Looks like no one added any tags here yet for you.
Manier van projectmanagement → Improvisatie
Plots, snelle, ad hoc gebeurtenissen
Verkeersongeval, last minute feestje of toespraak
Onzekere uitkomst & chaotische werkwijze
(bv. Je werkt niet naar een specifieke uitkomst)
Veel vrijheid voor uitvoerder en ruimte voor creativiteit
Manier van projectmanagement → Routine
Herhaaldelijk werk met goed voorspelbaar resultaat
Productie in fabriek, werk in restaurant …
Nauwelijks vrijheid of creativiteit voor de uitvoerder
Veiligheid. JE kan op eerdere oplossingen terugvallen en werkt volgens een duidelijke procedure
Manier van projectmanagement → Projectmatig werk
Nieuw werk met eenmalig en tijdelijk karakter
Nieuw werk met eenmalig en tijdelijk karakter
Werkwijze is niet onmiddellijk duidelijk, veel frictie tussen bedrijf en klant of teamleden onderling
Werkwijze is niet onmiddellijk duidelijk, veel frictie tussen bedrijf en klant of teamleden onderling
Wat voor soort mensen MOET je in je team hebben?
Organisatorische mensen
Wat zijn de 4 voordelen van projectmatig werken?
Geen onnodige risico's
Als je je aan de afspraken houdt
Iedereen spreekt verwachtingen uit
Op goede én lange termijn
Wat is een project?
Een project is een tijdelijke samenwerking van een aantal mensen - meestal uit verschillende vakgebieden - om binnen een vastgestelde tijd een vooraf vastgesteld doel te bereiken of werk te voltooien binnen een vooraf vastgesteld budget
Iron triangle (triple constraint)
Scope → Wat moet er allemaal gedaan worden?
Tijd → Hoeveel tijd krijgen we om dit project uit te voeren?
Budget → Hoeveel mensen en middelen krijgen we voor dit project?
Voorbeeld:
Je hebt weinig tijd om badkamer te renoveren, dus je moet veel personeel inhuren
Veel personeel om huwelijk te filmen -> dure personeelskost, maar mooie beelden
Als één stijgt, stijgt de rest
Als één daalt, daalt de rest
Je kan maar twee elementen kiezen
Scope creep
De klant vraagt meer en meer uitbreidingen van je project of extra werk tijdens de uitvoering.
Daardoor stijgt de kostprijs en/of de tijdsduur van je project.
Watervalmethode (Waterfall method)
Ook estafettemethode genoemd
Initiatief → Wat is het idee? Kunnen we dit maken?
Definitie → Wat moet er gebeuren? Hoeveel tijd, mensen en middelen hebben we?
Ontwerp → Hoe moet het eruit zien
Voorbereiding → Hoe en door wie kan het gemaakt worden?
Realisatie → Het project uitvoeren zoals gepland
Nazorg → Testen, gebruiken en waar mogelijk instandhouden
Wat zijn de grootste tijdverspillers.
Uitstelgedrag & multitasking
Pareto principe (Pareto principle)
Of de regel van 80/20, bedacht door Vilfredo Pareto, een Italiaanse econoom. Hij ontdekte dat 80% van de economie in zijn land werd beheerst door 20% van de bevolking.
80% van de uitkomsten wordt veroorzaakt door 20% van de oorzaken
In een schoolklas wordt 80% van het lawaai veroorzaakt door 20% van de kinderen
80% van je verkoop komt ook meestal van 20% van je klanten
Bij productontwikkeling zit 80% van het nut van een product in 20% van de functies
Focus dus op het belangrijkste nut van je project (wat vind je klant de belangrijkste taken?): de rest is verspilling!
Wat is Agile?
"Agile" is een benadering van softwareontwikkeling en projectmanagement waarbij de nadruk ligt op flexibiliteit, samenwerking, en klantbetrokkenheid.
De vier waarden van het Agile manifesto
1. Mensen en hun onderlinge interactie zijn belangrijker dan processen en tools.
2. Werkende producten zijn belangrijker dan allesomvattende documentatie.
3. Samenwerking met de klant is belangrijker dan contractonderhandelingen.
4. Inspelen op verandering is belangrijker dan een plan volgen.
Agile → Klanttevredenheid
Een tevreden klant is altijd de hoogste prioriteit. Dit bereik je door vroegtijdig en voortdurend waardevolle producten op te leveren.
Agile → Korte werkperiodes
Lever werkende onderdelen op in korte werkperiodes.
