NDLS - Q1 - dossier studeren
5.0(1)
Studied by 32 people
Knowt Play
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
FlashcardsCard Sorting
1/541
Earn XP
Description and Tags
dossier studeren
Study Analytics
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
542 Terms
1
New cards
bevallen (beviel - is bevallen)
plaire, convenir
2
New cards
moeilijk
difficile
3
New cards
gemakkelijk
facile
4
New cards
lang
long
5
New cards
vlakblijk
tout près (v)
6
New cards
dichtbij
tout près (d)
7
New cards
geïnteresseerd zijn in
être intéressé par
8
New cards
je best doen
faire de son mieux
9
New cards
de invoer
l'importation
10
New cards
de import
l'import
11
New cards
de uitvoer
l'export
12
New cards
dromen van (droomde - heeft gedroomd)
rêver de
13
New cards
wat mij betreft + inversion
En ce qui me concerne
14
New cards
het bedrijf
l'entreprise (b)
15
New cards
de firma
l'entreprise (f)
16
New cards
de onderneming
l'entreprise (o)
17
New cards
overnemen (nom over - heeft overgenomen)
reprendre
18
New cards
zorgen voor (zorgde - heeft gezorgd)
s'occuper de
19
New cards
België
la Belgique
20
New cards
houden van (iets/iem) (hield - heeft gehouden)
aimer qqch/qqn
21
New cards
gek zijn op iets/iem
être fou de qqch/qqn
22
New cards
trouwens
d'ailleurs
23
New cards
dankzij
grâce à
24
New cards
de korting
la réduction
25
New cards
de kassa
la caisse
26
New cards
gelukkig
heureusement
27
New cards
helaas
malheureusement (h)
28
New cards
spijtig genoeg
malheureusement (sg)
29
New cards
duur
cher
30
New cards
goedkoop
bon marché
31
New cards
huren (huurde, gehuurd)
louer
32
New cards
lezen las lazen gelezen
lire
33
New cards
de roman
le roman
34
New cards
saai
ennuyeux
35
New cards
het stripverhaal
la BD
36
New cards
tof
chouette
37
New cards
sporten (sportte, gesport)
faire du sport
38
New cards
aan sport doen
faire du sport (action)
39
New cards
het museum
le musée
40
New cards
de kunst
l'art
41
New cards
de stad
la ville
42
New cards
opstaan (stond op - is opgestaan)
se lever
43
New cards
staken (staakte - heeft gestaakt)
faire grève
44
New cards
de staking
la grève
45
New cards
de NMBS
la SNCB
46
New cards
de MIVB
la STIB
47
New cards
propvol
bondé
48
New cards
de reden
la raison
49
New cards
momenteel
pour le moment
50
New cards
tegenwoordig
actuellement
51
New cards
vandaag de dag
aujourd'hui
52
New cards
kiezen (koos - heeft gekozen)
choisir
53
New cards
de wereld
le monde
54
New cards
de reclamewereld
le monde de la publicité
55
New cards
boeiend
passionnant
56
New cards
twijfelen (twijfelde - heeft getwijfeld)
hésiter
57
New cards
aarzelen (aarzelde, geaarzeld)
hésiter
58
New cards
praktisch
pratique
59
New cards
vertegenwoordigen (vertegenwoordigde - heeft vertegenwoordigd)
représenter
60
New cards
de troef
l'atout
61
New cards
verbaasd
étonné (vb)
62
New cards
verwonderd
étonné (vw)
63
New cards
verrast zijn
être surpris
64
New cards
verrassend
surprenant
65
New cards
de verrassing
la surprise
66
New cards
begrijpen (begreep - heeft begrepen)
comprendre
67
New cards
de beslissing
la décision
68
New cards
beslissen (besliste - heeft beslist)
décider
69
New cards
besluiten (besloot - heeft besloten)
décider
70
New cards
de hobby
le hobby
71
New cards
reizen (reisde, gereisd)
voyager
72
New cards
afspreken (sprak af - heeft afgesproken)
convenir de, prendre un rendez-vous
73
New cards
tip, de
l'astuce, le tuyau
74
New cards
afleiden (leidde af - heeft afgeleid)
distraire
75
New cards
de afleiding
la distraction
76
New cards
dagdromen
rêvasser
77
New cards
omgeving, de
l'environnement
78
New cards
leeg
vide
79
New cards
>< vol
remplis
80
New cards
stil
silencieux
81
New cards
kort
court
82
New cards
>< lang
long
83
New cards
belangrijk
important
84
New cards
zakken (zakte - is gezakt)
diminuer
85
New cards
= verminderen = dalen
diminuer
86
New cards
ontspanning, de
la détente
87
New cards
zich ontspannen (ontspande zich - heeft zich ontspannen)
se détendre
88
New cards
doel, het
le but
89
New cards
een doel stellen (stelde - heeft gesteld)
se fixer un but
90
New cards
bereiken (bereikte - heeft bereikt)
atteindre
91
New cards
belonen (beloonde - heeft beloond)
récompenser
92
New cards
de beloning
récompenser
93
New cards
de kans
la chance, l'opportunité
94
New cards
iets/iem nodig hebben
avoir besoin de qqch / qqn
95
New cards
uitoefenen (oefende uit - heeft uitgeoefend)
exercer
96
New cards
verwachten (verwachtte - heeft verwacht)
s'attendre à
97
New cards
onmiddellijk
immédiatement
98
New cards
verdienen (verdiende - heeft verdiend)
gagner (en travaillant)
99
New cards
winnen (won - heeft gewonnen)
gagner
100
New cards
genieten van (genoot - heeft genoten)
profiter de
Note 
Flashcards (36)