SOPS Examen Zomer

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/78

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

79 Terms

1
New cards

emotie

een kortdurende en intense reactie op een prikkel die we belangrijk vinden

2
New cards

temperament

een blijvende geneigdheid om vaak bepaalde emoties of stemmingen te ervaren

3
New cards

affectief

het ervaren van emoties en stemmingen

4
New cards

EQ (emotionele intelligentie)

het vermogen om op een efficiënte manier met je eigen emoties en die van anderen om te gaan

5
New cards

DSM

Diagnositc and Statical Manual of Mentale Disorders

6
New cards

arousal

mate van fysiologische opwinding

7
New cards

autonoom zenuwstelsel

deel van het zenuwstelsel dat de werking van de organen regelt

8
New cards

emotieregulatie

goede regeling van de eigen emoties

9
New cards

individualistische cultuur

cultuur waarin veel belang gehecht wordt aan persoonlijk doelen

10
New cards

parasympatisch zenuwstelsel

onderdeel van het autonoom zenuwstelsel dat zorgt voor de rust in het lichaam

11
New cards

posttraumatisch zenuwstelsel - PTSS

angststoornis als gevolg van ernstige stressgevende situaties

12
New cards

sympatisch zenuwstelsel

onderdeel van het autonoom zenuwstelsel dat in werking treedt bij inspanning of stress

13
New cards

tend-and-befriend-reactie

reactie op stress waarbij iemand zorgt voor zijn kinderen en hulp zoekt bij anderen

14
New cards

vecht-vlucht-reactie

reactie op stress waarbij lichaam en geest zich klaarmaken voor een lichamelijke inspanning

15
New cards

Cultuur

alles wat door mensen wordt gecreëerd en doorgegeven

16
New cards

hoofdcultuur

de cultuur die de samenleving op maatschappelijk, politiek en economisch vlak domineert

17
New cards

dominante cultuur

de cultuur van de groep met de meeste invloed

18
New cards

subcultuur

een groep waarvan de geloofsopvatting, waarden en/of levensstijl afwijken van die van de dominante cultuur en die binnen de maatschappij aanvaard wordt

19
New cards

tegencultuur of countercultures

groep in de samenleving die de hoofdcultuur verwerpt en zich afzet tegen de waarden van de heersende cultuur

20
New cards

cultuurcomponent

onderdeel waaruit de cultuur van een bepaalde groep is opgebouwd

21
New cards

fijnmazige samenleving

samenleving met veel regels

22
New cards

grofmazige samenleving

samenleving met weinig regels

23
New cards

hedonisme

het idee dat genieten van het leven het belangrijkste is

24
New cards

machtsafstand

maatschappelijke ongelijkheid binnen een bepaalde cultuur

25
New cards

Mix- of M-culturen

culturen die tussen fijnmazige en grofmazige samenlevingen zitten

26
New cards

rechtssysteem

verzameling van regels die samen het recht in een land bepalen

27
New cards

soberheid

het idee dat genot beperkt moet worden aan de hand van strikte sociale regels

28
New cards

sociale positie

de plaats die je inneemt in de maatschappij

29
New cards

sociale ongelijkheid

een rangschikking van sociale posities van hoog naar laag

30
New cards

inkomensongelijkheid

de ongelijke verdeling van het nationale inkomen over de bevolking

31
New cards

vermogensongelijkheid

de ongelijke verdeling van iemands totale bezit aan geld en goederen

32
New cards

armoede

een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan

33
New cards

generatiearmoede

armoede die wordt doorgegeven van ouders op kinderen

34
New cards

nieuwe armoede

mensen die in armoede zijn gekomen op latere leeftijd

35
New cards

economisch kapitaal

geld of goederen direct inwisselbaar tot geld

36
New cards

Gini-coëfficiënt

een statistische maatstaf van de ongelijkheid in een verdeling

37
New cards

kansenongelijkheid

een als onrechtvaardig te beschouwen kans op sociale ongelijkheid

38
New cards

vermogen

iemands totale bezit aan geld en goederen

39
New cards

sociale groepen

een groep van minstens 2 personnen

40
New cards

sociale structuur

een vorm van georganiseerd samenleven

41
New cards

lidmaatschap van een groep

een sociale positie ten opzichte van elkaar

42
New cards

positieset

alle sociale posities die je op een gegeven moment inneemt

43
New cards

sociale rollen

verwachtingen die anderen in de samenleving hebben over de manier waarop iemand de sociale positie vervult