Agile → Tempo
Zoek naar een constante ontwikkelsnelheid. De opdrachtgevers, ontwikkelaars en gebruikers moeten een constant tempo kunnen volhouden.
Agile → Werkende producten
Werkende producten zijn de belangrijkste maat om je voortgang te meten: doet je product wat het belooft?
Agile → Veranderende scope
Een veranderende scope is welkom, zelfs laat in het proces. Agile projecten benutten verandering als concurrentievoordeel.
Agile → Dagelijkse samenwerking
Je moet als multidisciplinair team dagelijks samenwerken gedurende de ganse looptijd van het project.
Agile → Technische kwaliteit
Besteed voortdurend aandacht aan een hoge technische kwaliteit en een goed ontwerp.
Agile → Eenvoud
Eenvoud is essentieel: maximaliseer de kunst van het weglaten van werk dat niet dringend, belangrijk of waardevol is voor je klant.
Agile → Gemotiveerde medewerkers
Projecten worden uitgevoerd door gemotiveerde medewerkers, met de support en het vertrouwen dat ze nodig hebben om de klus te klaren.
Agile → Face-to-face communicatie
De meest efficiënte en effectieve manier om informatie te delen in en met een team is door met elkaar te praten, face-to-face
Agile → Zelforganisatie
De beste ontwerpen komen voort uit zelforganiserende teams.
Agile → Continue verbetering
Het team onderzoekt regelmatig hoe het beter kan samenwerken en past vervolgens zijn gedrag daarop aan.
Agile → Extreme Programming
An Agile methodology that emphasizes frequent feedback, continuous testing, and continuous delivery.
Wanneer welke methode gebruiken?
Duidelijke vereisten & bekende technologie: Waterfall.
Deels duidelijke vereisten met sociale invloeden & bekende technologie: Waterfall of Agile.
Duidelijke vereisten & deels onbekende technologie: Agile.
Onduidelijke vereisten & deels onbekende technologie: SCRUM.
Zeer onduidelijke vereisten & onbekende technologie: Kanban.
Inspect and adapt
"Inspect and adapt" betekent regelmatig bekijken hoe het gaat en daarna verbeteringen doorvoeren waar nodig.
Scrum basics → Flexibele scope
Waar traditionele methodes focussen op controle en voorspelbaarheid, gaat Scrum uit van onzekerheid en creativiteit
Scrum gaat ervan uit dat je niet precies weet hoe je product eruit zal zien op het einde van je project
Je weet als team bij de start ook niet precies hoe je het moet maken
Voordeel? Je klant kan voortdurend feedback geven en prioriteiten stellen tijdens het hele werkproces
Scrum basics → Scrum werkt met sprints
Je verdeelt je ganse project in korte werkperiodes of sprints
Dit zijn korte, vaste tijdsperiodes die je uitdagen om volledig gefocust een groep taken af te ronden en op te leveren
Deze sprints duren meestal 1 à 3 weken (maar nooit meer dan 1 maand!)
Scrum basics → Elke sprint levert een werkend product op
Aan het einde van elke sprint lever je telkens een werkend en concreet resultaat op: het minimal viable of potentially shippable product
Dit MVP geeft al een eerste blik op het eindresultaat
Je toont het product aan de klant of test het samen met de eindgebruiker
Iedereen ziet zo snel een concreet resultaat van het werk in jouw project, en komt op nieuwe ideeën
Ook de klant kan er nuttige feedback op geven
Idealiter is zo’n MVP ook al meteen te gebruiken door de klant
Scrum basics → Scrumteams gaan product in elke sprint iteratief verbeteren
Iteratie = herhaling, iteratief = herhalend
Je gaat bij Scrum én MEB dus heel vaak hetzelfde product meerdere keren onder de loep nemen, om het voortdurend bij te schaven en te verbeteren
Scrum basics → Scrumteams zijn zelforganiserend en evalueren voortdurend hoe ze beter kunnen
Het team is gezamenlijk verantwoordelijk voor de resultaten van het project en reflecteren dus ook vaak over hun prestatie
Waarom? Als je samen snel fouten in een product of gebreken in het team ontdekt, kun je ze ook vroeger herstellen. Dat bespaart geld én tijd.
Iedereen mag zien waar het team aan werkt: geen geheimen!
Scrum basics → Geen verspilling van tijd, mensen en middelen
Je gaat voor directe face-to-face communicatie in plaats van ingewikkelde Excel-formulieren, overbodige vergaderingen of uitgebreide e-mailthreads.
