Looks like no one added any tags here yet for you.
Pourriez-vous me donner / rappeler votre nom ?
Kunt u mij uw naam geven?
J’aurais besoin de votre adresse.
Ik heb uw adres nodig.
J’aimerais connaître le nom de votre société.
Ik zou graag de naam van uw bedrijf willen weten.
Serait-il possible de me procurer une pièce d’identité ?
Zou het mogelijk zijn om een ID te krijgen?
Je voulais vous demander si / ce que …
Ik wil u vragen of / wat ...
Le mot m’échappe
Ik kan er niet opkomen
Comment dire…
Hoe kan ik het zeggen…
J’ai perdu le fil de mes idées
Ik ben de draad kwijt
Où en étais-je ?
Waar was ik?
Je vais reprendre
Ik herneem
Vous dites / pardon / comment?
Niet verstaan, opnieuw zeggen
Prendre congé
Afscheid nemen en vertrekken
Je vous fais savoir quelque chose
Ik laat nog iets weten
Au fait
Trouwens, by the way
En fait
In feite, eerlijk gezegd
En effet
Inderdaad
Politesse et courtoisie
volgend deel
Vous permettez ?
Excuseer / Mag ik?
Il n’y a pas de mal.
Het is niet erg, geen probleem.
Comme convenu alors ?
Zoals afgesproken dan?
Je vous en prie !
Graag gedaan
Je ne m’y attendais pas.
Ik had het niet verwacht.
Je n’en sors plus.
Ik kan er niet meer aan uit.
Qu’en dites vous ?
Wat zeggen jullie?
Je m’en doutais !
Dat verwachte ik al, zien aankomen
Sans doute
Kan zijn, waarschijnlijk
Sans aucun doute
Ongetwijfeld, 100%
Il y a quelque chose qui cloche
Er klopt iets niet
Je n’y manquerai pas !
Zal ik doen, ik zal het niet vergeten
Je m’en charge.
Ik zal het doen, ik zorg ervoor
Pareillement
Voor u ook, hetzelfde
Où en etais-je ?
Waar was ik?
A vos souhaits !
Gezondheid (na niezen)
Je vous souhaite un bon rétablissement
Spoedig herstel, beterschap
Fait le bonjour
Doe de groetjes
Pas de soucis
Geen zorgen (no worries), komt in orde
Merci d’appeler
Gelieve te bellen
Merci d’avoir appelé
Bedankt om te bellen
Un désagrément
ongemak, hinder
Un empêchement
verhindering, beletsel