Lesson 2 Dutch - English

To assault

Aanvallen

To get rid of

Afkomen van

Groundbreaking

Baanbrekend

Massacre

Bloedbad

Resentment

Boosheid, wrevel

Brutal

Bruut, grof, wreed

spark

De aanleiding zijn van, veroorzaken

to take the lead

De leiding nemen

To endure

Doorstaan, verdragen

has the makings of

Het in zich hebben om

to prompt

ertoe brengen, bewegen

indigenous

Inheems, oorspronkelijk

Showdown

Krachtmeting

Frontier

Landgrens

Mistreatment

Mishandeling

Settlement

Nederzetting, kolonie

Sulky

Nors

Incomprehension

Onbegrip

Unsatisfactory

Onbevredigend

Discontent

Ontevredenheid

Was headed for

Op weg zijn naar

Mainstay

Pijler

Virtually

Praktisch

Casualty

Slachtoffer

Hardships

Tegenslag

Pace

Tempo, snelheid

To expand

Uitbreiden

Ultimately

Uiteindelijk

Real estate

Vastgoed, onroerend goed

Livestock

Vee

Retribution

Vergelding

Fee

Vergoeding, kosten

To devastate

Vernietigen, verwoesten

To condemn

Veroordelen

To accelerate

Versnellen

To hasten

Versnellen, bespoedigen

Adjustable

Verstelbaar

Stock

Voorraad

Has the edge over

Voorsprong hebben op

To clear

Vrijmaken, ontruimen