Voortdurend prioriteiten stellen voor een volgende sprint voorkomt dat je onnodig werk gaat leveren
Agile VS Traditioneel → Zichtbaarheid van werk
Scrumteams maken al hun werk transparant op backlogs
Hierdoor wordt kennis met iedereen gedeeld en kan iedereen de voortgang zien
Traditionele projecten zijn vooral transparant bij start en einde
Zichtbaarheid op resultaten tijdens project is minimaal
Agile VS Traditioneel → Aanpassingsvermogen
Scrumteams gaan ervan uit dat verandering de enige constante is
Het gebruik van feedbackloops zoals de review, retrospective en daily stand-up zorgt ervoor dat het team altijd aanpassingen maakt
Traditionele projecten zijn heel flexibel bij de start, maar niet meer naar het einde toe
Agile VS Traditioneel → Gerealiseerde waarde
Scrum projecten leveren de meest waardevolle onderdelen eerst op (of met de meeste waarde voor de klant). Daardoor blijft de gerealiseerde waarde hoog.
Traditionele projecten leveren pas op het einde op. De klant merkt de waarde ook pas dan op.
Agile VS Traditioneel → Risico
Doordat Scrumteams resultaten in delen opleveren, wordt het risico op falen kleiner
Bij traditionele projecten kan je lang werken aan producten die uiteindelijk niet blijken aan te slaan. Daardoor ligt het risico hoog.
Waarom zijn traditionele projecten tijdgedreven?
Project manager en klant spreken eerst samen de benodigde ontwikkel- of doorlooptijd af om tot een gewenst eindresultaat te komen
Scope mag niet meer wijzigen, maar vertragingen worden ingecalculeerd
Inzet van mensen en middelen wordt met behulp van uurtarieven en prijzen omgerekend naar kosten
Wat is het grootste probleem met een traditionele aanpak?
Je scope neemt altijd toe, omdat de vragen van je klant wijzigen of bepaalde onderdelen van het product niet haalbaar blijken binnen tijd en budget. Dit brengt klant én opdrachtgever in gevaar: wie pakt het risico?
Tijdsinschattingen zijn niet altijd betrouwbaar, zelfs met vertragingen ingecalculeerd (denk aan de wet van Parkinson!)
Waarom zijn scrumprojecten waardegedreven?
Je garandeert je klant dat je binnen een afgesproken tijd en budget een project of product oplevert dat gebruiksklaar is en waarde genoeg heeft voor je klant
Dringende en belangrijke items werk je eerst af
De opdrachtgever kan tussentijds bijsturen
Al na enkele sprints hebben agile projecten een reële planning, door beter prioriteiten te stellen
Waarom moet je projectdoelen definiëren?
Een projectdoel geeft de reden van al je inspanningen aan: wat wil je met je project bereiken?
Een goed projectdoel geeft ook altijd het verschil aan tussen de huidige situatie en de gewenste situatie.
Een projectresultaat geeft aan welk product (of dienst) jouw team concreet zal opleveren.
Projectdoelen → Waarvoor staat SMART?
Specifiek: grondig omschreven, met voldoende details
Meetbaar: achteraf moet je kunnen meten of het doel gehaald is (in tijd, kost, kwaliteit ...)
Acceptabel: wie is verantwoordelijk voor het te behalen doel?
Realistisch: je doel moet haalbaar en uitvoerbaar zijn
Tijdsgebonden: er staat een einddatum op
Voorbeeld projectdoel vs resultaat
Bedrijfsdoel Coca-Cola (management):
Duurzame, winstgevende groei wereldwijd.
Projectdoel (opdrachtgever):
We willen het marktaandeel van Coca-Cola Zero in België met 5% vergroten.
Projectresultaat (projectteam):
Een reclamecampagne bestaande uit een 30 seconden durende Belgische televisiecommercial van HD-kwaliteit voor Coca-Cola Zero
Wat is stakeholderanalyse?
Een proces waarbij je identificeert wie invloed heeft op een project.
Het helpt bij het in kaart brengen van externe en interne partijen, zoals klanten en medewerkers.
Voorbeeld stakeholders → Movie production
Interne stakeholders: Productieteams, directie, logistiek, juridisch team.
Externe stakeholders: Distributeurs, bioscopen, media, publiek, fans.
Wat toont de Invloed (power) - Belang (interest)matrix
Het toont hoe stakeholders gemanaged moeten worden op basis van hun invloed op en belang bij het project. Stakeholders met hoge invloed en hoog belang moeten nauwlettend gemanaged worden.
