economie module 4

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/44

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Dutch Vocabulary Flashcards from Lecture Notes

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

45 Terms

1
New cards

ADW (Algemene Ouderdomswet)

Een op solidariteit gebaseerd systeem waarbij mensen die betaalde arbeid verrichten betalen voor de mensen die met pensioen zijn.

2
New cards

Kapitaaldekkingsstelsel

Een systeem waarbij pensioenuitkeringen worden gedekt door inkomsten uit kapitaal.

3
New cards

Algemeen prijspeil

Het gemiddelde prijsniveau van het goederenmandje.

4
New cards

Algemene prijs van tijd

De prijs van tijd die banken rekenen.

5
New cards

Basisjaar

Het jaar dat als beginsituatie wordt genomen bij de berekening van indexcijfers.

6
New cards

Bestedingsaandelen

Wegingsfactoren.

7
New cards

Consumentenprijsindex (CPI)

De hoogte van het algemene prijspeil, uitgedrukt in een indexcijfer.

8
New cards

Deflatie

Daling van het algemene prijspeil door de tijd.

9
New cards

Depositorekening

De bankrekening van algemene banken bij de centrale bank.

10
New cards

Depositorente

De rente op de depositorekening van algemene banken bij de centrale bank.

11
New cards

Goederenmandje

Verzameling producten die representatief zijn voor wat een gemiddeld huishouden koopt.

12
New cards

Indexcijfer

Verhoudingsgetal van een waarde in twee verschillende perioden.

13
New cards

Individuele prijs van tijd

Ongemak van consumptie-uitstel.

14
New cards

Inflatie

Stijging van het algemene prijspeil door de tijd.

15
New cards

Intertemporele substitutie

Verschuiving van consumptie over de tijd.

16
New cards

Kredietkanaal

Door de rente te verhogen of te verlagen beïnvloedt de ECB de maatschappelijke geldhoeveelheid en daarmee de economische activiteit.

17
New cards

Lenen

Vervroegen van consumptie: directe consumptie wordt betaald uit toekomstige inkomsten.

18
New cards

Marktprijs van tijd

De marktprijs van tijd is de algemene prijs van tijd.

19
New cards

Monetair beleid

Beleid van de centrale bank.

20
New cards

Partieel prijsindexcijfer

Prijsindexcijfer van een product.

21
New cards

Prijsindexcijfer

Prijs omgezet naar een indexcijfer.

22
New cards

Rente

Algemene prijs van tijd.

23
New cards

Reporente

Het rentepercentage waartegen banken geld kunnen lenen bij de centrale bank.

24
New cards

Risico-aversie

De neiging om het zekere voor het onzekere te nemen.

25
New cards

Sparen

Uitstellen van consumptie: directe consumptie wordt vervangen door consumptie in de toekomst.

26
New cards

Stroomgrootheden

Grootheden waarvan de waarde over een bepaalde periode wordt vastgesteld.

27
New cards

Vermogensmarkt

Markt waar vraag en aanbod van financieel kapitaal bij elkaar komen.

28
New cards

Voorraadgrootheden

Grootheden waarvan de waarde op een bepaald moment wordt bepaald.

29
New cards

Wegingsfactoren

Indicatie van het relatieve belang dat aan een bepaald product wordt toegekend als percentage van de totale uitgaven.

30
New cards

Economische levensloop

Ontwikkeling van het inkomen tijdens een mensenleven.

31
New cards

Financieel vermogen

Geldelijke bezittingen.

32
New cards

Kinderarbeid

Arbeid verricht door minderjarigen.

33
New cards

Leerplicht

Verplichting om naar school te gaan.

34
New cards

Levenslang leren

Permanente scholing gedurende het arbeidsleven.

35
New cards

Looninkomen

Hoeveelheid geld die wordt veruild voor arbeid.

36
New cards

Menselijk kapitaal

Productiefactor arbeid.

37
New cards

Pensioen

Periode in het leven zonder leerplicht en waarin geen betaalde arbeid verricht hoeft te worden.

38
New cards

Permanent consumptieniveau

Constante richtlijn voor consumptieniveau gedurende een heel leven.

39
New cards

Startsalaris

Salaris bij aanvang van de werkzame periode van het leven.

40
New cards

Verdiencapaciteit

Het vermogen om inkomen te genereren.

41
New cards

Aanvullend pensioen

Zelfstandig gespaard pensioen boven op het basispensioen.

42
New cards

Staatsobligatie

Lening voor de staat

43
New cards

Troonrede

Door het staatshoofd uitgesproken rede met daarin de plannen van de regering voor het aankomende jaar.

44
New cards

Waardevast

De uitkering stijgt mee met de inflatie.

45
New cards

Welvaartsvast

De uitkering stijgt mee met de loon.