College 5

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/37

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

38 Terms

1
New cards

Vygotsky’s Gemedieerd leren 3 componenten

  1. Materiele hulpmiddelen

    • indirect invloed op psychologische processen

    • symbolische representatie → leidt tot 2

  2. Psychologische hulpmiddelen

    • overgangen naar psychologische systemen

  3. Andere mensen: Mediatie

    • Sociale niveau: interpsychologisch (tussen mensen).

    • Individuele niveau: intrapsychisch (in kind zelf).

    • Iemands eigen activiteit wordt gevormd door mediatie met een ander → je wordt jezelf in interactie met een ander.

2
New cards

Wat is Mediated learning experience (MLE)?

Speciale kwaliteit van gemedieerde interactie tussen kind en omgeving.

  • cog. ontw. afh. van MLE

3
New cards

Kwaliteit MLe afhankelijk van

  • intentionaliteit handelen van volwassenen

  • kind inwerking in omgevingsstimuli

4
New cards

Doelen MLE

Kind gevoelig maken voor leren door directe blootstelling aan stimuli en cognitieve voorwaarden bij kind die nodig zijn voor direct leren.

5
New cards

Criteria MLE

  1. Intentionality/Reciprocity

  2. Transcendence

  3. Meaning

6
New cards

Intentionality/Reciprocity in MLE

  • interactie van incidenteel → intentioneel

  • focus op object & kind

  • object direct laten ervaren door kind → niet passief

  • cog. proces (niet object) staat centraal

    • denkstrategieen ontwikkelen (niet de uitslag vd taak is perse belangrijk)

7
New cards

Transcendence in MLE

  • identificatie met onderliggende principes

  • transfer naar gevarierende set van situaties en taken

8
New cards

Meaning in MLE

betekenis aan stimuli, gebeurtenis of info geven → anders verliest MLE zijn waarde.

  • bv. als kind paarden heel leuk vind, oefen dan met een opdracht dat paarden bevat.

9
New cards

Modificeerbaarheid

kan functionaliteit aanpassen aan nieuwe culturen.

10
New cards

instrumenten & interacties leren kind om …

  • mentale processen te reconstrueren

  • cognitieve skills eigen te maken

    • overdragen naar nieuwe leertaken

  • reageren op intrinsieke beloning (niet meer extrinsiek)

11
New cards

Onderzoeken over IE implementatie

  • Link: Effectief gebruik van MLE leidt tot positieve uitkomsten bij leerlingen en handeling bij leraren.

  • Sternberg & Bhana: Mate van blootstellling in klas leidt tot grotere vooruitgang bij leerlingen (academisch leren).

  • Blagg: Het is moeilijk te onderzoeken of leerlingen door IE-instructie in staat zijn om geleerde toe te passen in nieuwe situatie.

12
New cards

Succesvolel toepassing van IE afhankelijk van 3 factoren

  1. hoeveelheid uitleg van IE

  2. kwaliteit van bemiddeling door leraren → voorspelt effectiviteit van IE.

  3. aanwezigheid van bepaalde oefeningen op gebied van onderwijs

13
New cards

2 onderdelen van Learning activity

  1. Bewustzijn van psychologische activiteiten bij overdragen van psychologische functies → gegenereerd door psychologische activiteit.

  2. Onderscheid ‘spontane’ en ‘wetenschappelijek’ concepten

14
New cards

Onderscheid Spontane en Wetenschappelijke contexten

  • Spontane = uit eigen reflectie en ervaringen van kind.

    • niet systematisch, het is context-gebonden.

  • Wetenschappelijk = systematisch, logisch en niet context-gebonden.

15
New cards

Dominante activiteit van leren

Focus op veranderingen die door leerproces is gekomen.

16
New cards

3 Componenten van Learning activity

  1. De te leren taak

    • reflecteert algemene principe & transformatie vd. leeractiviteit.

  2. Handelingen

    • vormt voorlopig beeld vd activiteit & manier waarop ze uit te voeren zijn.

    • controle → vergelijken van handelingen met pragmatisch beeld.

  3. Methoden van evaluatie & controle

    • zelfregulatie aanleren.

17
New cards

Beoordeling van leerlingen moet focussen op

blootleggen van leerpotentiaal ipv bepalen vh functioneringsniveau vd leerling.

18
New cards

Instrumental Enrichment (FIE) program

interventieprogramma gebaseerd op het gebruik van paper-pencil exercises in de klas en individueel.

  • betreffen een toets met meerdere gesloten antwoordmogelijkheden.

    • onderdeel van regulier onderwijs.

19
New cards

FIE programma bevat een psycho-educatieve filosofie dat ervan uit gaat dat …

gaat ervan uit dat het cognitieve gedrag vd mens een open systeem bevat dat structureer veranderbaar is.

20
New cards

biopsychologische veranderingen

zijn gebaseerd op vooraf vastgestelde einddoelen en zijn onomkeerbaar.

21
New cards

cognitieve aanpassingsvermogen

een verandering op een bepaald moment in de ontwikkeling van een organisme → geen vaste ontwikkelingslijn.

22
New cards

houdingen tegenover afwijkingen worden onderverdeeld in passieve aannemende benaderingen en actieve aanpassende benaderingen. wat is het verschil tussen die twee?

  1. passieve aannemende benadering.

    • individu is niet te veranderen/aan te passen.