Wat is een persona?
Een persona is een gedetailleerd profiel van een ideale klant, inclusief persoonlijke kenmerken en voorkeuren, om producten beter op gebruikers af te stemmen.
Buyers persona vs. user persona’s
In een buyer persona omschrijf je de ideale klant. Een buyer persona helpt je om online marketing en sales effectiever te laten werken.
Een user persona is een omschrijving van een gebruiker van een product of dienst. Dit hoeft dus niet de klant zelf te zijn.
Wat zijn user stories?
User stories worden gebruikt om de gewenste functies van een product te beschrijven en zijn beknopt opgeschreven werkzaamheden die het scrum team moet uitvoeren.
User stories verhelderen klantwensen voor agile teams in korte beschrijvingen.
Ze zijn begrijpelijk voor alle teamleden
Product Backlog → Wat betekent DEEP?
Detailed (gedetailleerd): een goede product backlog heeft voldoende items om enkele sprints te vullen. Items die ‘sprintklaar’ zijn, moeten gedetailleerd genoeg zijn zodat het team ze kan oppakken.
Estimated (ingeschat): de omvang van elk onderdeel moet goed ingeschat worden
Emergent: je product backlog ontwikkelt zich verder naarmate je project vordert
Prioritised: de meest waardevolle (of risicovolle!) items staan bovenaan.
Hoe schat je de hoeveelheid werk van je backlog goed in?
Met Story Points!
Story points geven aan hoeveel moeite het jouw team kost om de user stories op hun backlog te realiseren
Story points zijn geen totale, maar relatieve eenheden
Burndown chart
Een burndown chart houdt bij hoeveel punten er al gerealiseerd zijn en hoeveel er nog over zijn, waardoor de snelheid van het team gemeten kan worden.
Carry-over
Onafgewerkte items en story points worden meegenomen naar de volgende sprint, wat een carry-over wordt genoemd.
Swarming
Het hele team focust samen op één user story om deze zo snel mogelijk af te krijgen en bottlenecks of carry-overs te vermijden.
Wat is slacking?
Slack is de tijd die het team zich kan permitteren zonder de oplevering van de sprint of het project in gevaar te brengen.
Time on task
De minimale tijd die nodig is om een taak te voltooien, onderbrekingen niet meegerekend.
Pomodoro Technique
Een tijdmanagementtechniek waarbij je in korte sessies van intense focus werkt, gevolgd door korte pauzes.
Eisenhower box
Een prioriteringstool die helpt bepalen welke taken dringend en belangrijk zijn en prioriteit moeten krijgen.
Eat the frog
De gewoonte om de dag te beginnen met de meest uitdagende of onaangename taak eerst aan te pakken.
Agile projects
Projects that prioritize value over time and require a deep understanding of stakeholders' needs.
Voordelen van Teamwork
Versterkt onderlinge banden en werksfeer
Combineert diverse expertises voor betere klantoplossingen
Faciliteert professioneel leren van elkaar
Biedt zelfinzicht in eigen sterktes en zwakte
Nadelen van Teamwork
Balanceren tussen ondersteunend en kritisch zijn is onnatuurlijk
Noodzaak om onpopulaire beslissingen te nemen, niet enkel volgen
Vereist complementaire vaardigheden voor projectvoltooiing
Samenwerken met aanvullende teamleden kan moeilijk zijn, ondanks hun belang
Navigeren door tegenstrijdige situaties is essentieel
Wat is het Free rider of freeloader-effect?
Hoe groter de groep, hoe meer je kunt meeliften op de inspanningen van anderen.
Wat is het sucker effect?
Iemand levert minder inspanning omdat harder werk toch dezelfde beloning oplevert. Ze zijn bang om als ‘sucker’ gezien te worden.
Waarom is autonomie belangrijk?
Onze acties worden beïnvloed door hoe we omgaan met de omgeving
Mensen reageren verschillend: sommigen volgen opdrachten, anderen niet
We wijzen soms naar anderen als dingen fout gaan
Scrum waardeert samenwerken en gezamenlijke resultaten, niet alleen individueel werk
Taken worden door het team verdeeld, niet door de baas
Iedereen in het team is samen verantwoordelijk voor de kwaliteit van het werk en het eindproduct
Hoe creëer je een goed team? → Helder projectdoel
Gezamenlijk doel -> goeie prestaties
Product owner verandert doel elke sprint.
