Huis, Straat en Buurt

de afwas

der Abwasch

boos

wütend

eerlijk

fair

het geluk

das Glück

de gewoonte

die Gewohnheit

hetzelfde

das Gleiche (the same)

ideaal

ideal

het huishouden

der Haushalt

het leven

das Leben

de muziek

die Musik

de omgeving

die Umgebung

oplossen

lösen

opschieten mit

sich mit jemandem vertragen

overdag

tagsüber

roken

rauchen

de ruzie

der Streit

schoon

saubermachen

sinds

seit

uitgaan

ausgehen

verdelen

verteilen

weleens

manchmal

vies

fies, dreckig

de bioscoop

das Kino

de boom

der Baum

het buitenland

das Ausland

elk

jeder (each)

het grasveld

das Grasfeld

kletsen

plaudern, to chat

het gebouw

das Gebäude

missen

verpassen

het openbaar vervoer

der öffentliche Verkehr

regelmatig

regelmäßig

het park

der Park

de speeltuin

der Spielplatz

de struik

der Busch

tevreden

zufrieden

het verkeer

der Verkehr

voetballen

Fußball spielen

zoveel

so viel(e)