    • levensomstandigheden vh individu zullen moeten worden aangepast om het deze zo comfortabel mogelijk te maken.

      • intensiteit en oorsprong van stimuli aanpassen aan denkcapaciteit vh individu.

  2. actieve aanpassende benadering

    • individu is wel te veranderen → verandering belangrijk zodat individu zich kan aanpassen aan omgeving.

      • ipv omgeving aanpassen, wordt individu aangepast zodat hij zichzelf kan aanpassen aan omgeving.

    • gebruikt individu als open systeem waarin wordt gezocht naar gebieden die kunnen worden veranderd.

23
New cards

definitie individu dat herstructurering (opnieuw opvoeden/scholen/opleiden) nodig heeft

een individu dat een verminderd aanpassingsvermogen heeft.

24
New cards

algemene doel FIE

structuur vd cog. eigenschappen vh zwakbegaafde individu veranderen door het individu zich te laten raken/bewegen door de ervaren situaties of stimuli.

25
New cards

hoe kan je aanpassingsvermogen verhogen?

dmv direct contact met stimuli → individu wordt beter in staat gesteld om te reageren op nieuwe stimuli → kan zich beter aanpassen op de veranderende omstandigheden

26
New cards

hoe verschilt doel van FIE met andere programma’s?

FIE geeft een individu niet alleen maar meer informatie en meer vaardigheden, maar stelt de individu in staat om op een zelfstandige en creatieve manier naar nieuwe informatie te kijken of te zoeken.

27
New cards

doel van FIE kan in 3 soorten eigenschappen van een structuur worden onderverdeeld: welke zijn deze?

  1. sterk verband tussen een deel en het geheel.

    • elk ervaren gebeurtenis heeft geen beperkt in taakgerelateerde veranderingen bij het individu, maar juist een effect op het individu in zijn totaliteit.

  2. een neiging om betrokken te raken bij de processen van veranderingen.

  3. een vereeuwigde en zelfregulerende eigenschap van een proces wordt mogelijk gemaakt.

    • zodra het proces op gang is gebracht door een externe interventie of een innerlijke wil om te veranderen, blijft dit eindeloos doorgaan naar de behoeften vh individu.

28
New cards

differentiele cognitieve ontwikkeling zien in 2 manieren: distale vs. proximale factoren — wat zijn deze?

  • Distale factoren = Genetische factoren → bepalen natuurlijk kenmerk vh organisme tot aan de organische omstandigheden.

    • ook sociaaleconomische omstandigheden

    • fysieke kenmerken (rijk of arm zijn)

    • distaal → niet direct en zijn onvermijdelijk voor de uitkomst van differentiele cog. ontw.

  • Proximale factoren = MLE

    • direct en onvermijdelijk getriffered door distale factoren.

      • verantwoordelijk voor diff. ontw. vd. cog. structuur van een organisme.

29
New cards

MLE relatie tot de ontwikkeling van hogere functies

belangrijk, want zorgt voor verhogen aanpassingsvermogen dmv direct contact/blootstelling.

30
New cards

MLE verwijst naar …

bepaalde manier (modaliteit) van interactie tussen het groeiende organisme (kind) en omgeving.

  • bepaalt differentiele cognitieve structuur van hogere mentale processen inidividu.

31
New cards

cognitieve ontwikkeling wordt op 2 manieren/modaliteiten voortgebracht

  1. Direct contact met stimuli → contact met stimuli past manier van interactie aan tussen organisme en andere stimuli die hier een neg. effect op hebben.

    • maar verklaart diff. cog. ontw. NIET.

  2. Organisme communiceert via zijn omgeving met een 2e modaliteit, waarvan aanwezigheid of afwezigheid vd modaliteit de verschillen verklaart tussen cog. ontw. bij individuen.

32
New cards

MLE vindt plaats wanneer

een ingwijd/kundig persoon, zoals moeder, zichzelf plaatst tussen het organisme en de prikkels die erop inwerken.

  • persoon bemiddelt, transformeert, herschikt, reorganiseert en groepeert prikkels van stimuli in een bepaalde richting voor een bepaald doel.

33
New cards

Samenhang tussen MLE en directe blootstelling

Hoe meer een kind MLE heeft ervaren en hoe optimaler deze ervaring, hoe beter het vermogen vh kind om prfijt te hebben van directe stimuli.

34
New cards

2 eigenschappen definieren de interactie tussen kind en volwassenen als bemiddeldende waarde

  1. MLE wordt altijd gepaard door intentie of wil aan de kant vd mediator → reflectie vd cultuur tot welke de mediator hoort.

  2. De aard vd bemiddelende handeling overtreft de onmiddelijke behoefte die het getriggerd heeft.

35
New cards

Subgoals of the FIE program

knowt flashcard image
36
New cards

Automatisering

knowt flashcard image
37
New cards

2 voordelen voor Handelen vanuit de intrinsieke motivatie doordat het een gewoonte is geworden.

  1. Door goed cognitief functioneren is het individu minder afhankelijk vd te vervullen taak of omgeving;

  2. Het verminderen vd hoeveelheid inspanning die nodig is om cog. goed te functioneren.

38
New cards

Instrumentele verrijking kan ervoor zorgen dat…

structurele cognitieve veranderingen geproduceerd worden die individu gevoeliger maken om door verschillende gebeurtenissen te worden beinvloed.

  • individu gaat zelfstandig handelen en creeert autonomie voor zichzelf.