Algemene dierkunde

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/42

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

43 Terms

1
New cards
wat voor spons is dit?

Calcarea (kalksponzen): spicula gemaakt van CaCO3

2
New cards
wat voor spons is dit?

Hexactinellida (glassponzen): spicula gemaakt van SiO2

3
New cards
wat voor spons is dit?

Demospongiae (gewone sponzen): spicula gemaakt van spongine en/of SiO2

4
New cards

Hydrozoa: Portugees oorlogsschip

5
New cards

Scyphozoa: Kwal

6
New cards

Anthozoa: Zeeanemoon

7
New cards

Turbellaria (Platyhelminthes)

8
New cards

Monogenea (Fylum: Platyhelminthes, Klasse: Monogenea)

9
New cards

Schistosoma mansoni (klasse: trematoda, fylum: platyhelminthes)

10
New cards

·Schistosoma mansoni (klasse: trematoda, fylum: platyhelminthes)

11
New cards

Fasciola hepatica (klasse: trematoda, fylum: platyhelminthes)

12
New cards

Hoeveel dierensoorten zijn er? Waar zit de diversiteit? Waarom meer soorten dieren dan planten?

13
New cards

Oorsprong van dieren (precambrium), is het grootse deel van dieren gewerveld of ongewerveld?

14
New cards

Wat is een dier? Wat zijn de onderliggende kenmerken die je kunnen helpen om met zekerheid te zeggen of een organisme een dier is? Wat zijn verschillen met planten, zwammen en protisten?

15
New cards

Wie was Carolus Linnaeus? Wat zijn de verschillen tussen taxonomie, fylogenie, systematiek, cladistiek?

16
New cards

Waarom ziet de fylogenie van het dierenrijk op basis van morfologisch-anatomische kenmerken er anders uit dan een fylogenie op basis van genetische informatie?

17
New cards

Welke dieren zijn de eerste veroveraars van het land en wanneer? Leg hetzelfde uit voor de twee veroveraars van het land

18
New cards

Waarom hebben ongewervelden van een succesvolle bouwplan? Geef vb. van dieren met deze succesvolle bouwplannen

19
New cards

Leg de bouw van Porifera uit, op basis van wat kunnen ze ingedeeld worden? Hoe vindt de voortplanting plaats? Waar komen ze het meest voor? Wie eet ze op? Evolutionair verwant aan…

20
New cards

Lintwormen, klasse: Cestoidea en fylum: Platyhelminthes

21
New cards

Eenlagig plaveiselepitheel

·        Locatie: longblaasjes, bloedvaten, lymfevaten, hartwand

·        Functie: uitwisseling van stoffen en gassen (via filtratie en diffusie)

22
New cards

Eenlagig kubisch epitheel

·        Locatie: secretiekanalen van klieren, nieren

·        Functie: absorptie en secretie van stoffen

23
New cards

Eenlagig cilindrisch epitheel

·        (Heeft soms cillia)

·        Locatie:

o   Gecillieerd: bronchi, baarmoeder, urineleiders

o   Niet-gecillieerd: darmkanaal, blaas

·        Functie: absorptie van stoffen & secretie van slijm

24
New cards

Meerlagig plaveiselepitheel

Minst doordringbaar epitheelweefsel, nauw gestapeld en heel dens, gelegen in de mond en wangen, met als functie de bescherming van onderliggende weefsels.

25
New cards

Meerlagig kubisch epitheel

·        Locatie: zweetklieren, speekselklieren, melkklieren

·        Functie: secretie van stoffen, bescherming van onderliggende weefsels

26
New cards

Meerlagig cilindrisch epitheel

·        Komt weinig voor

·        Locatie: conjunctiva van het oog, urinebuis (man)

·        Functie: secretie van stoffen & bescherming van onderliggende weefsels

27
New cards

Meerrijig epitheelweefsel

·        Eigenlijk eenlagig, maar lijkt meerlagig door variabele lengte van de cellen

·        Locatie: trachea (luchtpijp) (= gecilieerd)

·        Functie: secretie van slijm & vervoer van slijm uit de luchtwegen (via cilia) om pathogenen bv. uit te hoesten

28
New cards

soort weefsel in huid

meerlagig plaveisel

29
New cards

soort weefsel in dunne darm

eenlagig cilindrisch

30
New cards

functie spierweefsel

beweging van het skelet, beweging van de organen

31
New cards

Soorten spierweefsel

bestaat uit skeletspier, hartspier en glad spierweefsel.

32
New cards

Componenten van bindweefsel

bevat cellen, vezels en grondsubstantie.

