1/88
Flashcards in Dutch
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
une affiche
een affiche
un billet
een ticket
une boisson
een drank(je)
une boite
een dancing
Bruxelles
Brussel
un budget
een budget
un camping
een camping
un compte
een (bank)rekening
un décor
een decor
une gare
een (trein)station
un gobelet
een drinkbeker
une invitation
een uitnodiging
un lieu
een plaats
le métro
de metro
le monde
de wereld
le respect
het respect
le transport
het transport, vervoer
gratuit, gratuite
gratis
accueillir
ontvangen
commander
bestellen
conseiller (de)
aanraden, aanbevelen
réserver
reserveren
soutenir
(onder)steunen
visiter
bezoeken
Ăa a lâair gĂ©nial !
Dat lijkt super!
ĂȘtre en bonne compagnie
in goed gezelschap zijn
Je suis désolé, désolée.
Het spijt me.
merci pourâŠ
Dank je wel/Bedankt voorâŠ
Nickel !
Tof! Perfect!
dans 8 jours
binnen/over een week
dans 15 jours
binnen/over twee weken
il y aâŠ
geleden
une appréciation
een waardering
une assurance
een verzekering
le courage
de moed
un festival
een festival
la musique
de muziek
la patience
het geduld
une permission (de)
een toelating (om)
un problĂšme
een probleem
la rage
de woede
une star
een (wereld)ster
une vedette
een vedette
une voix
een stem
un Anglais, une Anglaise
een Brit, een Britse
un Belge, une Belge
een Belg, een Belgische
un Français, une Française
een Fransman, een Franse
un Italien, une Italienne
een Italiaan, een Italiaanse
un Néerlandais, une Néerlandaise
een Nederlander, een Nederlandse
africain, africaine
Afrikaans
américain, américaine
Amerikaans
arabe, arabe
Arabisch
courageux, courageuse
moedig
européen, européenne
Europees
frustré, frustrée
gefrustreerd
mûr, mure
rijp
patient, patiente
geduldig
reconnaissant, reconnaissante
erkentelijk, dankbaar
accompagner
meegaan
assurer
verzekeren
convaincre (de)
overtuigen (de)
déranger
storen
encourager
aanmoedigen
patienter
geduld uitoefenen
permettre (de)
toestemming geven (om)
protéger (contre)
beschermen (tegen)
réfléchir
nadenken
ĂȘtre en train de
bezig zijn met
hausser le ton
de stem verheffen
chez moi, toiâŠ
bij mij, jou ⊠thuis
dehors
buiten
en plein air
in de openlucht
toute la journée
heel de dag
une atmosphĂšre
een sfeer
un bénévole, une bénévole
een vrijwilliger, een vrijwilligster
un billet dâentrĂ©e
een toegangsticket
une boisson alcoolisée
een alcoholische drank
un programme
een tournee
valable
geldig
annuler
annuleren
compter (sur)
rekenen (op)
hésiter (à )
aarzelen (Ă )
organiser
organiseren
se plaindre
klagen
reporter (Ă )
uitstellen (naar)
jeter Ă la poubelle
in de vuilnisbak/ vuilnisemmer gooien
tenir au courant
op de hoogte houden
Ă la derniĂšre minute
op het laatste nippertje
malheureusement
jammer genoeg