grammatica en ww dui

studied byStudied by 0 people
0.0(0)
learn
LearnA personalized and smart learning plan
exam
Practice TestTake a test on your terms and definitions
spaced repetition
Spaced RepetitionScientifically backed study method
heart puzzle
Matching GameHow quick can you match all your cards?
flashcards
FlashcardsStudy terms and definitions

1 / 184

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Language

12th

185 Terms

1
ik heb
ich habe
New cards
2
jij hebt
du hast
New cards
3
hij/zij/het heeft
er/sie/es hat
New cards
4
wij hebben
wir haben
New cards
5
jullie hebben
ihr habt
New cards
6
Zij/u hebben
sie/Sie haben
New cards
7
ik ben
ich bin
New cards
8
jij bent
du bist
New cards
9
hij/zij/het is
er/sie/es ist
New cards
10
wij zijn
wir sind
New cards
11
jullie zijn
ihr seid
New cards
12
zij/u zijn
sie/Sie sind
New cards
13
gehad
gehabt
New cards
14
geweest
gewesen
New cards
15
(moeten) ich
ich muss
New cards
16
(moeten) du
du musst
New cards
17
(moeten) er/sie/es
er/sie/es muss
New cards
18
(moeten) wir
wir müssen
New cards
19
(moeten) ihr
ihr müsst
New cards
20
(moeten) sie/Sie
sie/Sie müssen
New cards
21
(kunnen) ich
ich kann
New cards
22
(kunnen) du
du kannst
New cards
23
(kunnen) er/sie / es
er/sie/es kann
New cards
24
(kunnen) wir
wir können
New cards
25
(kunnen) ihr
ihr könnt
New cards
26
(kunnen) sie/Sie
sie/Sie können
New cards
27
(mogen) ich
ich darf
New cards
28
(mogen) du
du darfst
New cards
29
(mogen) er/sie / es
er/sie / es darf
New cards
30
(mogen) wir
wir dürfen
New cards
31
(mogen) ihr
ihr dürft
New cards
32
(mogen) sie/Sie
sie/Sie dürfen
New cards
33
(willen) ich
ich will
New cards
34
(willen) du
du willst
New cards
35
(willen) er/sie / es
er/sie / es will
New cards
36
(willen) wir
wir wollen
New cards
37
(willen) ihr
ihr wollt
New cards
38
(willen) sie/Sie
sie/Sie wollen
New cards
39
(houden van) ich
ich mag
New cards
40
(houden van) du
du magst
New cards
41
(houden van) er/sie / es
er/sie / es mag
New cards
42
(houden van) wir
wir mögen
New cards
43
(houden van) ihr
ihr mögt
New cards
44
(houden van) sie/Sie
sie/Sie mögen
New cards
45
(weten) ich
ich weiß
New cards
46
(weten) du
du weißt
New cards
47
(weten) er/sie / es
er/sie / es weiß
New cards
48
(weten) wir
wir wissen
New cards
49
(weten) ihr
ihr wisst
New cards
50
(weten) sie/Sie
sie/Sie wissen
New cards
51
(graag willen) ich
ich möchte
New cards
52
(graag willen) du
du möchtest
New cards
53
(graag willen) er/sie / es
er/sie / es möchte
New cards
54
(graag willen) wir
wir möchten
New cards
55
(graag willen) ihr
ihr möchtet
New cards
56
(graag willen) sie/Sie
sie/Sie möchten
New cards
57
nominativ
het onderwerp van de zin
New cards
58
dativ
het meewerkend voorwerp van de zin
New cards
59
akkusativ
het lijdend voorwerp van de zin
New cards
60
Voorzetsels dativ
mit, nach, bei, seit, von, zu, aus, außer, gegenüber, entgegen
New cards
61
Voorzetsels akkusativ
durch, für, gegen, ohne, um, bis, entlang
New cards
62
von dem
vom
New cards
63
zu der
zur
New cards
64
zu dem
zum
New cards
65
bei dem
beim
New cards
66
hoe vorm je de indikativ perfekt?
haben/sein+voltooid deelwoord
New cards
67
haben vervoegen
ich habe, du hast, er/sie/es hat, wir haben, ihr habt, sie/Sie haben
New cards
68
sein vervoegen
ich bin, du bist, er/sie/es ist, wir sind, ihr seid, sie/sie sind
New cards
69
bij welke werkwoorden gebruiken we haben, terwijl we in het nederlands het ww zijn daarvoor gebruiken?
beginnen / anfangen, zunehmen, abnehmen, aufhören/enden, gefallen, vergessen, heiraten
New cards
70
beginnen vertaling, bij welk ww past dit (haben of sein) (2)
beginnen/anfangen, haben
New cards
71
toenemen/verdikken vertaling, bij welk ww past dit (haben of sein)
