socius
de bondgenoot, de deelgenoot
taurus
de stier
flamma
de vlam
ripa
de oever
via
de weg
consilium
het overleg, de raad, het plan
monstrum
het wonder, het monster
praemium
de beloning
durus
hard
fessus
vermoeid
obscurus
duister, onbeduidend
tantus
zo groot
quantus
hoe groot, (zo groot) als
sacer
heilig, geweid
custos
de bewaker
dens
de tand
flos
de bloem
hospes
de gast, de gastheer
vates
de waarzegger, de dichter
condicio
de voorwaarde, de toestand
vox
de stem, het woord
decus
de eer, het sieraad
munus
de taak, het geschenk
sidus
de ster, het sterrenbeeld
dulcis
zoet, lief
talis
zodanig
qualis
hoedanig, (zodanig) als
ferox
woest, uitdagend
metus
de vrees
necare
vermoorden
properare
zich haasten
vocare
roepen, noemen
volare
vliegen
placere
bevallen, aanstaan
cadere
vallen
canere
zingen, bezingen
cogere
bijeenbrengen, dwingen
extinguere
uitdoven, vernietigen
induere
aantrekken, bekleden met
quaerere
zoeken, vragen
resistere
stilstaan, zich verzetten tegen
oblivici
vergeten
sequi
volgen
custodire
bewaken
oriri
ontstaan, opkomen
cupere
verlangen
offere
aanbieden
contra
ertegenover, anderzijds
immo
integendeel, sterker nog
interdum
soms
interea
intussen
quoque
ook
quamvis
hoewel, hoe…ook
dolus
de list
femina
de vrouw
vacuus
leeg, vrij van
liber
vrij (van)
fraus
het bedog
os
de mond, het gelaad
parere
gehoorzamen
sedere
zitten
tueri
bekijken, beschermen
fluere
vloeien
permittere
toestaan, toevertrouwen
rumpere
openbreken, verbreken
vincere
overwinnen, overtreffen
perferre
overbrengen, verdragen
hinc
van hier
quidem
wel(iswaar), tenminste, meer bepaald
capillus
het haar
lectus
het bed
luna
de maan
umbra
de schaduw, de schim
villa
de villa, het landgoed
initium
het begin
silentium
de stilte
spatium
de ruimte, de afstand, de tijdsduur
vinculum
de band, de boei
clarus
helder, beroemd
mirus
wonderlijk
imago
het beeld
animal
het levend wezen het dier
lumen
het licht
pecus
het vee
magistratus
het ambt, de magistraat
numerare
tellen
adiuvare
helpen
mirari
zich verwonderen over, bewonderen
apparere
verschijnen, blijken
terrere
bang maken
valere
gezond zijn, krachtig zijn, in staat zijn
caedere
hakken, doden
deserere
verlaten
occidere
doden
poscere
eisen
remittere
terugzenden, laten gaan
surgere
opstaan
conficere
afmaken
ante(a)
vroeger
non iam
niet meer