D2 M2

0.0(0)
studied byStudied by 8 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/41

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

42 Terms

1
New cards

l’activité manuelle

de handenarbeid

2
New cards

une année sabbatique

een sabatjaar (tussenjaar)

3
New cards

une ardoise

een leisteen

een schrijflei

4
New cards

le calcul

het rekenen

5
New cards

un cout

een kostprijs

6
New cards

un encadrant

een verantwoordelijke

een supervisor

7
New cards

la joie de vivre

de levensvreugde

8
New cards

le quotidien

het alledaagse leven

9
New cards

un séjour linguistique

een taalvakantie

10
New cards

une veine

een ader

11
New cards

un volet

een (venster)luik

12
New cards

le volontarait

het vrijwilligerswerk

13
New cards

chaleureux/chaleureuse

warm

hartelijk

14
New cards

chargé(e)

drukbezet

15
New cards

émerveillé(e) (par)

vol bewondering (voor)

verwonderd (door)

16
New cards

interloqué(e)

overrompeld

erg verbaasd

17
New cards

(semi-)rémunéré(e)

(half) betaald

(half) vergoed

18
New cards

soudé(e)

verbonden

19
New cards

augmenter

verhogen

20
New cards

bénéficier de

genieten van

voordeel halen uit

21
New cards

booster

een boost geven

opkrikken

22
New cards

convenir à

passen

goed zijn (voor)

23
New cards

s’avérer

blijken

zich bewijzen

24
New cards

s’enchainer

elkaar opvolgen

25
New cards

s’imposer

zich opdringen

26
New cards

tenter

wagen

proberen

27
New cards

enchainer les petits boulots

jobjes aaneenrijgen

28
New cards

être bien encadré(e)

goed ondersteund

omkaderd zijn/worden

29
New cards

être bien entouré(e)

goed omringd

ondersteund zijn/worden

30
New cards

être bien pris(e) en charge

goed ondersteund zijn/worden

31
New cards

être coincé(e) (entre)

vastzitten tussen

klem zitten

32
New cards

être en charge (de)

verantwoordelijk zijn voor

33
New cards

fonce!

ga ervoor!

34
New cards

franchir le pas

de stap zetten

de sprong wagen

35
New cards

ne pas/jamais avoir un sou en poche

geen/nooit geld op zak hebben

36
New cards

remettre en état

(terug) in goede staat brengen

37
New cards

s’entretenir avec quelqu’un

zich iemand onderhouden

met iemand spreken

38
New cards

se sentir à l’aise

zich op zijn gemak voelen

39
New cards

travailler sous une chaleur de plomb

in een loodzware hitte werken

40
New cards

virer au cauchemar

een nachtmerrie worden

41
New cards

au sein de

binnen

42
New cards

chaleureusement

warm

hartelijk