zunehmen, haben
New cards
72
afnemen/vermageren vertaling, bij welk ww past dit (haben of sein)
abnehmen, haben
New cards
73
stoppen (2) vertaling, bij welk ww past dit (haben of sein)
aufhören/enden, haben
New cards
74
bevallen=goed vinden vertaling, bij welk ww past dit (haben of sein)
gefallen, haben
New cards
75
vergeten vertaling, bij welk ww past dit (haben of sein)
vergessen, haben
New cards
76
trouwen vertaling, bij welk ww past dit (haben of sein)
heiraten, haben
New cards
77
bij welke ww gebruiken we sein, maar in het Nederlands hebben?
Begegnen, folgen, bij werkwoorden die een beweging uitdrukken bv. spazieren (wandelen) of reisen
New cards
78
(reizen)
New cards
79
ontmoeten vertaling, bij welk ww past dit (haben of sein)
begegnen (Ich bin ihm begegnet), sein
New cards
80
volgen vertaling, bij welk ww past dit (haben of sein)
folgen, sein
New cards
81
Hoe vorm je het voltooid deelwoord van de regelmatige werkwoorden? Hoofdregel+vb
ge + stam van het werkwoord + t
New cards
82
(de stam van het werkwoord vind je door (e)n van de infinitief weg te laten. De stam van sagen
New cards
83
is bv. sag, de stam van handeln is handel)
New cards
84
Voorbeelden: ge-spiel-t, ge-lach-t, ge-surf-t
New cards
85
Hoe vorm je het voltooid deelwoord van de regelmatige werkwoorden? Als de stam eindigt op -d of op -t (of op -ffn, -gn, -chn, -tm)+vb
het voltooid deelwoord eindigt op
New cards
86
-et.
New cards
87
Voorbeelden: ge-bad-et, ge-antwort-et, ge-öffn-et, ge-regn-et, ge-rechn-et, ge-atm-et
New cards
88
Wanneer valt het voorvoegsel ge- weg bij het duits voltooid deelwoord?(2) +vb
-als het eerste deel van het werkwoord niet beklemtoond is (zoals
New cards
89
in het Nederlands)
New cards
90
Voorbeelden: besuch-t, erkund-et
New cards
91
-bij alle werkwoorden die op -ieren eindigen
New cards
92
Voorbeelden: studier-t, telefonier-t, spazier-t
New cards
93
Hoe vorm je het voltooid deelwoord van de onregelmatige werkwoorden?+vb
Hoofdregel: ge + stam met meestal klankverandering + (e)t, Voorbeelden: gedurft, gekonnt, gesollt, ...
New cards
94
haben vertaling+voltooid deelwoord
gehabt, hebben
New cards
95
sein
gewesen, zijn
New cards
96
werden
geworden, zullen/worden
New cards
97
dürfen
gedurft, mogen (toelating hebben)
New cards
98
können
gekonnt, kunnen
New cards
99
mögen
gemocht, lusten/graag hebben
New cards
100
müssen
gemusst, moeten
New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 9 people
354 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 22 people
695 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 13 people
956 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 721 people
321 days ago
4.5(2)
note Note
studied byStudied by 11 people
868 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 42 people
868 days ago
5.0(2)
note Note
studied byStudied by 94 people
807 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 221 people
342 days ago
5.0(3)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (22)
studied byStudied by 32 people
518 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (81)
studied byStudied by 13 people
44 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (110)
studied byStudied by 37 people
427 days ago
5.0(3)
flashcards Flashcard (97)
studied byStudied by 14 people
820 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (53)
studied byStudied by 4 people
680 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (542)
studied byStudied by 32 people
854 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (78)
studied byStudied by 35 people
462 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (29)
studied byStudied by 12 people
20 hours ago
4.0(1)
robot