1/46
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Traits
relatief stabiele kenmerken
States
verschillen over de tijd, vaak emoties
perceptie
hoe we onze omgeving zien
selectie
we kiezen onze situatie
evocatie
de reactie die we bij anderen produceren door onze aanwezigheid en gedrag.
manipulatie
De manier waarop we iemand proberen te beïnvloeden
charme-techniek
complimenteren en slijmen om anderen voor zich te winnen
silent treatment
bewust negeren als een manier om hen te straffen of de aandacht te winnen
coercie
eisen van dingen, schreeuwen of bekritiseren om controle of medewerking te verkrijgen.
menselijke aard
zoals alle anderen
individuele en groepsverschillen
zoals sommige anderen
individuele unieke level
zoals geen ander
dispositionele domein
5-factor model
biologisch domein
Biologische traittheorie, reinforcement sensitivity theorie
intrapsychische domein
psychoanalytische theorie, levenslooptheorie
cognitieve-experimentele domein
persoonsgerichte theorie
hawthorne-effect
situatie waarin mensen hun gedrag aanpassen omdat ze weten deel te zijn van een onderzoek
ID
primitieve, biologische impulsen (onbewust)
EGO
realistisch, reguleert ID en superego (voorbewust)
superego
ideale ik (bewust)
thatanos
doodsinstinct
libido
levensinstinct
psychic energy
om menselijk gedrag te motiverenen
ego depletion
psychic energy kan opraken door zelfcontrole
cognitive unconscious
deze denken dat kennis onbewust in onze herinneringen kan beinvloeden
motivated unconscious
het onbewust zijn, is een plek met seksuele en agressieve gevoelens en het handelt vanuit deze gevoelens
Kern persoonlijkheid
gevormd door vroege levenservaringen percepties vanzelf en buitenwereld, basale attitudes, waarden, interesses en motieven. Heel stabiel
Kenmerkende responsen
tamelijk voorspelbaar gedrag
Rolgerelateerd gedrag
iemand varieert ten opzichte van zichzelf. Je past je rol aan tov de context
repressie
ongewenste gedachten worden naar het onbewuste gedrongen
ontkenning
de persoon weigert de werkelijkheid te ontkennen, gebeurt onbewust
verschuiving
je verschuift je gevoelens naar iets/iemand omdat je je eigen frustratie niet kan uiten op het daadwerkelijke
reactievorming
onacceptabele impuls wordt vervangen door tegenovergestelde
rationalisatie
er wordt een onjuist, maar schijnbare logische verklaring gegeven voor bepaald gedrag
projectie
eigen fouten of gevoelens worden aan anderen toegeschreven
identificatie
iemand verbergt zijn zwaktes door rolmodel te imiteren
sublimatie
impuls wordt omgebogen naar acceptabele uitingsvorm
afleiding
tijdelijk afleiding zoeken
humor
niet veel vervorming, wel ontlading van emoties
repressors
mensen die veel repressie gebruiken, verdringen gedachten die angst opwekken. geven veel fouten ook niet toe