Ă€la boulangerie (bij de bakker)
Juffrouw? Twee stokbroden, alstublieft.
Mademoiselle? Deux baguettes, s’il vous plaît.
Alstublieft, juffrouw. Is dat alles?
Voilà , mademoiselle. C´est tout?
Ik wil ook graag een volkorenbrood.
je voudrais aussi un pain complet.
Het spijt me, ik heb er geen meer
Je regrette, je n’en ai plus
Hebt u nog croissaints?
Vous avez encore des croissants?
Ja, hoeveel?
Oui, combien?
Zes croissants, alstublieft. Hoeveel is het?
Six croissants, s’il vous plaît. C’est combien?
Drie euro
Trois euros
Alstublieft. Hebt u een plastic tasje, mevrouw?
VoilĂ . Vous avez un sac en plastique, madame?
Ja, natuurlijk juffrouw alstublieft.
Oui, bien sûr mademoiselle voilà .
Dank u wel en tot ziens.
Merci et au revoir.
Totziens juffrouw.
Au revoir mademoiselle.