1/7
Petrarca sonnet, Shakespeariaans sonnet, romantiek, realisme, naturalisme, impressionisme, neorealisme, neoromantiek
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Petrarca-sonnet
14 verzen
4 strofen: 2 kwatrijnen=1 octaaf + 2 terzinen=1 sextet
Na octaaf komt volta die tot conclusie of tegenspreking van octaaf in sextet leidt
abba abba cde cde
Jambe, 12-13 lettergrepige alexandrijn
Shakespeareaans sonnet
14 verzen
4 strofen: 3 kwatrijnen + couplet
Volta na 3e kwatrijn
abba cdcd efef gg
Romantiek
1800-1850
Verbeelding en gevoel centraal
Weltschmerz: Ontevreden met dagelijkse realiteit, deze willen ontvluchten
⇒ escapisme
Sehnsucht: Onvervulbaar verlangen naar verleden ⇒ idealisering verleden
Aandacht tot folklore en het primitieve (sprookjes, volksliedjes, legendes,...)
Fascinatie voor het donkere, het mysterie en de dood
Bombastische taal
Realisme
1850-1880
Objectieve en gedetailleerde benadering vd werkelijkheid
Milieuschildering en karaktertekening
Fotografisch, hoe het is
Naturalisme
1880
Objectieve en gedetailleerde benadering vd werkelijkheid
Milieuschildering en karaktertekening, somber en pessimistisch
Fatalisme: noodlot, vrije wil bestaat niet
Determinisme: de mens wordt bepaald door erfelijkheid, sociale omgeving, opvoeding en tijd waarin hij/zij leeft
Impressionisme
1880
Reactie op realisme, voortzetting romantiek
Realiteit niet scherp en objectief
Stemming en sfeer is hoofdzaak
Neologismen: beschrijvende adjectieven
Synesthesieën: Twee of meer zintuiglijke elementen gecombineerd
Neorealisme
1960
Alles kan gedicht onderwerp zijn
Tonen ongewone in alledaagse dingen
Gebruiken ready-mades
Vertellen in parlandotoon of gewone spreektoon
Popart
Neoromantiek
1970- 1980
Gevoelens en subjectiviteit
Elementen uit romantiek
Mens als onderwerp
Klassieke vormen v poëzie (sonnet, eindrijm, …)