ante
acc voor
aut
of
complere
vullen
curare + acc
verzorgen, zorgen voor
emere
kopen
filia
dochter
fortasse
misschien
habere
hebben
hic bijw
hier
immo
integendeel
incipere, incipio
beginnen
initium
begin
manere
blijven
nihil nom/acc
niets
nonne
(toch) zeker wel
pecunia
geld
poculum
beker
quando
wanneer
quod
omdat
(datgene) wat
respondere
antwoorden
rogare
vragen
soror, sorores
zus
spectator, ores
toeschouwer
sub + abl
onder
vetare
verbieden
via
weg, straat
cito bijw
snel
claudere
sluiten
currere
rennen
deinde
daarna
domi
thuis
finire
beëindigen
fluere
stromen
gaudere
blij zijn
hodie
vandaag
ita
zo
iterum
weer, opnieuw
nemo, gen neminis
niemand
numquam
nooit
nuntiare
berichten, aankondigen
oculus
oog
posse
kunnen
quid
wat
quis
wie
quo
waarheen
sanguis, gen sanguinis
bloed
spectaculum
voorstelling
spectare
kijken (naar)
superare
overtreffen
overwinnen
ubique
overal
valde
zeer, erg
a / ab + abl
vanaf
door
agmen, agmina
rij, stoet
caput, capita
hoofd
corpus, corpora
lichaam
enim
immers, want
frustra
tevergeefs
homo, homines
mens
leo, leones
leeuw
longe
ver (weg), verreweg
pendere
hangen
per + acc
door(heen)
gedurende
over(heen)
pes, pedes
voet, poot
petere
aanvallen
procedere
voortgaan, lopen
resistere
weerstand bieden
salutare
(be)groeten
tenere
(vast)houden
terra
aarde, grond
umbra
schaduw
vinum
wijn
vulnerare
verwonden
adhuc
nog, tot nu toe
antea
eerder
appropinquare + dat
naderen
causa
reden
centum
honderd
consistere
blijven staan
contra + acc
tegen(over)
domum
naar huis
hora
uur
id nom/acc
dit
ire
gaan
negare
ontkennen
weigeren
nondum
nog niet
nunc
nu
quidem … sed
wel(iswaar) … maar
scire
weten