Natuurwetenschappen T2

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/29

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

30 Terms

1
New cards

Biosfeer

Deel van de aarde waar leven mogelijk is. Opgebouwd uit ecosystemen , die bevatten meerdere biotopen, hierin leven populaties van verschillende organismen.

2
New cards

Cel

Levende organismen die zijn opgebouwd uit dezelfde eenheid. Dit is het kleinste organisatieniveau

3
New cards

Macroscopisch

Zichtbaar met blote oog

4
New cards

Microscopisch

Zichtbaar met lichtmicroscoop

5
New cards

Submicroscopisch

Niet zichtbaar met een lichtmicroscoop

6
New cards

Celwand

Biedt stevigheid en structuur, belangrijk want ze hebben geen skelet. Opgebouwd uit grote organische moleculen en cellulosevezels. Heeft beschermende laag

7
New cards

Celkern of nucleus

Bevat DNA. Grootste, opvallende celorganel, omhuld door dubbel membraan

8
New cards

Eukaryote cellen

Cellen met DNA, plantaardige en dierlijke cellen

9
New cards

Prokaryote cellen

Geen celkern en het DNA ligt vrij in cytoplasma, bacteriën

10
New cards

Cytoplasma

Waterige vloeistof waarin ionen en moleculen zijn opgelost

11
New cards

Celorganellen

Structuren in cytoplasma van een eukaryote cel

12
New cards

Celmembraan

Het is semipermeabel (half doorlatend), en het is een selectieve barrière waar slechts een beperkt aantal cellen het membraan kunnen verlaten of binnenkomen

13
New cards

Fosfolipide dubbellaag

Fosfolipiden die met hu kopje naar de waterige oplossing staan en met hun staarten naar elkaar

14
New cards

Cholesterol (Celmembraan)

Beïnvloedt de beweeglijkheid van het membraan

15
New cards

Proteïnen (celmembraan)

Ontvangen en geven de communicatie door

16
New cards

Ribosomen

Komen in alle levende cellen voor en maken proteïnen aan. Zweven rond in kern in cytoplasma en membranen van ER

17
New cards

Cytoskelet

Netwerken van proteïnevezels die zorgen voor structuur, vorm en stevigheid. Het is opgebouwd uit microtubuli

18
New cards

Microtubuli

Holle buisvormige proteïnenstructuren en zorgen voor stevigheid en voortbeweging van cellen.

19
New cards

Centriolenpaar

2 centriolen in dierlijke cellen en bestaan uit microtubuli. Belangrijk tijdens de celdeling

20
New cards

Centrosoom

Proteïnen die samen met centriolen rond circuleren 

21
New cards

Kernporiën (celkern)

Laten communicatie tussen celkern en cytoplasma toe en ze zorgen voor uitwisseling van afval-en voedingsstoffen 

22
New cards

Kernlichaampjes

Waar de ribosomen worden aangemaakt

23
New cards

Endoplasmatisch reticulum ER

Netwerk van kanalen, blaasjes en afgeplatte holtes

24
New cards

Ruw endoplasmatisch reticulum

Bezet met ribosomen en is verbonden met de buitenste membraanlaag. Zorgt voor transport van proteïnen

25
New cards

Glas endoplasmatisch reticulum

Buisvormig netwerk van membranen zonder ribosomen. Het maakt vetten en fosfolipiden aan. Het bewerkt proteïnen

26
New cards

Golgi-apparaat of golgicomplex

Bestaat uit opeengestapelde membraanzakken die niet verbonden zijn. Aan de onderzijde zijn blaasjes met moleculen, die worden afgewerkt. Sommige worden aan bovenzijde verpakt en verstuurd

27
New cards

Lysosomen

Golgiblaasjes met verteringsenzymen, ze breken oude celorganellen en moleculen af en recycleren het materiaal. Ze spelen een rol bij immuniteit

28
New cards

Mitochondriën

Boonvormige organismen omgeven door een dubbel membraan, het zijn energiecentrales van de cel

29
New cards

Plastiden

Langwerpig en omgeven door een dubbel membraan. meest voorkomende is baldgroenkorrels / chloroplasten.

30
New cards

Vacuolen

Met vocht gevulde blaasjes en zorgen voor stevigheid en celstrekking. Het is een opslagplaats en bevat afval - en reservestoffen maar ook giftige stoffen.