1/78
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
emotie
een kortdurende en intense reactie op een prikkel die we belangrijk vinden
temperament
een blijvende geneigdheid om vaak bepaalde emoties of stemmingen te ervaren
affectief
het ervaren van emoties en stemmingen
EQ (emotionele intelligentie)
het vermogen om op een efficiënte manier met je eigen emoties en die van anderen om te gaan
DSM
Diagnositc and Statical Manual of Mentale Disorders
arousal
mate van fysiologische opwinding
autonoom zenuwstelsel
deel van het zenuwstelsel dat de werking van de organen regelt
emotieregulatie
goede regeling van de eigen emoties
individualistische cultuur
cultuur waarin veel belang gehecht wordt aan persoonlijk doelen
parasympatisch zenuwstelsel
onderdeel van het autonoom zenuwstelsel dat zorgt voor de rust in het lichaam
posttraumatisch zenuwstelsel - PTSS
angststoornis als gevolg van ernstige stressgevende situaties
sympatisch zenuwstelsel
onderdeel van het autonoom zenuwstelsel dat in werking treedt bij inspanning of stress
tend-and-befriend-reactie
reactie op stress waarbij iemand zorgt voor zijn kinderen en hulp zoekt bij anderen
vecht-vlucht-reactie
reactie op stress waarbij lichaam en geest zich klaarmaken voor een lichamelijke inspanning
Cultuur
alles wat door mensen wordt gecreëerd en doorgegeven
hoofdcultuur
de cultuur die de samenleving op maatschappelijk, politiek en economisch vlak domineert
dominante cultuur
de cultuur van de groep met de meeste invloed
subcultuur
een groep waarvan de geloofsopvatting, waarden en/of levensstijl afwijken van die van de dominante cultuur en die binnen de maatschappij aanvaard wordt
tegencultuur of countercultures
groep in de samenleving die de hoofdcultuur verwerpt en zich afzet tegen de waarden van de heersende cultuur
cultuurcomponent
onderdeel waaruit de cultuur van een bepaalde groep is opgebouwd
fijnmazige samenleving
samenleving met veel regels
grofmazige samenleving
samenleving met weinig regels
hedonisme
het idee dat genieten van het leven het belangrijkste is
machtsafstand
maatschappelijke ongelijkheid binnen een bepaalde cultuur
Mix- of M-culturen
culturen die tussen fijnmazige en grofmazige samenlevingen zitten
rechtssysteem
verzameling van regels die samen het recht in een land bepalen
soberheid
het idee dat genot beperkt moet worden aan de hand van strikte sociale regels
sociale positie
de plaats die je inneemt in de maatschappij
sociale ongelijkheid
een rangschikking van sociale posities van hoog naar laag
inkomensongelijkheid
de ongelijke verdeling van het nationale inkomen over de bevolking
vermogensongelijkheid
de ongelijke verdeling van iemands totale bezit aan geld en goederen
armoede
een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan
generatiearmoede
armoede die wordt doorgegeven van ouders op kinderen
nieuwe armoede
mensen die in armoede zijn gekomen op latere leeftijd
economisch kapitaal
geld of goederen direct inwisselbaar tot geld
Gini-coëfficiënt
een statistische maatstaf van de ongelijkheid in een verdeling
kansenongelijkheid
een als onrechtvaardig te beschouwen kans op sociale ongelijkheid
vermogen
iemands totale bezit aan geld en goederen
sociale groepen
een groep van minstens 2 personnen
sociale structuur
een vorm van georganiseerd samenleven
lidmaatschap van een groep
een sociale positie ten opzichte van elkaar
positieset
alle sociale posities die je op een gegeven moment inneemt
sociale rollen
verwachtingen die anderen in de samenleving hebben over de manier waarop iemand de sociale positie vervult
rolpartners
leden van de samenleving met wie je onderling verbonden bent
rolgedrag
het gedrag dat je op basis van je sociale positie en je sociale rol stelt
rolmodel
een voorbeeldfunctie voor anderen
sociale controle
controle van anderen waardoor iemand zich aanpast aan het verwachte gedrag van de groep of maatschappij
rolpatronen
verwachtingen tegenover bepaalde sociale posities
emancipatie
gelijke rechten en kansen voor iedereen
feminisme
gelijke rechten en kansen voor vrouwen
rolconflict
tegenstrijdige rolverwachtingen in sociale posities
Intern rolconflict
conflict tussen 1 sociale positie
extern rolconflict
conflict tussen 2 sociale posities
rolverwarring
je weet niet hoe je je in een bepaalde situatie moet gedragen
sociale status
de waardering van anderen voor die sociale positie
sociale aanzien
de erkenning die je krijgt voor het vervullen van je sociale rol
Sociale stratificatie
indeling van groepen in lagen
Meritocratische samenleving
je status hangt af van hoe hard je werkt
sociale mobiliteit
mensen of groepen kunnen bewegen tussen verschillende sociale posities
gesloten samenleving
een samenleving waar je sociale positie al vanaf de geboorte vast ligt
open samenleving
een samenleving waar je vlot van de ene naar de andere sociale positie kan gaan
horizontale mobiliteit
nieuwe sociale positie, dezelfde SES
Verticale mobiliteit
nieuwe sociale positie, nieuwe SES
Intragenerationele mobiliteit
nieuwe sociale positie binnen je eigen leven
intergenerationele mobiliteit
nieuwe sociale positie in generaties
persoonlijkheid
een verzameling van stabiele en unieke psychische en gedragsmatige kenmerken
zelfbeeld of zelfconcept
de kennis die we over onszelf hebben
zelfcognitie of zelfkennis
wat je over jezelf weet
zelfwaardering
de waardering die je geeft aan alles wat je over jezelf weet
identiteit
de manier waarop we onszelf definiëren en beschrijven
extraversie
de mate waarin iemand nieuwe sociale contacten legt
vriendelijkheid
de mate waarin iemand bereid is om anderen te helpen en te vertrouwen
emotionele stabiliteit
de mate waarin iemand omgaat met emotionele zaken als stress & problemen
zorgvuldigheid
de mate waarin iemand georganiseerd en ordelijk is
openheid voor ervaringen
de mate waarin iemand openstaat voor nieuwe ervaringen
antropoloog
wetenschapper die de mens in al zijn aspecten bestudeert
Big Five
5 dimensies van persoonlijkheidstrekken waarmee de persoonlijkheid van iemand kan worden omschreven
pedagoog
wetenschapper die de opvoeding bestudeert
stereotype
simplistische veralgemening van 1 of meerdere eigenschappen die men toekent aan alle leden die tot een bepaalde groep behoren