44
New cards

rolpartners

leden van de samenleving met wie je onderling verbonden bent

45
New cards

rolgedrag

het gedrag dat je op basis van je sociale positie en je sociale rol stelt

46
New cards

rolmodel

een voorbeeldfunctie voor anderen

47
New cards

sociale controle

controle van anderen waardoor iemand zich aanpast aan het verwachte gedrag van de groep of maatschappij

48
New cards

rolpatronen

verwachtingen tegenover bepaalde sociale posities

49
New cards

emancipatie

gelijke rechten en kansen voor iedereen

50
New cards

feminisme

gelijke rechten en kansen voor vrouwen

51
New cards

rolconflict

tegenstrijdige rolverwachtingen in sociale posities

52
New cards

Intern rolconflict

conflict tussen 1 sociale positie

53
New cards

extern rolconflict

conflict tussen 2 sociale posities

54
New cards

rolverwarring

je weet niet hoe je je in een bepaalde situatie moet gedragen

55
New cards

sociale status

de waardering van anderen voor die sociale positie

56
New cards

sociale aanzien

de erkenning die je krijgt voor het vervullen van je sociale rol

57
New cards

Sociale stratificatie

indeling van groepen in lagen

58
New cards

Meritocratische samenleving

je status hangt af van hoe hard je werkt

59
New cards

sociale mobiliteit

mensen of groepen kunnen bewegen tussen verschillende sociale posities

60
New cards

gesloten samenleving

een samenleving waar je sociale positie al vanaf de geboorte vast ligt

61
New cards

open samenleving

een samenleving waar je vlot van de ene naar de andere sociale positie kan gaan

62
New cards

horizontale mobiliteit

nieuwe sociale positie, dezelfde SES

63
New cards

Verticale mobiliteit

nieuwe sociale positie, nieuwe SES

64
New cards

Intragenerationele mobiliteit

nieuwe sociale positie binnen je eigen leven

65
New cards

intergenerationele mobiliteit

nieuwe sociale positie in generaties

66
New cards

persoonlijkheid

een verzameling van stabiele en unieke psychische en gedragsmatige kenmerken

67
New cards

zelfbeeld of zelfconcept

de kennis die we over onszelf hebben

68
New cards

zelfcognitie of zelfkennis

wat je over jezelf weet

69
New cards

zelfwaardering

de waardering die je geeft aan alles wat je over jezelf weet

70
New cards

identiteit

de manier waarop we onszelf definiëren en beschrijven

71
New cards

extraversie

de mate waarin iemand nieuwe sociale contacten legt

72
New cards

vriendelijkheid

de mate waarin iemand bereid is om anderen te helpen en te vertrouwen

73
New cards

emotionele stabiliteit

de mate waarin iemand omgaat met emotionele zaken als stress & problemen

74
New cards

zorgvuldigheid

de mate waarin iemand georganiseerd en ordelijk is

75
New cards

openheid voor ervaringen

de mate waarin iemand openstaat voor nieuwe ervaringen

76
New cards

antropoloog

wetenschapper die de mens in al zijn aspecten bestudeert

77
New cards

Big Five

5 dimensies van persoonlijkheidstrekken waarmee de persoonlijkheid van iemand kan worden omschreven

78
New cards

pedagoog

wetenschapper die de opvoeding bestudeert

79
New cards

stereotype

simplistische veralgemening van 1 of meerdere eigenschappen die men toekent aan alle leden die tot een bepaalde groep behoren