==> grondsubstantie + vezels = cellen

33
New cards

Structuur grondsubstantie

  • polysachariden

  • glycoproteinen

  • proteinen

  • intersistiele vloeistof

  • viscositeit: afhankelijk van type vezels en type cellen

34
New cards

Structuur vezels

Bepaalt de stevigheid (collageen) en de flexibilteit (elastine)

  • collageen: zorgt voor stevigheid, zit in botten en huid

    —> structuur: proteine bestaande uit een driedubbele helix van procollageenfibrillen die ook verpakt kunnen worden —> extra stevigheid

  • elastine: zit ook in huid, elasticiteit vormbehoud en rekbaarheid

35
New cards

Celtype

afhankelijk van type bindweefsel:

  • chondroblasten: kraakbeenweefsel

  • osteoblasten: beenweefsel

  • fibroblasten: algemeen bindweefsel

  • produceren vezels

36
New cards

Types bindweefsel

  • losmazig bindweefsel

  • dicht bindweefsel

  • bot

  • kraakbeen

  • bloed

  • vetweefsel

37
New cards

losmazig bindweefsel

·        Losmazig: vrij flexibel, niet dicht bedrukt met collageen

·        Functies:

o   Verbindt epitheelweefsel met onderliggend weefsel

o   Ondersteunt organen

·        Locatie:

o   In de huid

o   In borst- en buikholte

·        Structuur:

o   Cellen (= fibroblasten): aanmaak collageen en elastine

38
New cards

dichtmazig bindweefsel

·        Functie:

o   Verbinding bot-bot (ligament)

o   Verbinding bot-spier (pezen)

·        Locatie:

o   Ligamenten

o   Pezen                                                      

·        Cellen: fibroblasten

o   Aanmaak collageen: dense bundels collageenvezels ==> stevigheid, niet makkelijk te scheuren of te plooien, moet veel kracht moeten weerstaan (bijna geen elastine)

39
New cards

Vetweefsel

·        Functie:

o   Energieopslag (veel efficient dan suiker)

o   Thermoregulatie: weerstand tegen warmte (isolatie)                                                             

o   Bescherming onderliggende organen

·        Locatie:

o   Onderhuids vet verspreid doorheen het lichaam

o   Rondom organen

o   Interstitieel tussen cellen

·        Cellen: adipocyten (= vetcel)

o   Vet opgeslagen in grote vacuole

o   Figuur: vlek geen vetcel, maar al het vet opgeslagen in een vacuole binnen vetcel ==> neemt bijna alle volume in en celorganellen aan de zijkant geduwd

o   “Zegelringcel”

40
New cards

Bloed

·        ECM van bloed: bloedplasma (alles wat geen cel is)

·        Bloedplaten: klompen van proteïnen

·        Functie:

o   Transport                                    

o   Thermoregulatie: vernauwen of verbreden

·        Locatie:

o   Aders

o   Venen

·        Cellen:

o   Rode bloedcellen (erythrocyten) ==> zuurstoftransport

o   Witte bloedcellen (leukocyten) ==> immuuncellen

o   Bloedplaatjes (trombocyten) (geen echte cellen) ==> bloedstolling

41
New cards

Kraakbeeen

·        Lijkt op echt been MAAR is flexibeler => schokabsorptie en stress weerstaan => kan plooien vooraleer het echt breekt                                 

·        Functie:

o   Ondersteuning                                                           

o   Elasticiteit + schokabsorptie

·        Locatie:

o   Neus

o   Oor, sternum

·        Cellen:

o   Chondroblasten ==> productie Chondroïtinesulfaat (=matrix): bepaalde stof die voor de hardheid van kraakbeen zorgt

42
New cards

Bot

·        Functies:

o   Ondersteuning lichaam, rechtop lopen

o   Bescherming: ribben, schedel

o   Spieraanhechting: spieren hechten zich vast aan skelet  

·        Locatie:

o   Skelet

·        Bouw:

o   Osteon (1 unit)

o   Osteoblasten (gespecialiseerde fibroblasten)

==> Produceren harde botmatrix: Hydroxyapatiet: [Ca10(PO4)6(OH)2 ] à vooral Ca & P

==> Liggen in holtes (= lacunae)

o   Kanaal van Havers (midden): hierdoor stromen bloedvaten voor transport van voedingsstoffen

o   Lamella: Lagen botmatrix, gescheiden door dunne grijze lijnen?

o   Lacunes (zwarte stukjes): Kleine holtes met osteoblasten, scheiden botmatrix af en vormen lamellen

o   Canaliculi (dunne dwarse strepen): osteoblasten verbinden voor transport en communicatie

o   Kanaal van Volkmann: verbinden osteonen via dwarse kanalen

43
New cards

zenuwweefsel

= een netwerk van zenuwcellen (= neuronen) en gliacellen (= neuroglia)

==> uit ectoderm

functie: overdracht en verwerking van elektrische en chemische signalen