1/31
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
contagieux -euse
aanstekelijk
une épidémie
een epidemie
héréditaire
erfelijk
bien portant(e), en bonne santé
gezond
un rhume
een verkoudheid
enrhumé(e)
verkouden
une grippe
een griep
le SIDA
aids
une fracture
een breuk
une blessure
een verwonding
s’evanouir
flauwvallen
avoir un malaise
zich (plots) niet lekker voelen
saigner
bloeden
un pansement
een plakker
le cerveau
de hersenen
un oeil
een oog
le coeur
het hart
l’estomac
de maag
les intestins
de darmen/ ingewanden
le postérieur
het achterwerk
un orteil, un doigt de pied
een teen
une articulation
een gewricht
un organe
een orgaan
le SAMU
de MUG
une prescription
een voorschrift
un certificat médiacal
een doktersattest
la guérison
de genezing
guéri(e)
genezen
un(e) toxicomane
een drugsverslaafde
la toxicomanie
de drugsverslaving
la dépendance
de verslaving
nocif(e)
schadelijk