Goedendag, kan ik je van dienst zijn?
Guten Tag, kann ich Ihnen helfen?
Will je de menukaart zien?
Möchten Sie die Speisekarte sehen?
Ik heb hier de menukaart, wat wil je graag eten?
Hier habe ich die Speisekarte. Was möchten Sie genau essen?
Zeg dat er ook aardappelsalde met kip te verkrijgen is.
Wir haben auch Kartoffelsalat mit HĂĽhnchen.
Helemaal prima.
Alles klar.
De specialiteit van de kok is vandaag…
Die Spezialität des Chefkochs ist heute …
Will je er ook iets bij drinken?
Möchten Sie dazu auch etwas trinken?
Wat will je graag drinken?
Was möchten Sie denn?
Water en thee zijn in iedergeval goedkoper.
Wasser und Tee sind auf jeden Fall billiger!
Geen probleem, eet smakelijk!
Kein Problem. Guten Appetit!
Alsjeblieft, hier het voorgerecht.
Bitte, hier Ihre Vorspeise.
Mein excuses, je krijgt gelijk een nieuwe kom soep.
Ach, Entschuldigung, Sie bekommen eine neue Suppe.
Aljeblieft, het hoofdgerecht.
Bitte hier Ihre Hauptspeise.
Mijn excuses! Ik haal gelijk een lepel voor jou.
Es tut mir leid! Ich hole sofort einen Löffel für Sie.
Kan ik verder nog iets voor je betekenen?
Kann ich sonst noch etwas fĂĽr Sie tun?
Rechts in de hoek
In der Ecke rechts
Alsjeblieft, het hoofdgerecht
Bitte, Ihre Hauptspeise
Ja natuurlijk
Ja klar
Heeft alles goed gesmaakt?
Hat alles gut geschmeckt?
Will je nog wat drinken?
Möchten Sie noch etwas trinken?
Wil je contant of met pin betalen?
Möchten Sie bar oder mit Karte Zahlen?
Hartstikke bedankt en tot ziens!
Vielen Dank und auf Wiedersehen!