Modern Theater: Positivisme en werkelijkheidsgetrouwe naturalistisch theater

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/24

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

25 Terms

1
New cards

Verlichting

  • 18e Eeuw

  • Ratio en wetenschappen

  • Vertrouwen in onszelf als mens, onze kennis, gezond verstand

  • los van het absolutisme

  • Copernicus, Galilei, Kepler, Newton

  • Eigen lot in handen nemen, geloof in vooruitgang

  • 1789: Franse Revolutie, Optimistisch Revolutie-Ideologie

2
New cards

Determinisme

  • Positivisme

  • Darwin: the origin of species (1859)

  • Mens is gedetermineerd in zijn evolutie → genetische erflast & universele natuurlijke processen

  • Genetica en Biologie

3
New cards

Positivistische filosofie

  • Positivisme

  • Sociologie

  • Menselijke verschillen en ongelijkheden < biologische feitelijkheden

  • reformistische waarheid

  • samenleving verbeteren → systematisch hervormen

  • Waarheid → waarneembare feiten en logische principer

4
New cards

Auguste Comte

  • grondlegger Positivisme

  • filosoof en socioloog

  • Empirische Positivisme en determinisme

5
New cards

Positivisme

  • Auguste Comte

  • historisch gedetermineerde proces (= onveranderlijke natuurlijke wetten) → lot, denken, moraal

  • vooruitgang = causaal

  • Savoir pour Prévoir

  • observatie en analyse (feiten!) → verklaren via oorzak en gevolgen via het determinisme

6
New cards

Savoir pour prévoir

  • Positivisme

  • Inzicht op sociaal mechanisme → voorzien op lot

  • Verklaren uit regelmaat van oorzaak en gevolg → weten en voorzien

7
New cards

Sociale wetmatigheden

  • Bepalen het determinisme

  • omgeving (stad, dorp, platteland)

  • afstamming

  • omstandigheden (familie, onderwijs)

8
New cards

Hyppolite Taine

  • Philosophie de l’art

  • taak van romanschrijver = verzamelen van feiten volgens: empirische observatie

    → waarachtige en geloofwaardige weergave van mensen in gedetermineerde, voortdurend veranderend bestaan

  • sociale wetten: veranderingsprocessen van de personages

  • creatieve meerwaarde van observaties → naturalisme

9
New cards

Empirische observatie

  • Hyppolite Taine

  • Juist uitgekozen feiten uitvoerig en precies optekenen via: methodische en systematisch verworven en geordende kennis van de werkelijkheid

10
New cards

Naturalisme

  • Hyppolyte Taine

  • Positivisme

  • Kunst moet het leven openbaren

  • Evolutionaire bewegingen in de natuur en het sociaal mechanisme

11
New cards

Emile Zola (1840-1902)

  • Positivisme en naturalistisch theater

  • Romancier expérimentateur

  • Rougon-Macquartcyclus

  • Le Naturalisme au théâtre

12
New cards

Rougon-Macquartcyclus

  • Adelaïde

  • Rougons (tuinman → voorspoedig)

  • Macquarts (dronkenman → alcoholisme)

    • L’Asommoir (Gervaise en Coupeau)

    • Nana

    • Germinal

  • Onherroepelijke voortbestemdheid

  • Geen ruimte om te ontwikkelen of eigen lot in handen te nemen

  • Traag!

  • Armoede maakt lelijk

13
New cards

Le naturalisme au théâtre

  • Zola, Het naturalistische theater

  • kritiek op bestaand toneel

    • Plansysteem

    • “Pièce bien faite”

  • Eerste naturalistisch theater: Thérèse Raquin 1873

    → te choquerend

    → Censuur

    → grenzen van het medium: te saai en te veel plaatsen

14
New cards

Plansysteem

  • Het bestaand toneel, voor naturalisme

  • Vlak beschilderd doek als achtergrond → Trompe d’oeil

  • Belangrijkste acteur: vooraan, statisch

  • Nadruk op de stem, mimiek en welbespraaktheid = declamatorisch (Tirade à effet)

  • Acteurs “communiceren” met het publiek idpv met elkaar

  • Sterrensysteem!

15
New cards

Pièce bien Faite

  • Het bestaand toneel, voor naturalisme

  • Doet niet nadenken over de Werkelijkheid

  • Ingaan op het vergaal, bubbel vol leugens <> Echte wereld

16
New cards

André Antoine (1858-1943)

  • Naturalistisch theater

  • 1887-1894: Théâtre Libre

  • 1896 en 1906: Odéontheater

  • 1897-1906: Théâtre Antoine

  • Invloed van positivisme, Victor Hugo en Denis Diderot

  • voorbeelden:

    • La Terre (Zola)

    • Le Canard Sauvage (Ibsen)

    • Les Tisserands (Hauptmann)

17
New cards

Théâtre Libre (1887-1894)

  • naturalistische drama

  • “sociaal theater”: studie van alle meervoudige vragen die de moderne samenleving beroeren

