suprahyoidale spieren
insureren tongbeen van bovenaf
infahyoidale spieren
tongbeen terugbrengen naar oorspronkelijke plek
compartimenten
visceraal, vertebraal, vasculair li/re (vaatzenuwstreng)
visceraal compartiment
strottenhoofd (larynx), keel (pharynx), (bij)schildklier(en), trachea slokdarm
vertebraal compartiment
prevertebrale spieren voor o.a. stabiliteit en hoofd rechtop en cervicale wervelkolom
vasculair compartiment
carotis communis/interna, vene jugularis interna, nervus vagus
halsfasciën
fascia cervicalis superficialis (alleen voorkant over platysma) en fascia cervicalis profundum
lagen fascia cervicalis profundum
lamina superficialis
lamina previsceralis
lamina prevertebralis
vagina carotica met ertussen losmazig bindweefsel
halsregio's
regio cervicalis posterior (nek)
regio cervicalis lateralis (achterste halsdriehoek)
regio cervicalis anterior (voorste halsdriehoek)
trigona van regio cervicalis lateralis
trigonum cervicale posterius
trigonum omoclaviculaire gescheiden door onderste buik m. omohyoideus
begrenzingen regio cervicalis lateralis
schedelriggel aan achterkant via processus mastoideus, achterrand sternocleidomastoideus en voorrand pars descendens trapezius en onderkant clavicula
structuren in achterste halsdriehoek
vena jugularis externus en nervus accesorius, punctum nervosum, accessoire ademhalingsspieren, scalenusspieren met bijbehorende structuren, plexus brachialis
ligging structuren rond scalenusspieren
tussen middelste en achterste: vena subclavia waarvandaan arteria vertebralis en truncus thyrocervicalis komen
arteria carotis communis
nerven
trigona regio cervicalis anterior
trigonum submandibulare
trigonum submentale
trigonum musculare
trigonum caroticum
trigonum submandibulare (begrenzing en structuren)
gevormd door onderkant onderkaak en 2 buiken m. digastricus
glandula submandibularis, arteria en vene facialis, aantal lymfeklieren
nervus hypoglossus en lingualis
suprahyoidale spieren: digastricus, stylohyoideus, mylohyoideus, geniohyoideus
m. digastricus
suprahyoidale spier, 2 buiken, geïnnerveerd door n. V3 en n. VII
m. stylohyoideus
suprahyoidale spier, geïnnerveerd door n. VII
m. mylohyoideus
suprahyoidale spier, aangestuurd door n. V3, sluit gebied aan achterkant onderkaak af (diafragma orus)
m. geniohyoideus
suprahyoidale spier, aangestuurd door n. spinalis C1
begrenzing trigonum submentale
begrensd door tongbeen en voorste buik digastricus
trigonum musculare
met name (infrahyoidale) spieren hier,
m. omohyoideus, m. sternohyoideus, m. thyrohyoideus,
geïnnerveerd door cervicale plexus (C1-C3, ansa cervicalis)
trigonum caroticum
meeste hersenzenuwen hier (IX, X, XI, XII, ansa cervicalis)
arteria carotis (externa zijtakken, interna in schedelbasis)
fossa axillaris
toegangspoort vanuit hals naar bovenste extremiteit
ansa cervicalis
deel cervicale plexus gevormd door C1-C3
plexus cecrvicalis
samengaan ventrale takken C1-C4 en er komen perifere zenuwen uit, waaronder n. phrenicus (innervatie diafragma)
dubbelfunctie suprahyoidale spieren
onderkaak naar beneden bewegen en tongbeen heffen
dubbelfunctie m. thyrohyoideus (infrahyoidale spier)
tongbeen terugbewegen naar plaats
als hyoid fixeren en spier verkorten -> schildkraakbeen opheffen -> facetstem produceren
vertakking arteria carotis externa
a. thyroideus superior
a. lingualis
a. facialis
a. maxillaris
a. temporalis superficialis
en nog wat kleinere takjes, o.a. a. pharyngea ascendens
a. thyroideus superior
vascularisatie tong
a. facialis
vascularisatie aangezicht
a. maxillaris
tussen neuro- en visceracranium, via achterkant neus binnen
a. arteria pharyngea ascendens
vascularisatie keel
m. platysma
oppervlakkige spier aangezichtsmusculatuur, aangestuurd door n. VII -> huid in hals op spanning
cartilago thyroideum
kraakbenig gedeelte en vormt aan buitenkant adamsappel, aan de onderkant vast aan bovenste deel trachea
schildklier
produceert calcitonine -> osteoclasten geremd
verloop n. glossopharyngeus
vrij diep richting tong
verloop n. vagus
richting thorax en abdomen
verloop n. accessorius
klein stukje voordat onder m. trapezius duikt
verloop n. hypoglossus
loopt mee met IX, maar oppervlakkiger, dus richting tong