Product owner bepaalt de richting (wat?), team bepaalt (hoe?)
Als het team zelf doelen maakt, werken ze harder om ze te halen
Hang de doelen op, zodat iedereen ze elke dag ziet en onthoudt
Hoe creëer je een goed team? → Autonome beslissingen
Het team is niet afhankelijk van anderen. Dit geeft veel vrijheid.
Hoe creëer je een goed team? → Diversiteit
Diversiteit stimuleert innovatie.
Scrumteams zijn multifunctioneel en compleet.
Alle meningen tellen; open cultuur.
Brede perspectieven verrijken het project.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid, geen schuldspel.
Hoe creëer je een goed team? → Hou je team klein
7 +/- 2 is de ideale teamgrootte om Scrum projecten te doen
Kies in schoolprojecten voor nog kleinere teams
Waarom werken grote teams nooit?
Opstarttijd is nodig voor nieuwe teamleden
Meer afstemming en coördinatie vereist
Mogelijke aanpassing of verwijdering van het oorspronkelijke concept
Toename van communicatiekanalen met meer teamleden
Hoe creëer je een goed team? → Géén multitasking
Scrumteams pakken slechts één project per keer aan
Hoe creëer je een goed team? → Stimuleer afwijkende meningen
Alle teamleden, van CEO tot poetsvrouw, moeten accepteren dat ze fouten kunnen maken.
Onderscheid maken tussen constructieve kritiek en negatieve kritiek; prioriteit geven aan het eerste.
Wat is de PDCA-cycle of kwaliteitscirkel van Deming?
Een iteratief vierstappenmodel dat gebruikt wordt voor het beheersen en voortdurend verbeteren van processen en producten. Het bestaat uit de volgende fasen:
Plan: Identificeer een kans voor verbetering en plan een verandering.
Do: Voer de geplande verandering op kleine schaal uit als een test.
Check: Evalueer de resultaten van de test om te zien wat goed ging en wat niet.
Act: Als de verandering succesvol was, implementeer deze dan op grotere schaal; zo niet, pas de plannen aan en probeer het opnieuw.
Dit cyclische proces zorgt voor continue verbetering en kwaliteitsbeheer.
Client testing
Leg je product niet uit, maar laat je klant het meteen testen
Peer review
Toon je product aan een ander team binnen hetzelfde bedrijf
Wat is het Tuckman model?
Het Tuckman-model beschrijft de fasen die teams typisch doorlopen om effectief samen te werken:
Forming: Het team is afhankelijk van de leider voor richting en begrip van de doelen. Rollen zijn onduidelijk en teamleden kunnen het systeem en leiderschap testen.
Storming: Teamleden strijden om posities en het maken van gezamenlijke beslissingen is moeilijk. Conflicten en machtsstrijden kunnen optreden, en focus op teamdoelen is noodzakelijk om verstoringen te overwinnen.
Norming: Rollen en verantwoordelijkheden worden helder en geaccepteerd. Het team neemt belangrijke beslissingen gezamenlijk en de betrokkenheid neemt toe. Leiderschap wordt gedeeld binnen het team.
Performing: Het team begrijpt de doelen en werkt autonoom en efficiënt. Conflicten worden constructief opgelost en het team draagt zelf bij aan procesverbeteringen. Leden zijn in staat om te ontwikkelen met ondersteuning van de leider.
Tuckman Model → Forming
Forming: Het team is afhankelijk van de leider voor richting en begrip van de doelen. Rollen zijn onduidelijk en teamleden kunnen het systeem en leiderschap testen.
Tuckman Model → Storming
Storming: Teamleden strijden om posities en het maken van gezamenlijke beslissingen is moeilijk. Conflicten en machtsstrijden kunnen optreden, en focus op teamdoelen is noodzakelijk om verstoringen te overwinnen.
Tuckman Model → Norming
Norming: Rollen en verantwoordelijkheden worden helder en geaccepteerd. Het team neemt belangrijke beslissingen gezamenlijk en de betrokkenheid neemt toe. Leiderschap wordt gedeeld binnen het team.
Tuckman Model → Performing
Performing: Het team begrijpt de doelen en werkt autonoom en efficiënt. Conflicten worden constructief opgelost en het team draagt zelf bij aan procesverbeteringen. Leden zijn in staat om te ontwikkelen met ondersteuning van de leider.
Wat zijn Belbin-rollen?
Een model dat de verschillende rollen identificeert die mensen aannemen binnen een team.
