mens en werk conflicten op de werkvloer

conflict

proces dat begint wanneer iemand ervaart dat de eigen meningen, doelen, belangen, interpretaties, waarden en normen door iemand anders geschaad zijn of zullen worden geschaad.

drie kenmerken

• Conflict is een proces

• “ervaren” m.a.w. partijen (minstens twee) moeten het conflict waarnemen

• Er is een spanningsveld tussen de belangen van de partijen

5 soorten conflicten

• Onderscheid o.b.v. het al dan niet dienen van de belangen van de organisatie:

  • Functionele conflicten:

    • Positief resultaat voor de organisatie

  • Disfunctionele conflicten:

    • Nadelig voor de organisatie

• Onderscheid o.b.v. het soort conflict:

  • Taakconflicten m.b.t. inhoud en doelen van het werk

    • Functioneel bij gematigd niveau

  • Relatieconflicten = sociaal- emotionele conflicten

    • ALTIJD disfunctioneel

  • Procesconflicten over de manier waarop het werk gedaan moet worden

    • Functioneel bij gematigd niveau

• Onderscheid o.b.v. tussen wie het conflict zich afspeelt:

  • interpersoonlijke conflicten: tussen individuele personen

  • intergroepsconflicten: tussen teams of groepen

  • Conflicten tussen organisaties

• Belangenconflicten vs. Meningsverschillen

• Onderscheid o.b.v. = of ≠ hiërarchische niveau:

  • Verticale conflicten: ≠ hiërarchische niveau

  • Horizontalen conflicten: = hiërarchische niveau

oorzaken van conflict

• Externe omstandigheden: m.b.t. de omgeving waarin de organisatie actief is

• Interne: oorzaken binnen de organisatie

• Drie mechanismen:

  • Onderlinge afhankelijkheid tussen medewerkers

  • Schaarste aan resources

  • Machts- of informatieasymmetrie in organisaties

conflictescalatie te herkennen op basis van 5 elementen

• Vriendelijk technieken  minder vriendelijke technieken

• Er komen steeds meer ‘grotere’ onderwerpen bij

• Specifieke zaken  algemene zaken

• ↑ formeel taalgebruik

• Behartigen eigen belangen  beschadigen van de andere partij

5 fases in conflictescalatie

• escalatieladder of escalatietrap

• polarisatie

• verharding

• verbreding

• toename aantal conflictpartijen

• destructie

fundamentele attributiefout

• Negatieve gedrag van de ander toeschrijven aan de persoonlijkheid en niet aan de omstandigheden

• + negatieve gedrag van zichzelf toeschrijven aan de omstandigheden en positieve aan zijn/haar persoonlijkheid

• psychodynamisch model

conflicthantering

Welke factoren bepalen iemands coöperatief of assertief karakter?

• Persoonlijkheidskenmerken

  • Welke persoonskenmerken geven een indicatie?

    • Culturele achtergrond en sociale waardeoriëntatie

• De situatie

  • Welke factoren bepalen of een situatie ‘zwak’ of ‘sterk’ is?

    • Aanwezigheid van een achterban

hoe reageren organisatieleden op conflicten

• Vijf mogelijkheden tot conflicthantering

  • aanpassen

  • samenwerken

  • compromis zoeken

  • mijden

  • vechten

• Iemand zijn/haar reactie op conflict hangt af van:

  • Tracht de persoon in kwestie zijn/haar eigen belangen te verdedigen?

  • Is de persoon coöperatief of niet?

conflicmanagement

alle maatregelen die het management van een organisatie kan nemen om conflicten te voorkomen en op te lossen

• Voorkomen -> Indirect conflictmanagement

• Oplossen -> Direct conflictmanagement

indirecte conflicmanagement

Maatregelen die het management neemt in het kader van het voorkomen van disfunctionele conflicten

• Bijv. betere afbakening en omschrijving van bevoegdheden, meer formalisatie, transparante communicatie, …

• Bijv. stimuleren van functionele conflicten (advocaat van de duivel, dialectische methode)

direct conflictmanagement

Maatregelen die het management neemt in het kader van het oplossen van conflicten

• overzicht van mogelijke managementreacties o.b.v. tweevoudig zorgmodel

• Arbitrage

• Bemiddeling