  • theater = leermiddel

  • tranches de vie

  • Naturalistisch drama als studie van de dagelijkse rauwe werkelijkheid

  • voorstellingen in besloten kring → censuur ontwijken

  • enkele voorstellingen:

    • Jacques Damour

    • Les Avariés

    • Les Remplaçantes

    • Maternité

    • Le Canard Sauvage (Ibsen)

    • Les Tisserands (Hauptmann)

18
New cards

Tranches de vie

  • Naturalisme, André Antoine

  • Schetsen van het leven

  • Niet alle kleine details, maar een selectie van kernelementen

  • Deel van de actie in al haar beknoptheid, fragmentarisch gerepresenteerd

  • bv: Syfilis in “Les Avariés”

19
New cards

Causerie sur la mise en scène (1903)

  • André Antoine, Naturalisme

  • werkelijkheid op de scène en in het decor

  • alternatief voor de “panache romantique”

    • kijken idpv verbeelden

    • observeren idpv verzinnen

    • toeschouwer = bevoorrechte getuige

  • Regisseur = Metteur-en-scène

    • Materieel (acteur, decor, kostuums)

    • Immaterieel (idee van de auteur → scène)

  • Clôture: ingeslotenheid

  • toneelbouw

  • Natuurlijkheid in het acteren

20
New cards

Clôture

  • Causerie sur la mise en scène, naturalisme, Antoine

  • intieme sfeer creëren, de blik is echt op de scène

  • kamer met vier muren voor ogen, zelfs plafond

  • 4e wand: denkbeeldige vierde wand tussen acteurs en publiek

    → soort van venster, toeschouwer = bevoorrechte getuige

21
New cards

Toneelbouw

  • Naturalistisch, Antoine (Causerie sur la mise en scène)

  • vb: La Terre (van Zola)

  • echtheid van het materiaal

  • driedimensionaal

  • sobere belichting

  • realistische, dramaturgisch verantwoorde belichting

  • weloverwogen keuze in functie van de actie

    • “avec art” = kunstzinnige manier in scène

  • Assymetrie → zo goed mogelijke inkijk in de kamer

  • Proscenium niet betreden

22
New cards

Natuurlijkheid in het acteren

  • Causerie sur la mise en scène, naturalisme, Antoine

  • Le jeu de dos (door interactie met elkaar → soms zelfs met hun rug naar toeschouwers)

  • interactie tussen de personages en hun milieu

  • lichamelijkheid en verfijnde genuanceerde gestiek (volgens bv status)

  • natuurlijke dialogen (bv in dialect, gemompeld,…)

  • grondige studie van de rol

  • afkeer van hiërarchisch sterrensysteem (afwisseling hoofdrol → figuranten)

  • amateurs

  • samenspel

23
New cards

Meinginger-ensemble

  • hoftheater gefinancieerd door Georg II

  • invloed op Antoine

  • vaste regisseur: Chronengk

  • authentiek historisch kader → kunsthistorische en archeologische studie

  • natuurlijkheid en individualisering in het massaspel

    • figuranten mee bewegen en mee spelen

    • heel veel figuranten

  • eenheid in diversiteit

    • figuranten: het tableau d’ensemble in goede banen leiden onder leiding van acteurs (→ individualisering, diversiteit)

    • hereniging in groot geheel (→ eenheid)

  • afkeer van hiërarchisch sterrensysteem (acteurs kunnen ook figuranten zijn)

  • verduisterde zaal + niet het proscenium betreden

  • kritiek: in koor roepen van zin is niet geloofwaardig

  • voorbeeld:

    • Jules Caesar (Shakespeare)

    • Prinz von Hamburg

    • Maria Stuart

    • Die Jungfrau von Orleans (Schiller)

24
New cards

Odéon theater/ théâtre l’odéon (1896,1904-1914)

  • Naturalisme, Antoine

  • beperkingen:

    • stadstheater, groot

    • podium idpv vloer

    • architectuur = hoefijzer

    • vaste sets van acteurs

  • “inteprétation vivante” van de grote klassieken

  • voorbeelden:

    • Le Roi Lear (Shakespeare)

    • Le Cid (Corneille)

    • Coriolan (Shakespeare)

    • Roméo et Juliette (Shakespeare)

  • Continuïteit en Simultaniteit

25
New cards

Reconstitution

  • Antoine, Odeontheater, naturalisme

  • “réproduire le dispositif primitif”

  • theaterhistoriografisch onderzoek → blik op de historische werkelijkheid, de originele voorstelling reconstrueren

    • integrale (originele) tekst

    • inbedden in historische context → conférence

    • grootst mogelijke exactheid weergeven

    • educatieve waarde

  • voorbeelden:

    • Le Roi Lear (Shakespeare)

    • Le Cid (Corneille)

    • Andromaque (Racine)

    • Monsieur de Pourceaugnac (Molière)

    • Coriolan (Shakespeare)

    • Roméo et Juliette (Shakespeare)