1 zygote

identieke tweeling

ontstaat door splitsing van het embryo

  • tweecellig stadium

    • eigen alles

  • vroege blastoyststadium na de nidatie

    • gemeenschappelijke placenta & chorionholte

    • aparte amnionholte

  • late blastocyststadium

    • gemeenschappelijke placenta, chorionholte en amnionholte

27
New cards

Welke 3 fasen onderscheiden we bij de geboorte

  1. ontsluitingsfase

  2. uitdrijvingsfase

  3. nageboorte en herstlfase

28
New cards

Bespreek de ontsluitingsfase

  • hormonen en zenuwimpulsen —> bevalling op gang

  • eerste weeën —> baarmoederhals uitgerekt en daarna geopend/ontsloten

  • foetus produceert hormonen die bevalling in gang zetten door productie oestrogeen te verhogen

  • oestrogeen → eerste weeën

29
New cards

Bespreek de uitdrijvingsfase

  • indalen foetus leidt tot druk op endeldarm (persdrang) —> zenuwimpuls waardoor de buikspieren samentrekken (persweeën)

  • oxytocine —> echte weeën

  • navelstreng geknipt

30
New cards

Bespreek de nageboorte

  • na ongeveer 20 minuten worden de placenta, de navelstreng en de vruchtvliezen uitgedreven (=nageboorte)

31
New cards

Wat is colostrum

geelachtig vicht, rijk aan eiwitten en antistoffen. Bevat weinig vet en suiker —> licht verteerbaar

32
New cards

Bespreek kort de melksecretie

  • hypofyse secreteert prolactine (melksecretie) en oxytocine (melkejectie)

  • hypothalamus secreteert PIF —> inhibitie van secretie prolactine

  • oestrogeen -_> inhibitie van secretie PIF