1/42
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Calcarea (kalksponzen): spicula gemaakt van CaCO3
Hexactinellida (glassponzen): spicula gemaakt van SiO2
Demospongiae (gewone sponzen): spicula gemaakt van spongine en/of SiO2
Hydrozoa: Portugees oorlogsschip
Scyphozoa: Kwal
Anthozoa: Zeeanemoon
Turbellaria (Platyhelminthes)
Monogenea (Fylum: Platyhelminthes, Klasse: Monogenea)
Schistosoma mansoni (klasse: trematoda, fylum: platyhelminthes)
·Schistosoma mansoni (klasse: trematoda, fylum: platyhelminthes)
Fasciola hepatica (klasse: trematoda, fylum: platyhelminthes)
Hoeveel dierensoorten zijn er? Waar zit de diversiteit? Waarom meer soorten dieren dan planten?
Oorsprong van dieren (precambrium), is het grootse deel van dieren gewerveld of ongewerveld?
Wat is een dier? Wat zijn de onderliggende kenmerken die je kunnen helpen om met zekerheid te zeggen of een organisme een dier is? Wat zijn verschillen met planten, zwammen en protisten?
Wie was Carolus Linnaeus? Wat zijn de verschillen tussen taxonomie, fylogenie, systematiek, cladistiek?
Waarom ziet de fylogenie van het dierenrijk op basis van morfologisch-anatomische kenmerken er anders uit dan een fylogenie op basis van genetische informatie?
Welke dieren zijn de eerste veroveraars van het land en wanneer? Leg hetzelfde uit voor de twee veroveraars van het land
Waarom hebben ongewervelden van een succesvolle bouwplan? Geef vb. van dieren met deze succesvolle bouwplannen
Leg de bouw van Porifera uit, op basis van wat kunnen ze ingedeeld worden? Hoe vindt de voortplanting plaats? Waar komen ze het meest voor? Wie eet ze op? Evolutionair verwant aan…
Lintwormen, klasse: Cestoidea en fylum: Platyhelminthes
Eenlagig plaveiselepitheel
· Locatie: longblaasjes, bloedvaten, lymfevaten, hartwand
· Functie: uitwisseling van stoffen en gassen (via filtratie en diffusie)
Eenlagig kubisch epitheel
· Locatie: secretiekanalen van klieren, nieren
· Functie: absorptie en secretie van stoffen
Eenlagig cilindrisch epitheel
· (Heeft soms cillia)
· Locatie:
o Gecillieerd: bronchi, baarmoeder, urineleiders
o Niet-gecillieerd: darmkanaal, blaas
· Functie: absorptie van stoffen & secretie van slijm
Meerlagig plaveiselepitheel
Minst doordringbaar epitheelweefsel, nauw gestapeld en heel dens, gelegen in de mond en wangen, met als functie de bescherming van onderliggende weefsels.
Meerlagig kubisch epitheel
· Locatie: zweetklieren, speekselklieren, melkklieren
· Functie: secretie van stoffen, bescherming van onderliggende weefsels
Meerlagig cilindrisch epitheel
· Komt weinig voor
· Locatie: conjunctiva van het oog, urinebuis (man)
· Functie: secretie van stoffen & bescherming van onderliggende weefsels
Meerrijig epitheelweefsel
· Eigenlijk eenlagig, maar lijkt meerlagig door variabele lengte van de cellen
· Locatie: trachea (luchtpijp) (= gecilieerd)
· Functie: secretie van slijm & vervoer van slijm uit de luchtwegen (via cilia) om pathogenen bv. uit te hoesten
soort weefsel in huid
meerlagig plaveisel
soort weefsel in dunne darm
eenlagig cilindrisch
functie spierweefsel
beweging van het skelet, beweging van de organen
Soorten spierweefsel
bestaat uit skeletspier, hartspier en glad spierweefsel.
Componenten van bindweefsel
bevat cellen, vezels en grondsubstantie.
==> grondsubstantie + vezels = cellen
Structuur grondsubstantie
polysachariden
glycoproteinen
proteinen
intersistiele vloeistof
viscositeit: afhankelijk van type vezels en type cellen
Structuur vezels
Bepaalt de stevigheid (collageen) en de flexibilteit (elastine)
collageen: zorgt voor stevigheid, zit in botten en huid
—> structuur: proteine bestaande uit een driedubbele helix van procollageenfibrillen die ook verpakt kunnen worden —> extra stevigheid
elastine: zit ook in huid, elasticiteit vormbehoud en rekbaarheid
Celtype
afhankelijk van type bindweefsel:
chondroblasten: kraakbeenweefsel
osteoblasten: beenweefsel
fibroblasten: algemeen bindweefsel
produceren vezels
Types bindweefsel
losmazig bindweefsel
dicht bindweefsel
bot
kraakbeen
bloed
vetweefsel
losmazig bindweefsel
· Losmazig: vrij flexibel, niet dicht bedrukt met collageen
· Functies:
o Verbindt epitheelweefsel met onderliggend weefsel
o Ondersteunt organen
· Locatie:
o In de huid
o In borst- en buikholte
· Structuur:
o Cellen (= fibroblasten): aanmaak collageen en elastine
dichtmazig bindweefsel
· Functie:
o Verbinding bot-bot (ligament)
o Verbinding bot-spier (pezen)
· Locatie:
o Ligamenten
o Pezen
· Cellen: fibroblasten
o Aanmaak collageen: dense bundels collageenvezels ==> stevigheid, niet makkelijk te scheuren of te plooien, moet veel kracht moeten weerstaan (bijna geen elastine)
Vetweefsel
· Functie:
o Energieopslag (veel efficient dan suiker)
o Thermoregulatie: weerstand tegen warmte (isolatie)
o Bescherming onderliggende organen
· Locatie:
o Onderhuids vet verspreid doorheen het lichaam
o Rondom organen
o Interstitieel tussen cellen
· Cellen: adipocyten (= vetcel)
o Vet opgeslagen in grote vacuole
o Figuur: vlek geen vetcel, maar al het vet opgeslagen in een vacuole binnen vetcel ==> neemt bijna alle volume in en celorganellen aan de zijkant geduwd
o “Zegelringcel”
Bloed
Kraakbeeen
Bot
· Functies:
o Ondersteuning lichaam, rechtop lopen
o Bescherming: ribben, schedel
o Spieraanhechting: spieren hechten zich vast aan skelet
· Locatie:
o Skelet
· Bouw:
o Osteon (1 unit)
o Osteoblasten (gespecialiseerde fibroblasten)
==> Produceren harde botmatrix: Hydroxyapatiet: [Ca10(PO4)6(OH)2 ] à vooral Ca & P
==> Liggen in holtes (= lacunae)
o Kanaal van Havers (midden): hierdoor stromen bloedvaten voor transport van voedingsstoffen
o Lamella: Lagen botmatrix, gescheiden door dunne grijze lijnen?
o Lacunes (zwarte stukjes): Kleine holtes met osteoblasten, scheiden botmatrix af en vormen lamellen
o Canaliculi (dunne dwarse strepen): osteoblasten verbinden voor transport en communicatie
o Kanaal van Volkmann: verbinden osteonen via dwarse kanalen
zenuwweefsel
= een netwerk van zenuwcellen (= neuronen) en gliacellen (= neuroglia)
==> uit ectoderm
functie: overdracht en verwerking van elektrische en chemische signalen