all vocab english exam june 11th grade

peddels

paddle / oars

racket

racket

wickets en stompen

wickets and stumps

honkbal, knuppel, handschoen

baseball, bat, glove

gymnastiek

gymanstics

ritmische gymnastiek

rhytmic gymnastic

voltige

pommel horse

evenwichtsbalk

balance beam

brug met ongelijke bars

uneven bars

speerwerpen

javelin throw

discuswerpen

discus throw

kogelstoten

shot put

kogelslingeren

hammer throw

billiard

billiards

verspringen

long jump

poolstokhoogspringen

pole vault

hoogspringen

high jump

hordeloop

hurdle race

estafette race

relay race

honkbal

baseball

(American) football

(American) football

voetbal

football / soccer (Am.E.)

boogschieten

archery

pistool schieten

pistol shooting

taekwondo

taekwondo

schermen

fencing

worstelen

wrestling

gewichtheffen

weightlifting

fietsen

cycling

roeien

rowing / crew (Am.E.)

paardrijden

horseback riding

ijshockey

ice hockey

kunstschaatsen

figure skating

snelschaatsen

speed skating

handschoenen

gloves

helm

helmet

lies beschermer

groin cup

scheen beschermers

shin pads

borstbeschermer

chest protector

gezicht beschermer

face mask

schaatsbaan

ice skating rink

boksring

boxing ring

voetbalveld

football field

cricketveld

cricket pitch

basketbal veld

basketball court

2.54 centimetres

1’’ / 1 inch

30 centimetres

1’ / 1 foot

0.9 metres

1 yd / 1 yard

1.6 kilometres

1 m / 1 mile

28 grams

1 oz / 1 ounce

0.45 kilograms

1 lb / 1 pound

6.35 kilograms

1 st / 1 stone

het gevoel van eigenwaarde verbeteren

to improve self-esteem

motoriek / coördinatie verbeteren

to increase coordination

het respect voor regels en waarden respecteren

to boost respect for rules and values

een positief effect op antisociaal gedrag hebben

to have a positive effect on anti-social behaviour

hert risico op beroerte en depressie verminderen

to reduce the risk of stroke and depression

de kans op hoge bloeddruk en suikerziekte verminderen

to decrease the chance of getting high blood pressure and diabetes

een gevoel erbij te horen en een gedeeld gevoel van identiteit creëren

to create a sense of belonging and a shared feeling of shared identity

iemand laten leren uit zijn of haar fouten

to allow someone to learn from his or her mistakes

de verspreiding van iets

the prevelance of something

een belangrijk onderdeel van zijn

to be an essential building block

een VIP zijn

to attain celebrity status

belang hechten aan iets

to attach importance to something

een heel belangrijk speler

a key player

trots zijn op iets

to take pride in something

inkomen

income

inkomsten genereren

to gerenate revenue

belastingen

tax(es)

infrastructuur

infrastructure

een studiebeurs

a scholarship

inschrijfgeld

fee

hypermodern

state-of-the-art

voortzieningen

facilities

door de overheid geleid

state-run

privatiseringen

to privatise

abonnenment

a subscription

een merk

a brand

obligaties uitgeven

to issue bonds

een schuld aflossen

to pay off a debt

een schuld nagaan

to go into debt

geld lenen van

to borrow money from

geld lenen aan

to lend money to

bestraffing

penalty

fout

a foul

baan, traject

a trajectory

buiten het speelveld

out of bounds

stil (doen) staan

immobilise

uitsluiten

to disqualify

afwisselen

to alternate

een salto makem

to do a somersault

de tijdsduur

the duration

beperkt worden (tot)

to be capped (at)

de afmetingen

the dimensions

een poging / pogen

an endeavour / to endeavour

gemengd

mixed gender

oefenen, trainen / trainen

to practise / practise

een toernooi

a tournament

een nivuea, een klasse

a league

een sportcompetitie

a competition