Organisatiecultuur → Verticale organisaties
Kenmerken:
Sterke hiërarchie en top-down besluitvorming.
Iedereen heeft een specifieke, vaste rol en verantwoordelijkheid.
Besluitvorming kan langzamer zijn vanwege de hiërarchische goedkeuringsprocessen.
Voorbeeld:
Ministeries, waarin beslissingen vaak door meerdere lagen van goedkeuring moeten.
Organisatiecultuur → Horizontale organisaties
Kenmerken:
Meer samenwerking en flexibiliteit in rollen en taken.
Teams kunnen autonomie hebben en beslissingsbevoegdheid bezitten.
Snellere besluitvorming door minder hiërarchische lagen.
Voorbeeld:
Jeugdbewegingen, waarin leden vaak samenwerken in een minder gestructureerde omgeving en gezamenlijk beslissingen nemen.
Leiders → Taakgerichte leider
Richt zich vooral op taken en de voltooiing ervan.
Volgt technische, stapsgewijze methodes om doelen te bereiken.
Minder aandacht voor welzijn en behoeften van teamleden.
Leiders → Mensgerichte leider
Benadrukt welzijn en behoeften van teamleden naast taken.
Heeft een ondersteunende benadering die teamleden motiveert.
Zorgt voor emotionele en professionele behoeften van werknemers.
Leiders → Deserteur / laisser faire stijl
Onttrekt zich aan verantwoordelijkheden en biedt geen leiding.
Gebrek aan interactie laat teamleden zonder duidelijke richting.
Veroorzaakt onzekerheid bij teamleden over verwachtingen.
Leiders → Micromanager / control freak
A management style where managers excessively involve themselves in the smallest details of their employees' work, often due to fear of losing control.
Hoe ga je om met micromanagers?
Kogel door het hoofd is meest effectief
Onderzoek de oorzaak van micromanaging gedrag.
Geef regelmatig updates en vraag om feedback.
Vraag hoe je kunt helpen en wees open over je ervaringen.
Wat is delegeren?
Het toewijzen van taken en verantwoordelijkheden aan teamleden, waardoor leiders meer ruimte kunnen creëren voor strategisch werk, werknemers kunnen motiveren en ieders capaciteiten kunnen benutten.
Waarom zijn conflicten soms nuttig?
Probleemidentificatie: Conflicten helpen bij het zichtbaar maken en aanpakken van onderliggende problemen.
Energie en engagement: Ze kunnen teamleden energie geven en de meest urgente kwesties aan het licht brengen die voor het team belangrijk zijn.
Motivatie: Conflicten kunnen teamleden motiveren om actief bij te dragen in plaats van passief te blijven.
Diversiteit van ideeën: Ze bieden de kans om verschillen binnen het team te herkennen en deze verschillen inzichtelijk te maken en te benutten.
Wanneer worden conflicten een probleem?
Jullie productiviteit belemmert
De sfeer in je team naar beneden haalt
Meer en voortdurende conflicten veroorzaakt
Leidt tot ongepast gedrag, zelfs pesten
Zodra Duitsland Polen binnenvalt.
De 4 meest voorkomende conflicten op het werk → Slechte communicatie vanuit de hogere hiërarchie
Verrassingen door onbekende beslissingen.
Geen betrokkenheid bij besluitvorming.
Meer vertrouwen in geruchten dan leiding.
De 4 meest voorkomende conflicten op het werk → Onenigheid over 'wie wat doet' of een gebrek aan middelen om het werk uit te voeren
Onenigheid over taken en verantwoordelijkheden
De 4 meest voorkomende conflicten op het werk → "Personal chemistry"
Conflicten door slechte onderlinge verstandhouding.
De 4 meest voorkomende conflicten op het werk → Leiderschapsproblemen
Inconsistent, afwezig, micromanagement.
Gebrek aan conflictresolutie en opvolging.
Leiding onbekend met taken teamleden.
Omgaan met conflict → Vermijden
Conflict negeren als het niet belangrijk lijkt.
Risico op verergering van het conflict over tijd.
Omgaan met conflict → Toegeven
Geschikt als toekomstige wederdienst verwacht wordt.
Kan leiden tot zelftwijfel.
Omgaan met conflict → Koppigheid
Aan te raden bij sterke overtuiging van eigen gelijk.
Afhankelijk van de toegeeflijkheid van anderen.
Omgaan met conflict → Akkoord sluiten
Balans van geven en nemen om snel tot een oplossing te komen.